Scabbard Samurai-Saya-zamurai (2010)

Regie: Hitoshi Matsumoto | 103 minuten | komedie | Acteurs: Jun Kunimura, Masatô Ibu, Itsuji Itao, Ryô, Tokio Emoto, Rolly, Satoru Jitsunashi, Sea Kumada, Takaaki Nomi, Motohiro Toriki, Kazuo Takehara, Yoshinobu Shigemura, Akinori Ando, Takumi Matsumoto, Hiroshi Noguchi

De regisseur van ‘Scabbard Samurai’ (2011), Hitoshi Matsumoto, is in Europa geen bekende naam, maar in Japan is hij een grote mediapersoonlijkheid te vergelijken met Takeshi Kitano. In 1982 debuteerde hij samen met Masatoshi Hamada als het komisch duo Downtown, één van de meest populaire en invloedrijke komedie acts van Japan. Momenteel is hij naast stand-up comic ook regisseur, schrijver, televisiepresentator en is hij te zien in reclames. Alles wat Matsumoto maakt wordt in Japan gulzig verslonden en vanzelfsprekend is de verwachting dat hier de markt ook klaar is voor het genie van Matsumoto, of tenminste dat specifieke deel van de filmliefhebbers die regelmatig verder durven kijken dan Hollywood.

En is die hoop terecht? Dat zou wat betreft ‘Scabbard Samurai’ nog weleens kunnen tegenvallen. Het verhaal gaat over Samurai Nomi die na de dood van zijn vrouw er voor kiest geen zwaard meer te dragen en daardoor de erecode van de Samurai en zijn clan schendt. Nomi is vogelvrij verklaard en wordt op de hielen gezeten door een aantal figuren die het midden laten tussen huurmoordenaar en premiejager. Ondertussen probeert zijn dochtertje hem bij te houden wanneer Nomi weer eens de bossen in vlucht na een mislukte aanval op zijn leven. De aanvallers worden schriftelijk geïntroduceerd met hun naam en bijnaam wat meestal een indicatie is dat zij en hun “typische persoonlijke eigenschap” een sleutelrol hebben in de plot. Dit is echter hier niet het geval. Dat eentje een chiropractor killer is, is gewoon een grap: hij “breekt” Nomi’s nek, maar Nomi is in de volgende scène weer springlevend. Ook overleeft Nomi een aanval met een mes in de rug en een kogel in het hoofd. In het vervolg van de film fungeren deze personages voornamelijk om wat commentaar te geven bij de wendingen in het verhaal. Grappig en bevreemdend, maar een sterke opener is het niet.

Wanneer Nomi eenmaal gevangengenomen is, volgt het verhaal een Sheherazade-achtige vertelling waarin Nomi 28 dagen krijgt om de depressieve zoon van het hoofd van een Samurai clan aan het lachen te brengen; elke dag krijgt hij één kans om een geslaagde grap te maken. Wanneer de 28 dagen om zijn en de jongen heeft geen enkele keer gelachen, dan moet Nomi alsnog seppuku, oftewel rituele zelfmoord, plegen.

‘Scabbard Samurai’ wijzigt nu de schijnbaar verhalende vorm van de openingsscènes, naar een opzet die bij uitstek geschikt lijkt voor een regisseur die zijn wortels heeft als grappenmaker en die meer gewend is aan een sketch-achtige benadering zonder teveel cinematografische poespas. Wat volgt zijn 28 grappen die hopelijk leuk genoeg zijn om de zoon, maar in ieder geval de kijker, aan het lachen te brengen.  En of ‘Scabbard Samurai’ daarin slaagt is behalve een kwestie van smaak ook ten zeerste een kwestie van cultuur.

Daarmee is niet gezegd dat Japanse humor onbegrijpelijk is voor de Nederlandse kijker, want er zijn talloze voorbeelden te noemen die het tegendeel bewijzen en ook ‘Scabbard Samurai’ weet met voornamelijk de verbale grappen af en toe raak te schieten. Echter veel van de pogingen die Nomi onderneemt om zijn eigen leven te redden vallen in de categorie leedvermaak, een genre die vooral op de Japanse televisie populair is om afgebuffelde Japanse zakenmannen wat stoom te laten afblazen; en wat is er dan leuker dan iemand te treiteren door hem in zijn neus te poeren met een puntige doek of hem met zijn hoofd vooruit door een aantal kartonnen wanden te laten rennen?

Maar misschien wilt Hitoshi Matsumoto hier wel helemaal niet grappig zijn, misschien is de compleet lethargische jongen wel het figuurlijke evenbeeld van de afgestompte kijker voor wie het niet extreem genoeg kan. Het zou een verklaring kunnen zijn voor het onconventionele einde, maar dat maakt de film niet geslaagder. Nomi slaat zich als het prototype sukkel door een serie van handelingen heen die soms zeer flauw, soms vernederend en soms pijnlijk zijn. De grap waarin Nomi door een kanon wordt afgeschoten en plat op het water belandt, lijkt Matsumoto bijzonder geslaagd te vinden. Hij laat de pijnlijke landing van Nomi meerdere keren in beeld komen, alsof we er geen genoeg van kunnen krijgen. Uiteindelijk weet Nomi’s laatste “grap” op een verrassende manier de jongen in beroering te brengen, het gaat echter te ver om deze verwijzing naar vervlogen erecodes uit premoderne tijden nu als origineel en scherpzinnig te beschouwen.

‘Scabbard Samurai’ is het kijken waard, maar weet noch als simpele dijenkletser, noch als bedachtzame arthouse film, of een combinatie van de twee, echt te bevredigen.

Alberto Ciaccio

Waardering: 3

Bioscooprelease: 17 januari 2013
DVD-release: 5 maart 2013