Rebel – No Place to Hide (1970)

Regie: Robert Schnitzer | 75 minuten | drama | Acteurs: Sylvester Stallone, Anthony Page, Rebecca Grimes, Vickie Lancaster, Dennis Tate, Barbara Lee Govan, Roy White, Henry G. Sanders, Jed Mills, David Orange

De meeste filmfans zullen Sylvester Stallone kennen als de robuuste actieheld die in menig conservatief spektakelstuk schittert. Vóór deze verdienstelijke periode in zijn leven schitterde Stallone echter in het linkse ‘No Place to Hide’, dat in 1980 opnieuw werd uitgebracht onder de titel ‘Rebel’. Een film waarin de actieheld wel een heel ongebruikelijke rol speelt. Stallone is in ‘Rebel’ namelijk te bewonderen als sympathieke terrorist.

Het begrip ’terrorist’ riep anno 1970 andere associaties op dan heden ten dagen in 2007. Als we ‘Rebel’ mogen geloven waren terroristen slechts rebellerende jongeren die, gedreven door hun idealen, op zoek waren naar een manier om een betere wereld te creëren. Een vrij onschuldig beeld dus. ‘Rebel’ is dan ook niet de actiefilm die men wellicht verwacht door het keurmerk ‘Stallone’ dat op de dvd-hoes schittert, maar een speelfilm die een menselijk portret wil schetsen van de mensen achter enkele aanslagen. Stallone speelt hierin de hoofdrol als Jerry Savage, een jonge voormalige student voor wie demonstraties niet meer toereikend zijn om zijn geweten te sussen. Hij besluit zich daarom aan te sluiten bij een groepering die bommen legt in de gebouwen van grote bedrijven die de oorlog in Vietnam steunen. Alhoewel dit alles klinkt als een verleidelijk plot voor een actiefilm, houdt regisseur Robert Schnitzer de actie op een zijspoor en besluit hij in plaats daarvan de kijker een wat dieper inzicht te geven in de geest van ‘rebel’ Jerry Savage.

Schnitzer doet dit in een stijl die typerend is voor de documentaire op het einde van de jaren 60, toen filmmakers besloten dat de documentaire absolute objectiviteit zou moeten nastreven en regisseurs zich als een ‘fly-on-the-wall’ opstelden, waarbij zelfs stilistische manipulatie taboe was. Dat betekent dat het camerawerk schokkerig mocht zijn, de focus af en toe moest worden bijgedraaid en de filmmaker zoveel mogelijk observeerde in plaats van verklaarde. ‘Rebel’, alhoewel geen documentaire, volgt dezelfde esthetiek en dus krijgen we een hoop scènes voorgeschoteld die zo naturel mogelijk moeten overkomen. De kijker kan hierdoor het gevoel hebben scènes halverwege binnen te vallen. Niet alleen het camerawerk en de montage moesten namelijk ongekunsteld lijken, ook de dialogen moesten lijken alsof de regisseur slechts toevallig de kamer in wandelde.

Deze realistische esthetiek is een gewaagde keuze, want het resultaat is een film die incoherent lijkt. Nu kan dit het gevolg zijn van Schnitzer’s snijwerk, want ‘No Place to Hide’, zoals de film oorspronkelijk heette, kreeg in 1980 niet alleen een nieuwe titel, maar werd tevens opnieuw gemonteerd, waardoor er een geheel nieuwe film ontstond. In ieder geval bereikt Schnitzer’s documentaire stijl niet zijn doel. De diepere geheimen van Jerry Savage’s geest worden niet aan ons geopenbaard. We komen slechts weinig te weten over de karakters in de film. Dat ze net als wij slechts alledaagse figuren zijn wordt duidelijk en de film biedt een verhelderend alternatief ten opzichte van het stereotype van de ’terrorist’ als geïsoleerde, psychopatische gek. Doordat Schnitzer echter alleen wil observeren en weigert te verklaren blijft onze binding met de karakters beperkt. We komen er niet achter wat hun drijft, wat hun persoonlijke motieven zijn of wat er omgaat in hun hoofd. Alleen dat ze het niet eens zijn met de politiek en hopen op verandering. Dit is echter niet genoeg om de kijker voor zo’n lange tijd aan zich te binden en de intelligente objectieve houding van de film slaat al vlug om in verveling. Wanneer de actie uiteindelijk losbarst is het dan ook al te laat. Het zal de kijker tegen die tijd worst wezen of Jerry Savage en consorten door de FBI gepakt worden of niet.

Schnitzer’s weigering om te verklaren is wellicht niet zozeer een esthetische keuze als een onvermogen om te verklaren. In 1970, toen de maatschappij nog bezig was met afkoelen van enkele turbulente jaren, had men simpelweg de antwoorden nog niet om te kunnen verklaren wat er nu precies allemaal gebeurt was het afgelopen decennium. Deze vertwijfeling is misschien nog het meest typerende voor het karakter van de film. ‘Rebel’ is niet zozeer een slechte film als wel een mislukt idee, omdat de tijd nog niet rijp was voor een objectieve analyse van de ‘sixties’. ‘Rebel’ is een tijdsdocument dat zijn tijd vooruit wilde zijn, doordat het de jaren 60 in een nieuw perspectief wilde plaatsen, maar uiteindelijk vooral afstandelijk tegenover zijn onderwerp staat. De film staat historisch gezien te dicht bij de gebeurtenissen die het wil onderzoeken, weet zich geen raad met zo’n complex onderwerp en blijft hierdoor hangen in vertwijfeling. De kijker, al even vertwijfeld, haakt in verveling af.

‘Rebel’ is interessant voor kijkers die binding hebben met Sylvester Stallone danwel de politiek van de jaren 60, maar in beide gevallen is de aantrekkingskracht vooral het feit dat het hier een nogal obscure film betreft. Oprecht vermaak of politiek engagement zal men in ieder geval niet vinden vanwege Schnitzer’s afstandelijke houding en dat zullen toch de voornaamste redenen zijn om de film te gaan bekijken. Terrorisme vanuit de dader bekijken was geen slecht idee voor een film, maar helaas blijkt Schnitzer’s gekozen strategie niet toereikend. Niet slecht, wel mislukt.

Sander Colin