Stalag Luft (1993)

Regie: Adrian Shergold | 105 minuten | komedie | Acteurs: Stephen Fry, Nicholas Lyndhurst, Geoffrey Palmer, David Bamber, Sam Kelly, Hugh Bonneville, Marston Bloom, Todd Boyce, Roger Hyams, Wayne Cater, Benedick Blythe, Simon Donald, Tim McMullan, Henry Webster, Pavel Bavolets

‘The Great Escape’ (1963) en ‘Stalag 17’ (1953) zijn zonder twijfel een paar van de voorbeelden voor deze merkwaardige komedie die nergens hilarisch is, maar bij tijd en wijle zelfs droevig stemmend. Een vastberaden Britse officier blijft optimistisch tunnels graven om te kunnen ontsnappen uit ‘Stalag Luft III’, een Duits krijgsgevangenenkamp. Samen met Chump Cosgrove (Nicholas Lyndhurst), zijn maat tegen wil en dank, bereidt hij poging na poging zorgvuldig voor, echter zonder aansprekend resultaat. De Duitsers weten niet beter dan dat de gevangenen proberen te ontsnappen en beschouwen het als routine om ze na de zoveelste mislukte poging in de isoleercel op te sluiten.

Dan hoort de kampcommandant (Geoffrey Palmer) van de gevangenisbewaarders dat Big F en Chump met alle gevangenen tegelijk zullen ontsnappen. Dit keer slagen de Duitsers er niet in om de gegraven tunnels te ontdekken. De commandant vreest samen met zijn mannen naar het Oostfront gestuurd te worden en smeekt Big F of ze niet met hem en de anderen mogen ontsnappen uit hun eigen kamp. Big F stemt toe en de Duitsers ontsnappen waarna de krijgsgevangenen in het kamp besluiten te blijven. Alles lijkt goed te verlopen totdat de Gestapo het kamp komt inspecteren. Big F ziet geen andere mogelijkheid dan zich voor te doen als de Duitse kampcommandant en zijn voormalige medegevangenen op te splitsen in Duitsers en Geallieerde krijgsgevangenen.

Vooral de eerste helft van de film is erg flauw en redelijk saai. Het is een ode aan illustere voorgangers en tegelijkertijd een parodie. Dit verzandt in een raar samenraapsel van grappen die niet leuk zijn en als je de verwijzingen niet kunt herkennen, is het allemaal ongetwijfeld ook nog eens onbegrijpelijk. Pas daarna komt het verhaal wat op gang en zijn er voldoende momenten die boeien.

Als de ontsnapping een feit is en de Duitsers het kamp hebben verlaten, lijkt het alsof er opeens een heel andere film begint. De komedie verliest elke humor en verandert in een bijna grimmig psychologisch drama. Dat de voormalige gevangenen en met name hun leider Big F hun medegevangenen een veel strenger regime opleggen dan de Duitsers ooit hebben gedaan om vooral een wit voetje te halen bij de Gestapo, is natuurlijk ontleend aan het boek ‘Animal Farm’ van George Orwell. Dit is erg goed gespeeld en laat overtuigend zien hoe het ongeloof van de Geallieerde krijgsgevangenen, die denken dat het toch een grapje zal zijn dat ze uitgerekend door hun medeslachtoffers zo slecht behandeld worden, langzaam plaatsmaakt voor het besef dat het serieus is. Ook het gemak waarmee mensen van slachtoffer in beul veranderen is goed gedaan. Maar of je dit nu een hilarische komedie kunt noemen…

Diana Tjin-A Cheong