Rurôni Kenshin: Legend of Kyoto – Rurôni Kenshin: Meiji Kenkaku Romantan (1999)

Regie: Kazuhiro Furuhashi | 875 minuten | actie, drama, komedie, animatie | Acteurs: Mayo Suzukaze, Masanori Ikeda, Miina Tominaga, Mika Doi, Miki Fujitani, Yoshito Yasuhara, Yuji Ueda, Akio Nojima, Akio Ohtsuka, Chieko Honda, Chisa Yokoyama, Hidenobu Kiuchi, Hideshi Takemoto, Hidetoshi Nakamura, Hiroko Kasahara, Hiroshi Takahashi, Hirotaka Suzuoki, Ikuo Nishikawa, Junichi Inoue, Junko Iwao, Junko Takeuchi, Kaori Yuasa

Onder al het ‘Pokémon-‘ en ‘Sonic X’ geweld zul je je als animefan best wel eens lullig voelen. Waarom zendt ons land geen betere, volwassen Japanse cartoons uit? Het gros van de Nederlanders denkt bij het horen van ‘manga’ aan kinderachtige, onbegrijpelijke, suikerzoete troeteldiertjes die in chaotische situaties terechtkomen waar geen touw aan vast te knopen is. Terwijl wij arme Westerlingen worden bestookt met armzalige series, krijgen onze Japanse vrienden dagelijks de meest uiteenlopende animes voorgeschoteld die vaak van veel betere kwaliteit zijn. Zucht. Zij wel.

‘Rurôni Kenshin: Legend of Kyoto’ pakt de draad weer op waar de vorige serie ophield. In ‘Rurôni Kenshin: Wandering Samurai’ maakte we al kennis met de samoerai Kenshin Himura (Susukaze), een zachtaardige man met een inktzwart verleden. Voordat Himura ging zwerven was hij een meedogenloze moordenaar in overheidsdienst. Om zijn leven zin te geven probeerde Himura een leven op te bouwen waarin hij zijn zwaard enkel gebruikte om mensen mee te beschermen. Maar zoals dat zo vaak gaat, blijft het verleden je achtervolgen. Zo ook bij Kenshin. Op het einde van de eerste serie zagen we hoe Kenshin afscheid nam van miss Kaoru en naar de stad Kyoto vertrok. Kyoto ligt in puin sinds een moordlustige clan onder leiding van Shishio (Kiuchi), een tweede revolutie wil ontketenen. De regering doet weer een beroep op Kenshin, die deze opdracht aanvaardt. Ook al zal dat naar alle waarschijnlijkheid zijn menselijkheid kosten.

Mensen die bekend zijn met de eerste cartoonserie rond de getormenteerde ronin, zullen zich snel weer thuis voelen. De vertrouwde animatie en vreemde humor zijn weer terug. Toch valt op dat naarmate de reeks vordert dat er steeds minder humor in de serie zit. De tweede reeks rond de ‘battousai’ is veel serieuzer en dreigender van toon. Dat ligt geheel aan de verhaallijn die anders van opbouw is dan ‘Wandering Samurai’. De voorganger had een veel lossere vertelstructuur, omdat het verhaal veel vrijheid had. Vanaf de aankomst van Kenshin bij de dojo van Kaoru werd duidelijk dat hij er niet lang zou blijven. De vraag was alleen wanneer hij dan zou vertrekken. In de tweede serie, ‘Legend of Kyoto’, draait het geheel om Kenshin’s tocht naar de stad waar een groep tegenstanders op hem wachten. In feite zou je denken dat deze tweede reeks puur actiegericht is, maar dan doe je deze opvolger zwaar tekort.

De kracht van de ‘Rurôni Kenshin’ delen zit in de mix van verschillende genres. Iedereen kan wel iets van zijn/haar gading vinden in de films en tv-serie. Romantiek, humor, actie en drama: al deze elementen worden op een bevredigende manier uitgewerkt. De origine van het personage Kenshin Himura, ligt in twee animes. Deze tekenfilms zijn in het Westen beter bekend onder de naam ‘Samurai X’. Ondanks de vele overeenkomsten tussen de films en de series zijn er ook verschillen. In de films zit geen humor en draait het vooral om actie en romantiek. De tv-serie is luchtiger van toon door komische momenten. Toch heeft deze komische verstrooing geen invloed op de inhoud. In de kern is ‘Rurôni Kenshin’ een tragische dramafilm. Zowel in de films als in de serie. Het dualisme in Kenshin Himura’s karakter staat op de voorgrond, de rest is bijzaak.

Regisseur Kazuhiro Furuhashi verweeft het drama op een mooie manier in zijn verhaal. In plaats van zich erg sterk te focussen op de tragiek achter het hoofdpersonage, laat hij de innerlijke strijd van Kenshin subtiel doorschemeren. De bezorgdheid van Sanosuke, Yahiko en Kaoru om hun vriend Kenshin laten je continu weten dat de zachtaardige man uit de tv-serie om erg duister verleden heeft. Maar ook Kenshin zelf die door zijn norse gedrag zijn vrienden van zich afstoot, laat het gevecht om het behoud van zijn menselijkheid zien. Deze passages nemen weinig tijd in beslag, maar laten aan duidelijkheid niets te wensen over. Dat is zeer indrukwekkend en het is bovendien een verademing om te weten dat je ook zonder ellenlange gesprekken en monologen zoveel diepgang kunt verkrijgen. Daar kunnen veel (Amerikaanse) regisseurs iets van leren.

Je raadt het al. Ook de tweede reeks rond Kenshin is weer bijzonder volwassen en interessant. Sterker nog: deze opvolger is zelfs beter dan de eerste serie. Dat is geheel te danken aan de strakkere verhaallijn. Alle afleveringen sluiten veel beter op elkaar aan en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Moeilijk te verklaren is dat niet, omdat het in ‘Legend of Kyoto’ gaat om de man-tegen-man gevechten tegen Shisio’s clan. In elke episode nemen Kenshin en zijn vrienden het op tegen één van Shishio’s mannen. Totdat Kenshin tegenover Shishio komt te staan, het eindgevecht dus. Regisseur Furuhashi staat niet alleen in dramatisch opzicht zijn mannetje, ook de gevechtsscènes kan hij prima aan. De actie wordt erg flitsend in beeld gebracht. Wat die passages extra interessant maakt is de onvoorspelbaarheid daarvan. Je kunt bij voorbaat niet voorspellen wie de winnaar wordt. Alle tegenstanders zijn aan elkaar gewaagd en vaak verandert het verloop van de strijd op een totaal onverwachte manier. En dat komt de intensiteit van de serie alleen maar ten goede.

Een ander punt waar ‘Legend of Kyoto’ op scoort, is in de karakteruitdieping. De serie kent een heleboel nieuwe personages, waaronder Shishio en zijn clan. Elk figuur wordt uitgediept, soms minimaal, en dat maakt de vechtpartijen net iets interessanter omdat de tegenstanders allemaal hun eigen motieven hebben. Sommige drijfveren van de ‘bad guys’ zijn minstens zo inleefbaar als de motivatie achter de daden van Kenshin’s vrienden. De dunne scheidslijn tussen goed en kwaad maakrt de serie juist zo interessant. Wat ook een speciale vermelding verdient zijn de karakterontwerpen. De verhaalijn is dan wel gebaseerd op ware gebeurtenissen en personages, maar de manier waarop de karakters tot leven zijn gewekt is erg fantasierijk. De hele serie lang wordt je getrakteerd op de meest extravagante personages. Van een soort vleermuisachtige bommengooier tot aan een blinde samoerai met een schildpaddenschild op zijn rug, maar ook de hoofdpersonages als de roodharige, androgyne Kenshin en de gemaskerde Shishio zijn een lust voor het oog. De felle kleuren en de mooie achtergrondtinten zorgen ervoor dat je je in een sprookje waant. Een heel somber en gewelddadig sprookje, maar toch. De soundtrack van de serie is naar goed gebruik weer even wennen. De typische Japanse popmuziek komt in het begin zeer bevreemdend over, maar na verloop van tijd weet je niet beter en probeer je maar mee te neurie-en met de aanstekelijke deuntjes.

Na het lezen van bovenstaande tekst zul je wel begrepen hebben dat deze tweede serie in de ‘Rurôni Kenshin’-saga weer van een bijzonder hoog niveau is. Het is eeuwig zonde dat dergelijke animes nooit in ons land worden uitgezonden. Maar inspiratieloze filmische bagger als ‘Pokémon’ wel. Volwassen tekenfilms zullen hier nooit geprogrammeerd worden, lijkt het wel. Zucht. Anime-fans weten wat ze te doen staat. Importeren of emigreren.

Frank v.d. Ven