Rest Stop (2006)

Regie: John Shiban | 85 minuten | horror, thriller | Acteurs: Jaimie Alexander, Joey Mendicino, Deanna Russo, Diane Salinger, Michael Childers, Curtis Taylor, Joseph Lawrence, Gary Entin, Edmund Entin, Jennifer Cormack, Mikey Post, Nick Orefice

‘Rest Stop’ begint goed, er wordt een duidelijke lijn uitgezet, wel met matige beeldkwaliteit maar dat geeft niet, goed genoeg voor een horrorthriller. Redelijk harde inzet, maar nog niet té veel laten zien, goed. Maar wacht eens even: als je goed kijkt, klopt die eerste scène niet. De moordenaar komt ergens vandaan waar hij niet kan zijn! Dit soort slordigheden komt helaas nog vaak voor in rest van de film.

Vlak na de openingsscène volgt een voice-over van Nicole (de hoofdfiguur), waarin een dieper persoonlijk thema wordt gesuggereerd, maar dit krijgt niet echt een vervolg. Later worden er een aantal voorwerpen (onder andere een gele bus en een camper) en karakters geïntroduceerd: een geschifte moeder, een geloofsfanatieke vader en een soort autistische tweeling, allemaal weird, maar oh zo cliché en er gebeurt vervolgens eigenlijk niets mee. Op een gegeven moment lijkt er iets van een mysterie ontrafeld te worden, maar het blijft bij wat suggesties. Dan is er ook nog die verstopte engerd die de hele tijd foto’s maakt, van iets? Men probeert duidelijk een ‘Twin Peaks’-achtige lading aan het verhaal te geven, maar faalt hierin genadeloos. En er blijven maar inconsequenties en slordigheden opduiken.

John Shiban had bijna een Emmy in zijn zak voor het schrijven (en produceren) van afleveringen voor ‘The X-Files’ en schreef ook voor ‘Star Trek’ en ‘Supernatural’. In science fiction kun je bovennatuurlijke oplossingen vinden voor lastige problemen en in horror ook wel, maar dan moet het wel duidelijk zijn met wat voor horror we te maken hebben. Deze film lijkt daar in eerste instantie heel stellig in: gewoon een moordenaar die (vooral) meisjes in toilethokjes van parkeerplaatsen afslacht, maar zelf nooit echt zichtbaar wordt. Een paar vaste gimmicks, zoals zijn snor en ranzig baseballpetje en die eeuwige gele pick-up truck. Simpel, helder, prima. Maar dan wordt er van alles bij gehaald en zakt het geheel als een plumpudding in elkaar. Er zijn geen duidelijke keuzes gemaakt.

Je kunt er lang en breed over praten, maar dit is gewoon een zwaar mislukte B-film. Soms is het eng, donkere verlaten parkeerplekken langs provinciale wegen zijn nu eenmaal eng. De gore is naar en wordt met mate ingezet, ook een pluspunt. Verder klopt er weinig aan deze film. Om nog maar eens een voorbeeld te noemen: een personage dat de hele tijd hardop denkt “jeetje, wat nu?” en “het zal me lukken” of “wacht maar, klootzak”, doet niet vermoeden dat we hier met een gerenommeerde scriptschrijver/regisseur te maken hebben, maar eerder met een amateur, die nog nooit een écht spannende film heeft gezien, laat staan zelf heeft gemaakt.

Arjen Dijkstra