Rotten Shaolin Zombies (2004)

Regie: Blaine Wasylkiw | 23 minuten | actie, horror, komedie, korte film | Acteurs: Wilson Wong, Wil Yee, Anders J. Svensson, Paul Marshall, Owen Wong, Gunther Schetterer, Joel Gerritsen, Dave Neufeld, Sven J. Andersson

Deze ‘Rotten Shaolin Zombies’ uit 2004 is van de hand van Blaine Wasylkiw en bevat, zoals de titel doet vermoeden, een combinatie van knok- en horrorwerk gerelateerde gebeurtenissen. Overigens is het wel een opmerkelijke titel, een titel die aangaande de opzet wellicht wat wenkbrauwen doet fronsen, en bij het aanschouwen van Wasylkiw’s film zal al snel de conclusie luiden dat er zo goed als niets serieus in is te nemen.

Allereerst de twee hoofdpersonen, twee broers, geportretteerd door acteurs Wilson Wong en Wil Yee die waar ze ook gaan hun karate- of kung fu pakjes aan hebben en hun vechtkunsten op elkaar botvieren. En bij de eerste kennismaking valt al het niet bepaald kwalitatief hoogstaand acteerwerk van beide heren op. Integendeel, het komt nogal amateuristisch over allemaal en als gevolg daarvan ook niet al te geloofwaardig. Niet dat beide acteurs ook maar enige noemenswaardige moeite doen om het een en ander te verbloemen of te verfraaien. De lol die ze in hun acteerwerk hebben staat duidelijk voorop, en voor de rest… draaien maar!

Vervolgens wordt er het een en ander op het gebied van horror en vechttechnieken in beeld gebracht. En om de titel daarbij eer aan te kunnen te doen wordt allereerst een van de broers op ijselijke wijze en onder hartverscheurend geschreeuw gedood door een door de lucht zwevende longvis vis die zijn oog eruit trekt. Alleen zijn de draden waaraan de vis door de lucht zweeft wel erg duidelijk zichtbaar, en wel zodanig dat dit ook niet anders dan de bedoeling van de makers geweest kan zijn. Zij zijn ook op andere fronten niet al te serieus te werk gegaan, getuige de manier waarop de door de vis aangevallen broer de geest geeft en de reactie van de kelner wanneer zijn klant met uitgetrokken oog zieltogend over de tafel hangt ‘… bad fishy – meal is on the house…’. Niet bepaald een reactie die onder dergelijke omstandigheden te verwachten is of natuurlijk overkomt. Evenals dat van de andere gasten die tussen alle perikelen onverstoorbaar verder gaan met hun maaltijd.

Maar goed, gelukkig staat de gedode broer als een zombie op uit het graf. Niet alleen om als de ‘traditionele’ zombie de levenden aan te vallen om zijn honger te stillen, maar vooral om een gevecht met zijn broer aan te gaan. Dat zich vervolgens afspeelt met talrijke slagen en trappen, zodat de liefhebbers van oosterse gevechtskunsten hun hart kunnen ophalen. Als tenminste ook hier niet zwaar getild wordt aan de meligheid en het opzettelijk amateurisme dat de boventoon voert. Hoewel beide broers onder luid geschreeuw en gekrijs er flink tegen elkaar op los gaan, blinkt het een en ander – niet zo gek overigens als je enkel nog maar de witte band hebt – niet bepaald uit en wordt er ook menigmaal duidelijk flink naast geslagen of aanzienlijk misgetrapt. Dit is overigens geen beletsel geweest om bij al het gekick en gemep toch het geluid van klappen of trappen te laten horen alsof het enkel om voltreffers gaat die de broers afleveren. Zoals duidelijk zal zijn is enig serieus knokwerk daarmee niet in het minst te verwachten.

De diverse horrortaferelen zullen dan ook nauwelijks enige rilling oproepen. Er vinden zombiegetrouw wel wat bloederige en ranzige taferelen plaats: een uitgetrokken oog, ook een uitgetrokken – daar lijkt het tenminste op – ruggengraat, wat gekots her en der, wat getrap onder de gordel en wat bijtwerk en soortgelijk spul. En tijdens het geknok tussen de broers vliegen er ook wel wat bloedspetters in het rond en worden er wat ledematen losgerukt. Door alle opzettelijke stunteligheid zal dit enkel op de lachspieren werken. De tussentijdse visuele en verbale grappen die in deze film de revue passeren werken daar aan mee. Her en der weliswaar een beetje te melig en enigszins flauwtjes, maar door alle voortdurend voorbijkomende onzinnig- of stompzinnigheid die op alle fronten centraal staat is de nodige geslaagde humor duidelijk aanwezig.

Althans voor degenen die een dergelijke melige aanpak of wellicht satirisch-humoristische insteek kunnen waarderen. Want met welke bedoelingen deze ‘Rotten Shaolin Zombies’ ook gemaakt is, enige serieuze bedoelingen kunnen er niet achter gezeten hebben. De meeste zorg en aandacht is zo te zien nog uitgegaan naar de beeldkwaliteit en naar de make-up voor het uiterlijk van de zombiebroer. Ook maakt de film een low-budget indruk dat waarschijnlijk heeft bijgedragen aan de korte speelduur van 23 minuten. Begrijpelijkerwijs ligt het tempo daarom hoog en komen er in rap tempo slecht vormgegeven actie en gore en slecht acteerwerk in combinatie met tal van grappen voorbij. Voor een productie als dit zal voor de meeste kijkers gelden dat het aanspreekt of niet. De liefhebbers van enkel het indringende horrorwerk of van serieuze vechtfilms hoeven voor Wasylkiws film geen enkele moeite te doen. Voor degenen die echter wel openstaan voor een enigszins experimenteel overkomend opzettelijk amateuristisch en al dan niet satirisch vormgegeven productie ten aanzien van het zombie- en kungfu genre valt er bij deze film om alle onzinnigheid meer dan genoeg te lachen.

Frans Buitendijk