Shutter Island (2010)

Regie: Martin Scorsese | 138 minuten | drama, thriller | Acteurs: Leonardo DiCaprio, Mark Ruffalo, Ben Kingsley, Emily Mortimer, Michelle Williams, Max von Sydow, Jackie Earle Haley, Elias Koteas, Patricia Clarkson    

Martin Scorsese en Leonardo DiCaprio vormen samen één van de meest geslaagde regisseur/acteur duo’s van het afgelopen decennium. Na ‘Gangs of New York’, ‘The Aviator’ en veelvoudig Oscarwinnaar ‘The Departed’ is dit voor DiCaprio inmiddels het vierde werk in dienst van de vakman, en hij lijkt daarmee hard op weg om als muze van die filmmaker in de voetsporen van voorganger De Niro te treden. Die laatste behoudt met een totaal van acht samenwerkingen – waaronder ‘Raging Bull’ en ‘GoodFellas’ – weliswaar met Scorsese recht op de titel van meest succesvolle team uit de moderne filmgeschiedenis, maar heeft sinds zijn laatste film met de regisseur niet veel van betekenis geproduceerd (‘Casino’ – 1995). De dubbele rol die Scorsese speelt in de carrières van beide acteurs is daarmee nog maar eens bevestigd. Vooral gezien de keuze voor DiCaprio nu opnieuw een meesterwerk oplevert.

In psychologische thriller ‘Shutter Island’ volgen we US Marshall Teddy Daniels, die met zijn nieuwe partner Chuck (een rol die Mark Ruffalo op het lijf geschreven is) naar het titulaire eiland gestuurd wordt om een mysterieuze verdwijning te onderzoeken. Shutter Island, geografisch en logistiek gezien op een bescheiden haventje na van de buitenwereld afgesloten, herbergt een psychiatrische instelling voor geestesgestoorde criminelen (of gewoon ‘patiënten’, zoals ze door het personeel genoemd dienen te worden), die in de verschillende afdelingen experimentele therapie ontvangen. De sfeer op het eiland is vijandig en het personeel dat aangewezen is om de marshalls in hun onderzoek bij te staan, lijkt er een eigen agenda op na te houden. Het wordt dan al snel helder dat het hoofd van de medische staf, Dr. Cowley (een verwarrend kalme Ben Kingsley), hier aan de touwtjes trekt, maar vooral dat er meer aan de hand is. Zoveel maakt de strenge beveiliging van de instelling en vooral de structuur van het eiland met zijn steile rotswanden en gewelddadige wateren wel duidelijk: zelfstandig ontsnappen is hier onmogelijk. Als een felle orkaan de locatie dan vervolgens nog benauwender maakt, ontwikkelt het verhaal zich aan de hand van een reeks snelle twists en vervalt de zaak van de verdwenen vrouw naar de achtergrond, om plaats te maken voor een breder onderzoek en een mix van intrigerende en vooral beangstigende onderwerpen. Dubieuze experimentele behandelingen, geestelijke onderdrukking van psychiatrische patiënten, potentiële overheidscomplotten en zelfs een hint naar bovennatuurlijke verschijnselen, om er maar een paar te noemen. Bovendien is niets wat het lijkt en krijg je ook als kijker steeds meer moeite een onderscheid te maken tussen feit en fictie, droom en werkelijkheid.

Religie als thema is in het werk van Scorsese ook altijd terug te vinden, zij het doorgaans op de achtergrond. Zo vraagt Dr. Naehring (een prettig naargeestige bijdrage van een door Scorsese meesterlijk geïntroduceerde Max von Sydow) aan Teddy of hij in god gelooft en gebruikt de gevangenisdirecteur (Ted Levine) een aantal religieuze metaforen en vergelijkingen om het geweld van zowel de menselijke aard als de zojuist overgewaaide storm te beschrijven. Terwijl Teddy en Chuck schuilen voor de ergste fase van diezelfde storm, belanden ze bovendien in een uithoek van het eiland in een verlaten kerkje. In ieder ander verhaal kun je jezelf afvragen of dat significant is, in een film van Scorsese wordt de vraag: is het niét significant? Een groter thema daarnaast, dat altijd een bepalende rol krijg in de karakterontwikkeling van de hoofdpersoon, is schuldgevoel. Dat is al vanaf de jaren zeventig een sterke factor in films van Scorsese, en ook in zijn projecten met DiCaprio komt dat veelbeduidend naar voren. Denk bijvoorbeeld aan ‘The Departed’, waarin zijn Billy Costigan verscheurd wordt door het dubbele leven dat hij leidt, omwille van de criminele stappen die hij moet zetten om geloofwaardig te kunnen zijn in zijn undercoverrol. In ‘Shutter Island’ zijn het chronisch drankmisbruik en de demonen van een traumatisch oorlogsverleden die de hoofdrolspeler op zijn schouders moet torsen. Ook een schuldgevoel over de dood van zijn vrouw (Michelle Williams) speelt een rol, omdat hij zichzelf dat tragische ongeval verwijt en het niet kan laten rusten. Één van de redenen dat hij zich zo vastzet in het lopende onderzoek, zo blijkt later. De rusteloosheid die DiCaprio al vanaf de ferry onderweg naar het eiland aan zijn net als Billy Costigan in zwaar Bostonian sprekende Teddy meegeeft, is overigens één van de vele aspecten die je het verhaal intrekken, doordat je die deining constant met hem meemaakt. Ook hier is er meer aan de hand. Het script mag dan een bewerking van een boek van Dennis Lehane zijn, die eerder de verhalen leverde voor ‘Mystic River’ en ‘Gone Baby Gone’, deze thematische benadering maakt het zo een film die toch vooral kenmerkend is voor Scorsese. Ook de cinematografische aspecten zijn karakteristiek voor de gelauwerde regisseur, die hier opnieuw samenwerkt met Robert Richardson (na onder andere ‘The Aviator’). Zo geeft het kleurgebruik het geheel een prettige jaren vijftig impressie, waardoor het gevoel van de tijdgeest versterkt wordt en je jezelf gemakkelijk kunt verplaatsen in een onrustige wereld, waarin de Koude Oorlog het collectieve gedachtegoed bezig houdt en ontwikkelingen van ingrijpende psychiatrische behandelingen tot de verbeelding spreken. Hij slaagt er als geen ander in om de film daadwerkelijk in de tijd te plaatsen waarin het zich afspeelt. Zijn uiteenlopende methoden om de camera het verhaal te laten vertellen dragen tegelijkertijd zorg voor dat beklemmende gevoel, dat naadloos op de verwikkelingen van de plot aansluit. Dromen, flashbacks en hallucinaties van de hoofdpersoon worden haast onwaarneembaar afgewisseld met de werkelijkheid, waardoor je zowel fysiek als mentaal bij de belevingen van Teddy betrokken raakt. De scherpe montage en snelle, vloeiende overgangen (van drievoudig Oscarwinnaar en veelvoudig Scorsese-partner Thelma Schoonmaker), zorgen ervoor dat je aan het scherm gekluisterd blijft en de ontwikkelingen nauwgezet volgt. Het helpt aan de claustrofobische spanning die Scorsese projecteert, die feilloos raakt aan de beklemmende sfeer en sinistere thematiek van een film als ‘One Flew over the Cuckoo’s Nest’, over de ethiek en morele waarden van psychiatrie en de verstrekkende mogelijkheden ervan. Waar eindigt de medische verantwoordelijkheid bij het behandelen van (criminele) krankzinnigen, en waar begint een repressieve beïnvloeding van lichaam en een onderdrukkende bewerking van geest, zo stellen beide films aan de kaak. De nadruk ligt ook hier op het onheilspellende van deze vorm van therapie, niet op het genezende. Want hoever de medische wereld ook is, de menselijke psyche laat zich (nog) niet onder controle brengen.

‘Shutter Island’ is een artistiek en buitengewoon scherpzinnig mysterie, dat je van begin tot eind laat meezoeken naar een oplossing en qua intelligente thriller aan alle eisen voldoet. Een ingewikkeld en vooral overdonderend verhaal, een sterke en intense cast en een fantastische uitvoering, zoals we inmiddels gewoon zijn van het team dat Scorsese en Schoonmaker al sinds ‘I Call First’ (1967) vormen. Geen detail wordt over het hoofd gezien om het verhaal zo sprekend mogelijk te verfilmen, tot aan kleurgebruik, suggestief camerawerk en angstaanjagende soundtrack toe. Verwend als we zijn door het werk van de grootmeester zijn de verwachtingen hoog. ‘Shutter Island’ lost ze één voor één in, and then some.

Robert Nijman

Waardering: 4.5

Bioscooprelease: 18 februari 2010