Say It Isn’t So (2001)

Regie: J.B. Rogers | 95 minuten | komedie, romantiek | Acteurs: Chris Klein, Heather Graham, Orlando Jones, Sally Field, Richard Jenkins, John Rothman, Jack Plotnick, Eddie Cibrian, Mark Pellegrino, Brent Hinkley, Henry Cho, Richard Riehle, Brent Briscoe, Ezra Buzzington, Julie White  

Peter en Bobby Farrelly tekenden voor de productie van deze film, hun protégé Rogers voor de regie. Hoewel deze assistant director van Farrelly-films als ‘Dumb & Dumber’ en ‘There’s Something About Mary’ duidelijk heeft gekeken naar zijn leermeesters, spettert zijn regie-debuut niet van het scherm af.

Toch begint de film aardig. ‘American Pie’-acteur Klein vertedert als dolverliefde tiener die in Jo zijn droomvrouw ziet; de dame die hem over zijn hele lichaam kippenvel bezorgt. Met zijn droopy eyes blikt hij in de camera en is hij één brok zachtaardigheid  de schat schrijft zelfs gedichten voor dieren. Helaas blijft hij gedurende de hele film even engelachtig om zich heen turen. Zélfs op de momenten dat hij woedend zou moeten zijn.

Bij dit eendimensionale watje steekt Graham bijzonder gunstig af. De rollergirl uit Boogie Nights is vurig, grappig en gevoelig en slaagt er met haar twinkelende ogen zelfs in om meervoudig Oscar-winnares Sally Field naar de achtergrond te verdringen.  En dat terwijl Field toch echt alles uit de kast haalt om als Jos white trash-mum de show te stelen. Big is haar hair, felroze zijn haar lippen en, oh, wat glimmen haar polyester-outfits. Hoewel zij bij vlagen grappig is, heeft ze het gewoon niet en laat ze geen onuitwisbare indruk achter.

Is de film in het begin best aardig, vanaf het moment dat Gilly Jo achterna reist, komt de klad erin. Rogers trekt een blik freaks open en stapelt de ene absurde gebeurtenis op de andere. De knipoog naar films als ‘Wayne’s World’ en ‘Bill & Ted’s Excellent Adventure’ is duidelijk. Ook is de humor even wreed en ranzig als in de gemiddelde Farrelly-creatie. In tegenstelling tot het eerste gedeelte van de film, waarin Rogers grappen (bijna) even onvoorspelbaar zijn als die van de Farrellys, ruik je in het middenstuk de clou al van verre. Zo laat Gilly zich verleiden tot een vlucht met een beenloze piloot. Losjes vraagt hij aan de vliegenier hoe hij zijn benen heeft verloren. Tijdens een vlucht die ik als militair uitvoerde, onthult de piloot. Gilly is flabbergasted, de kijker totaal niet. Overigens leeft de film aan het eind wel iets op. Vooral de scène waarin Gilly op bijzonder wal-ge-lijke wijze kennismaakt met een kudde koeien werkt op de lachspieren

‘Say It Isn’t So’ is best een vermakelijke film. Althans voor liefhebbers van ranzigheid en absurditeit. Een topfilm is het echter niet. Daarvoor is de dosis voorspelbare humor te groot.

Patricia Jacob