Saw III (2006)

Regie: Darren Lynn Bousman | 107 minuten | horror, thriller, misdaad | Acteurs: Tobin Bell, Angus Macfadyen, Dina Meyer, Kim Roberts, Shawnee Smith, Bahar Soomekh, Mpho Koaho, Barry Flatman, Lyriq Bent, J. LaRose, Debra McCabe, Costas Mandylor, Niamh Wilson, Alan van Sprang, Kim Roberts, Kelly Jones, Vincent Rother, Donnie Wahlberg

Als de ‘Saw’-serie het bij een trilogie zou houden, zouden we kunnen concluderen dat er met enige “waardigheid” afscheid is genomen van dit interessante, doch enigszins problematische, concept van de gestoorde crimineel die zijn slachtoffers morele levenslessen geeft middels fantasievolle martelsituaties.

De film is alvast een stuk beter te verteren en te genieten dan deel twee, dat gehinderd werd door een overvloed aan tamelijk oninteressante personages, die zich in een weinig enerverend verhaal voortbewogen. ‘Saw III’ heeft een efficiëntere verhaallijn – met een focus op slechts twee grote verhaallijnen – en legt daarnaast de lat weer een stuk hoger wat betreft gruwelijke moorden, of onfortuinlijke situaties met dodelijke afloop, zoals meesterbrein Jigsaw het waarschijnlijk liever zou verwoorden. De “gorehound” of rassadist komt in ieder geval optimaal aan zijn trekken.

Hoe deze film in Amerika aan de NC-17 keuring – de meest zware keuring – is ontkomen, mag een raadsel heten. De opeenstapeling van martelscènes, hun waanzinnige, over-de-top karakter, en de steeds trivialer wordende “zonden” van de slachtoffers, gaan op een gegeven moment zó ver, dat je er als kijker gewoon melig van wordt. Oh, daar wordt weer een vrouw in een met messen uitgerust harnas gehesen die haar hand in een pot zoutzuur moet stoppen om de sleutel voor het apparaat te vinden. In een andere scène is iemand met verschillende lichaamsdelen vastgeketend aan het plafond en de wanden om hem heen: middels een haak door zijn achillespezen, schouders, en een fijne ring door zijn onderkaak. Aan hem de taak om zichzelf van de ketenen, waarmee hij in de gevangenis ook kennis heeft gemaakt, te verlossen voordat zijn lichaam met een explosief uit elkaar knalt. Ook is er een hilarisch apparaat waarbij een man dreigt te verdrinken in gepureerde kadavers van varkens.

En wanneer er een fijne hersenoperatie voorbijkomt, waarbij boren en zagen uiteraard een vereiste zijn, kun je een glimlach toch niet onderdrukken. De onwaarschijnlijke situaties die worden gecreëerd, puur en alleen met het oogpunt om zoveel mogelijk ingewanden en uit elkaar getrokken ledematen te kunnen tonen, moeten haast wel op de lachspieren gaan werken. Serieus kun je het immers allemaal moeilijk nemen. Jigsaw lijkt inmiddels ook een beetje omhoog te zitten met begrijpelijke motivaties voor zijn slachtofferkeuzes. Zo wordt het de dokter die één van de hoofdrollen speelt in ‘Saw 3’ aangerekend dat, hoewel ze door haar werk zich vaak tussen dode mensen bevindt, ze zich in haar relatie met haar man mentaal als dood gedraagt.

En dus moet ze maar even Jigsaws levensbedreigende test ondergaan om echt voor het leven te kunnen kiezen. De mannelijke hoofdrolspeler in de film heeft vervolgens als zonde dat hij de dood van zijn zoontje, die is aangereden door een man die al vrij snel op vrije voeten is gesteld, niet kan verwerken, en dat hij wraak wil nemen op de dader en alle betrokkenen. Dit laatste is op zich een interessant gegeven, maar blijkt uiteindelijk ook slechts een excuus te zijn om toch maar zoveel mogelijk martelingen te tonen. De man wordt geconfronteerd met achtereenvolgens de getuige van de dood van zijn zoon, de rechter die de dader snel vrijliet, en de dader zelf. Van hem wordt gevraagd om, via pijnlijke weg, deze personen te vergeven en uit hun marteltuigen te bevrijden. Of anders zou hij opgesloten blijven in de kelders van Jigsaw. Het morele dilemma in deze man, die in eerste instantie het liefst al deze mensen ziet creperen, is boeiend, maar wordt overschaduwd door de absurde sterfscènes en het gebrek aan een bevredigende afsluiting van zijn gevoelens aan het einde van de film. Net wanneer je een emotionele reis met deze man hebt afgelegd, maakt hij een enkele wonderlijke keuzes aan het einde van deze reis. Ook is het grootste gedeelte van zijn verhaal weinig verrassend, omdat al van te voren duidelijk is wat hem te wachten staat: hij wordt geconfronteerd met steeds een andere betrokkene bij de dood van zijn zoontje, die hij vervolgens moet vergeven of berechten. Daar komt bij, dat de angst die we voor zijn leven voelen, niet erg groot is. De gevolgen voor hem wanneer hij de opdrachten niet goed vervult zijn niet echt voelbaar. Al zijn de gevolgen voor “zijn” potentiële slachtoffers wel degelijk een bron van angst, spanning, of vermaak, al naar gelang de insteek van de kijker.

De verschillende gruwelijkheden in al hun “openhartigheid” vormen waarschijnlijk de grootste pluspunten van de film. Dat en de poging er toch wat interessante inhoud in te brengen, al blijkt dit op een dood eind uit te lopen. Ook blijft Tobin Bell een intrigerende meesterschurk, een man die aan zijn stem en enkele gezichtsuitdrukkingen meestal al genoeg heeft voor zijn vertolking van een ijzige, intelligente man. Jammer is het dan, dat er gepoogd wordt om de man tot een soort antiheld te maken. Of kwalijker, tot een moreel verantwoorde held. Via een hoop flashbacks en plotinvullingen van de vorige twee ‘Saw’-films moet duidelijk worden dat Jigsaw eigenlijk niet zo’n kwade vent is, en dat het werkelijk al die tijd zijn bedoeling was om zijn testpersonen een waardevoller leven te laten lijden. Het voelt echter aan als een flauwe manier om enerzijds plotgaten van de vorige films op te vullen en alles wat moreel krom was toch nog te proberen recht te trekken, terwijl het duidelijk is dat, wat de motieven van Jigsaw ook geweest zijn, hij er wel degelijk een genoegen in schiep zijn testpersonen te martelen. De demystificatie en afwimpeling van zijn kwade geest is een slechte keuze. Enerzijds is het een klap in het gezicht van de kijker die de gruwelijkheden toch eigenlijk ook best amusant vond en zich nu schuldig moet gaan voelen, en anderzijds is het een twijfelachtige poging van de makers om zowel de sadist als de moralist te kunnen uithangen.

Dat gezegd hebbende zijn de slanke verhaallijn en het tempo aangenaam, en is de flitsende MTV-montage, die begeleid gaat met het metalen geluid van messen, dit keer beter op zijn plaats dan voorheen. Het belangrijkste blijft echter dat de sterf- en martelscènes genoeg aanwezig zijn, en extreem genoeg om zelfs de meest doorgewinterde horrorfanaat even weg te doen kijken. Mensen voor wie dit als aanbeveling geldt, zullen waarschijnlijk weinig geven om inhoudelijke bezwaren. De kijkers van deze serie weten waarvoor ze komen, en worden hier op hun wenken bediend.

Bart Rietvink

Waardering: 2.5

Bioscooprelease: 4 januari 2007