Sea Monsters: A Prehistoric Adventure (2007)

Regie: Sean MacLeod Phillips | 40 minuten | animatie, avontuur, documentaire | Met: Jerry Hoffman, Jennifer Aguilar, Michael Ashcroft, Paul Burmaster, Albert J. Burnes, Daniel Coldham, Toni Dodd, Derek Gamble, Chris Glaze, Curtis Hawkins, Cheryl Hunter, C.J. Johnson, Efi Kamara, Doug Kisgen, Chris Koeberl, Kathleen Leighton, Brian Lemmons | Originele stemmencast: Michael McConnohie, Liev Schreiber | Nederlandse stemmencast: Chris Zegers

Al sinds de eerste fossielen uit de donkere aardkrochten tevoorschijn kwamen, spelen prehistorische reuzenreptielen een prominente rol in de menselijke verbeelding. Ze inspireren, fascineren en imponeren, met name omdat ze zo verschillen van de meeste wezens die vandaag de dag de aarde bevolken. De filmwereld heeft hier altijd al handig op ingespeeld. Spektakelfilms als ‘King Kong’ of ‘Jurassic Park’ en zijn opvolgers trokken allemaal volle bioscoopzalen. Ook een serie als ‘Walking with Dinosaurs’ trok in 1999 een grote schare tv-kijkers. De National Geographic Society, befaamd om zijn fraaie en meeslepende natuurdocumentaires, vond het anno 2007 ook tijd om met de documentaire ‘Sea Monsters: A Prehistoric Adventure’ een stevige duit in het zakje te doen.

Ruim tachtig miljoen jaar geleden was het midden van de Verenigde Staten geen gigantische landmassa, maar een grote zee waar kolossale wezens rondzwommen. Wezens die vaak ook behoorlijk angstaanjagend moeten zijn geweest. Neem bijvoorbeeld de Xiphactinus: dit was een vier meter lange vis, uitgerust met een rij lange, mesachtige tanden. Ook de diverse prehistorische haaien waren vervaarlijke rovers. Aan de top van de voedselketen stond echter Tylosaurus, een reusachtig zeereptiel met een net zo grote eetlust. Met ‘Sea Monsters: A Prehistoric Adventure’ proberen de makers deze wonderlijke, vaak spectaculaire wezens op het witte doek weer tot leven te wekken.

In principe bestaat ‘Sea Monsters: A Prehistoric Adventure’ uit twee, elkaar overlappende verhaallijnen. Het ene deel richt zich vooral op het werk van Charles H. Sternberg en de vele fossielen die deze man in de negentiende en twintigste eeuw heeft ontdekt. De tweede verhaallijn volgt een gezin middelgrote zeereptielen op hun gevaarlijke queeste door de prehistorische wereldzeeën. Gevaar ligt constant op de loer, want de Tylosaurus en de scholen voorhistorische haaien zien een smakelijke Dolichorhynchops altijd wel zitten. De verhaallijn over de fossielenjacht van Sternberg en consorten bevat veel interessante wetenschappelijke informatie, maar lijdt wel onder het wat houterige acteerwerk. Het was beter geweest om dit deel van de film in een zuivere documentairevorm te gieten en bijvoorbeeld moderne paleontologen commentaar te laten geven op de ontdekkingen die de basis vormen voor het monstergedeelte van de prent.

Op de momenten dat we het vasteland verlaten en ondergedompeld worden in de diepblauwe oceaan, wint de film aan kracht, intensiteit en spektakel, zonder overigens zijn educatieve waarde te verliezen. De zeewezens zijn mooi vormgegeven en lijken zeker in de driedimensionale versie soms regelrecht je huiskamer binnen te zwemmen. Toch kunnen de computeranimaties (de Tylosaurus uitgezonderd) slechts zelden wedijveren met de dinosauriërs en zeedieren die in de BBC-series ‘Walking with Dinosaurs’ of ‘Sea Monsters: A Walking with Dinosaurs Trilogy’ hun opwachting maken. De dieren in ‘Sea Monsters: A Prehistoric Adventure’ zijn net wat stijver en minder realistisch dan hun Britse evenknieën. Met een speelduur van ongeveer veertig minuten is het oerepos van National Geographic bovendien erg snel afgelopen.

Ondanks de bovengenoemde schoonheidsfoutjes is ‘Sea Monsters: A Prehistoric Adventure’ een bovengemiddeld interessante en bij vlagen spectaculaire documentaire. Met het bekende brilletje op kan de film in 3-D zelfs uitgroeien tot een kijkspektakel voor het hele gezin. Toch komt de film inhoudelijk en visueel net iets te kort om betiteld te kunnen worden als een echte genretopper.

Frank Heinen