Splinter (2008)

Regie: Toby Wilkins | 82 minuten | horror | Acteurs: Shea Whigham, Paulo Costanzo, Jill Wagner, Rachel Kerbs, Charles Baker, Laurel Whitsett

Stel… je bent lekker aan het kamperen met je vriend of vriendin, wanneer je plots wordt ontvoerd door een gewapende maniak en z’n drugsverslaafde vriendinnetje. Kan je dag dan nog slechter? ‘Splinter’ van Toby Wilkins laat zien dat het inderdaad nog veel, veel slechter kan.

Je zult bijvoorbeeld maar worden aangevallen door een monster dat bestaat uit lichaamsdelen van zijn (of haar?) slachtoffers. Een rondrennend stuk ledematen dus! Bovendien valt het monster ook nog eens niet in stukjes te hakken, want dan leven de afgesneden deeltjes gewoon bloeddorstig verder. Was je nu maar in je tentje gebleven…

Dit concept – dat inderdaad heel erg klinkt als John Carpenters ‘The Thing’ – speelt zich af tegen de achtergrond van een verlaten tankstation waardoor onze hoofdpersonen en hun ontvoerders geen kant op kunnen. Een aloud concept dus, want het legio films dat gaat over mensen die zich ineens in een claustrofobische omgeving bevinden en aangevallen worden door monsters is niet op twee handen te tellen. Toch is dit beproefde concept niet makkelijk uit te voeren. Het vereist immers een ijzersterke spanningsboog om de claustrofobische sfeer vast te houden en de dreiging van buitenaf voelbaar te maken. Hierin slaagt ‘Splinter’ echter meesterlijk. Kleine momenten als het op tijd dicht doen van een deur worden plotseling van levensbelang en houden je op het puntje van je stoel. Wilkins haalt het maximale uit het minimale. Met slechts zes acteurs, één locatie en een handjevol speciale effecten weet hij een film neer te zetten die van begin tot eind spannend is.

Wat daarbij zeker een extra impuls geeft aan de spanning is dat Wilkins karakters neerzet die volledig geloofwaardig zijn. Maar al te vaak bestaan de karakters in dit soort films uit inwisselbare modellen, die elke rol spelen alsof ze auditie doen voor een videoclip van 50 Cent. In ‘Splinter’ echter lijken de personages te handelen vanuit hun persoonlijkheid en dit overtuigt. Naarmate de spanning wordt opgevoerd komen de karakters steeds duidelijker uit de verf, maar ontdekken de personages tegelijkertijd ook dat ze zullen moeten samenwerken om te overleven. Dat we hier te maken hebben met drie zeer uiteen lopende types is nu eens geen pure beeldopvulling, maar een bron van dramatische spanning. Conflict gegarandeerd!

Overigens mag het monster in ‘Splinter’ er ook wezen. Alhoewel een vergelijking met ‘The Thing’ op zijn plaats is, mag gezegd worden dat Wilkins er genoeg eigen draai aan weet te geven om het origineel te houden. Jammer alleen dat er gebruik wordt gemaakt van vliegerig camerawerk en razendsnelle montage tijdens de momenten dat het monster aanvalt. Toch een beetje een goedkope truc om de special effects buiten beeld te houden. Het komt nogal onzeker over, want voor de effecten in de film hoeft regisseur Wilkins zich niet te schamen. Ze zien er overtuigend uit en nodigen hier en daar uit tot wegkijken – een scène waarin iemands arm geamputeerd moet worden met een steen ziet er in ieder geval angstvallig natuurgetrouw uit.

‘Splinter’ is een kleine film met veel overtuigingskracht. De film is niet bijster origineel en roept soms het gevoel op naar één lange scene te kijken, maar deze tekortkomingen worden ruimschoots goed gemaakt met innemende karakters, veel spannende momenten en prima smerigheid. Nu maar hopen dat de film een beetje aanslaat, ander moet Toby Wilkins weer de zoveelste slappe horror sequel regisseren en dat zou toch zonde zijn.

Sander Colin