Rent-a-Cat-Rentaneko (2012)

Regie: Naoko Ogigami | 110 minuten | drama, komedie | Acteurs: Mikako Ichikawa, Reiko Kusamura, Ken Mitsuishi, Maho Yamada, Kei Tanaka

Niet alleen de gevierde Japanse schrijver Haruki Murakami is gefascineerd door katten, blijkbaar heeft regisseur Noako Ogigami (‘Glasses’) ook een voorliefde voor deze mysterieuze dieren. In ‘Rent-a-Cat’, de titel spreekt boekdelen, maken we kennis met de wat vreemde vrouw Sayoko (Mikako Ichikawa) die katten verhuurd aan eenzame mensen. Deze katten moeten het gat opvullen dat deze mensen in hun hart meedragen. Wat is er namelijk mooier dan de liefde van een kat?

Sayoko’s oma had altijd katten om haar heen en na haar heengaan lijkt Sayoko de plaats van haar oma te hebben ingenomen. De dieren komen spontaan naar haar toe om vervolgens niet meer weg te gaan. Er is alleen een klein probleempje, Sayoko trekt dan wel katten aan maar dat is dan ook het enige. Mannen kijken niet naar haar om terwijl ze nu net voor haar zelf heeft besloten om dit jaar te gaan trouwen. Niet alleen moet ze anderen helpen, maar ook voor zichzelf een toekomst zien te creëren.

‘Rent-a-Cat’ bestaat uit een aantal segmenten waarin Sayoko de katten aan verschillende mensen verhuurd. Zo zien we een oude en levensmoede vrouw, een vereenzaamde en van zijn familie vervreemde arbeider en een jongedame die stil is blijven staan in haar carrière die door het gezelschap van een kat het leven weer een stuk vrolijker tegemoet zien.

De meest interessante scènes zijn een soort van intermezzo’s waarin Sayoko continu door haar buur wordt lastiggevallen die haar in feite wijst op haar eigen eenzaamheid en de scènes waarin ze fantaseert over haar eigen talenten als waarzegger, broker en maker van jingles voor reclamespotjes (waarin katten wederom een prominente rol in vervullen).

‘Rent-a-Cat’ ademt één en al goedaardigheid uit, waarin humor een belangrijke plaats inneemt. Het verhaal kabbelt rustig voort waarbij af en toe uitstapjes worden gemaakt naar Sayoko’s verleden en ze katten aan mensen te slijten. Erg leuk is het wanneer ze al wandelend met een soort van karretje, met daarin de katten, door de microfoon op zangerige toon: “Rentaneko, neko neko” roept en even later haar mobiel afgaat met precies hetzelfde deuntje. Toch valt de humor niet geheel mee, deze is vaak nogal ver gezocht of zo over de top dat je meer een zucht van ongeloof slaakt dan dat het een lach op je gezicht tovert.

De soms bizarre humor zal niet voor iedereen weggelegd zijn maar liefhebbers van experimentele Japanse cinema zullen ‘Rent-a-Cat’ wel zien zitten.

Meinte van Egmond