Stalingrad (1993)

Regie: Joseph Vilsmaier | 134 minuten | drama, oorlog | Acteurs: Dominique Horwitz, Thomas Kretschmann, Jochen Nickel, Sebastian Rudolph, Dana Vávrová, Sylvester Groth, Karel Hermánek, Martin Benrath, Heinz Emigholz, Ferdinand Schuster, Olivier Broumis, Dieter Okras, Zdenek Vencl, Mark Kuhn, Thorsten Bolloff

Fritz, Hans, Rollo, GeGe en Otto zijn allen Duitse soldaten, maar daarmee houdt elke overeenkomst ook wel op. Of toch niet? ‘Stalingrad’ begint in het zonnige Italië. Fritz en Rollo, twee ervaren Duitse soldaten, rusten uit na de ontberingen in de Noord-Afrikaanse woestijn van El Alamein. Maar nog nauwelijks bekomen van deze zware veldslag worden ze (met ijzeren kruis, dat wel) weer doorgestuurd na een nog veel zwaardere beproeving: Stalingrad. Hitler heeft bedacht dat deze strategisch belangrijke stad móest vallen. Nog belangrijker dan de strategische waarde zou natuurlijk de symbolische overwinning zijn: de Duitsers in de stad die de naam draagt van de grote vijand.

Onder leiding van een nieuwe en onervaren luitenant, Hans, en aangevuld met verse krachten, waaronde GeGe, een jongen nog, gaat het peloton van van Fritz en Rollo oostwaarts. Al gauw blijkt dat voor het optimisme dat onderweg nog hoogtij vierde, weinig reden is. Het lijkt een kwestie van tijd voordat Stalingrad zal vallen, maar het probleem is dat dát al heel lang zo lijkt. Stalingrad valt niet, en Duitse en Russische soldaten zijn vooral kanonnenvlees voor elkaar. Al tijdens de eerste slag blijkt dat het er hier weinig toedoet hoe ervaren of hoe groen je bent. Overleven is hier een kwestie van ‘een knop omzetten’ en vooral heel veel geluk.

‘Stalingrad’ geeft indringende wijze weer hoe onbegrijpelijk oorlog is: de film zit vol met oorlogsscènes, verschrikkelijke dilemma’s en ontberingen, en vaak is het onderlinge verband niet erg duidelijk. Maar, en dat is juist zo onthutsend: dat geldt net zo goed voor de soldaten zelf. Tijdens gevechten rennen soldaten kriskras door elkaar, de meesten houden vooral hun geweer vast zonder ook maar één schot te lossen en als ze al schieten, raken ze soms nog de verkeerde ook. Kortdurende wapenstilstanden worden wreed verstoord door soldaten die meer uit angst dan uit overtuiging toch weer gaan schieten. Gewonde soldaten worden door eigen manschappen geëxecuteerd als er ook maar een vermoeden van zelfverwonding, en dus desertie, is.

Temidden van die waanzin proberen onze hoofdpersonen te overleven. Daarbij tonen ze dan weer grote moed voor elkaar, en laten ze elkaar even later net zo goed keihard vallen: alles wordt gedaan om maar in leven te blijven, en dat terwijl ze vaak al lang weten dat zijzelf ook een keer aan de beurt zullen zijn.

De ambivalente en vooral chaotische weergave van de personages en gebeurtenissen geven ‘Stalingrad’ een indrukwekkend realistische toon. Daardoor is het ook goed te verteren dat de personages in eerste instantie vrij traditioneel worden neergezet: de oude rotten (Fritz en Rollo), de onervaren luitenant (Hans) die zijn rang vooral heeft gekregen dankzij zijn afkomst, het groentje (GeGe) en de cynische depressieveling bij wie alle hoop al lang verdwenen is (Otto). Dat zijn echter slechts uitgangsposities: al snel blijkt dat het geweld en de kou op iedereen een even vernietigende werking heeft. Er is in ieder geval dus nog één grote overeenkomst: ze zitten allemaal in dezelfde hel zonder nooduitgang.

‘Stalingrad’ kent geen happy end, en dat zal geen verrassing zijn. De Duitsers leden een gevoelige nederlaag waarna de terugtocht begon. Maar is er wel sprake van een overwinnaar? Hoewel ‘Stalingrad’ zich richt op de Duitse kant, wordt wel duidelijk dat aan beide kanten grote verliezen geleden zijn. De Russen winnen deze grote slag en uiteindelijk ook de oorlog, samen met de westerse geallieerden, maar geen enkel leger kende zoveel gesneuvelde soldaten als het Rode Leger.

In ‘Stalingrad’ gaat het niet om strategische overwinningen of om historische veldslagen. ‘Stalingrad’ kijkt naar oorlog door de ogen van de gewone (Duitse) soldaat, die uiteindelijk drie keuzes lijkt te hebben, alle met hetzelfde waarschijnlijke resultaat. Desertie, overgave of doorvechten: dood ga je toch…

Daniël Brandsema