Shadow of the Thin Man (1941)

Regie: W.S. Van Dyke | 97 minuten | komedie, romantiek, misdaad | Acteurs: William Powell , Myrna Loy, Barry Nelson, Donna Reed, Sam Levene, Alan Baxter, Henry O’Neill, Dickie Hall, Stella Adler, Loring Smith, Joseph Anthony, Lou Lubin, Louise Beavers

Dat twee totaal uiteenlopende genres in één film heel goed samen kunnen gaan, bewijst de ‘Thin Man’ serie. In deze filmfranchise wordt een goede balans gevonden tussen comedy en suspense. En hoewel er een klein dozijn films rond ‘Thin Man’ zijn gemaakt, vertoont de formule nog geen sleetse plekken.

In ‘Shadow of The Thin Man’ keert de Thin Man, gespeeld door Powell, terug. Eigenlijk heet de detective uit de gelijknamige titel geen Thin Man, maar luistert hij naar de naam Nick Charles. De speurneus is getrouwd met de lieftallige Nora (Loy) en het stel heeft samen een schattig zoontje. Charles lijkt echter meer belangstelling te hebben in alcohol en paardenraces. Dankzij Nora blijft de geniale detective toch op het goede spoor. Het duo geniet van een welverdiende rust, totdat ze plotseling moeten opdraven om een moord op te lossen.

Als je verwacht te maken te hebben met een spannend detectiveverhaal dan kom je bedrogen uit. Hoewel de ‘whodunnit’ factor flink omhoog wordt gestuwd als er een tweede en derde moord wordt gepleegd, overheerst steevast het komische aspect van de film. De makers focussen zich vooral op het grappige kibbel tussen Nick en Nora. En het moet gezegd worden: dat is bijzonder leuk.

Powell en Loy zijn namelijk perfect op elkaar ingespeeld. Er is overduidelijk chemie tussen de twee en verbaal zijn ze aan elkaar gewaagd. Wat het komische gehalte van de film nog wat verder verhoogd, is het script. De scriptschrijvers zijn namelijk de hofleveranciers van The Marx Brothers. Wie bekend is met die komiekenclub weet wat hij of zij kan verwachten: ridicule slapstick situaties, spitsvondige woordgrappen en bizarre situaties. Ook in ‘Shadow of the Thin Man’ stikt het van het vrolijke absurdisme.

Zo besteedt de film op de meest onverwachte momenten veel aandacht aan grappen die uit het niets lijken te komen. Een voorbeeld: Tussen het speuren door gaat Nick met zijn zoontje naar de kermis. Als het joch in de draaimolen zit, smeekt hij zijn vader om op een attractie te zitten. En hoewel Nick behoorlijk ziek is, doet hij het toch. Je hoort ondertussen bijzonder irritante kinderen de spot drijven met de ‘stoere’ detective en ja, dan kan hij niet weigeren.

De kindertjes voldoen aan moddervette clichébeelden, zo zit er een dik meisje met rossig haar en een vervelend jongetje met jampotbril en hazelip af te geven op Nick. Ondertussen schakelt het camerawerk geregeld over naar de ‘visie van Nick’ waar je een heftig schuddend, dubbel beeld krijgt te zien. Deze scène duurt zo’n vijf minuten en zit verweven tussen een gruwelijke moordzaak. De luchtigheid en absurditeit waarmee de film is opgebouwd, zorgt ervoor dat het moordmysterie nooit zwaar op de hand is.

Wat de humor in ‘Shadow of the Thin Man’ ook zo genietbaar maakt is de onschuld ervan. Er worden geen mensen gekwetst of beledigd. Het merendeel van de grappen is lichamelijk en heerlijk onnozel. Denk aan quotes als : “Cabbie, follow that car!” En als de chauffeur vervolgens: “Yes ma’ am!” antwoord, rijdt hij er als een speer vandoor. Zonder passagier uiteraard. Hoewel de grappen dan wel een baard mogen hebben, deze film dateert alweer uit 1941, worden de kwinkslagen op een smakelijke manier opgevoerd.

De komische timing van Loy en Powell is perfect, maar wat minder goed uit de verf komt zijn de overige castleden. Het acteerwerk is houterig en statig. Het lijkt vaak net alsof de acteurs zelf niet weten wat ze moeten doen. Terwijl de ene helft van de cast nogal plechtig en theatraal acteert, zie je de overige acteurs nogal schmieren.

Echt irriteren doet het spel van de cast nooit, want de film is volgepropt met vreemde vondsten en plotwendingen. Toch kun je je er niet van weerhouden dat de film wel heel erg leunt op de chemie tussen de hoofdpersonen. Een wat gemotiveerdere cast was zeker geen overbodige luxe geweest. Alleen Nelson weet nog op te vallen als incompetente politieman.

Het hondje Asta verdient een speciale vermelding. Het diertje zorgt voor veel grappige scènes waarin hij de show steelt. Het beest reageert als een echt mens op verschillende situaties, wat maar aangeeft hoe goed het dier getraind is door de stuntmensen.

Naast de comedyfactor, probeert de film ook detectivefans aan te trekken. De moorden volgen elkaar in hoog tempo op. Omdat de slachtoffers buiten beeld worden gehouden, wordt de film nooit gruwelijk. De ontknoping van de moord is echter op zo’n belachelijke en vergezochte manier uitgewerkt dat je de dader nooit kunt vinden. Qua spanning schiet deze productie dan ook echt tekort.

Waar de film wel in opvalt is in de vechtscènes. Zo zien een vette barfight en een worsteling tussen twee mannen er levensecht uit. Hoofden vallen met geweld op de grond en klappen lijken ook echt aan te komen. Het stuntwerk is levensecht, dit in tegenstelling tot de karikaturale personages.

Zoek je een leuke film vol onschuldige en melige humor, dan zit je goed met deze ‘Shadow of the Thin Man’. Met name het samenspel tussen Powell en Loy is van een ongeëvenaard niveau. Dergelijke komedies met zo’n hoog niveau en zo smaakvol uitgevoerd vind je niet meer in de bioscopen. Was vroeger dan toch echt alles beter?

Frank v.d. Ven