Star Wars: Episode II – Attack of the Clones (2002)

Regie: George Lucas | 149 minuten | actie, avontuur, romantiek, fantasie, science fiction | Acteurs: Natalie Portman, Kenny Barker, Temuera Morrison, Anthony Daniels, Michonne Bourriague, Ahmed Best, Silas Carson, Frank Oz, Bonnie Priesse, Jimmy Smits, Leeanna Walsman, Chirstopher Lee, Andy Secombe, Ian McDiarmid, Ewan McGregor, Joel Edgerton, Samuel L. Jackson, Pernilla August, Hayden Christensen

George Lucas moest het met heel wat kritiek stellen toen na een hiaat van 16 jaar in 1999 eindelijk een nieuwe ‘Star Wars’-film in de bioscopen kwam. De verwachtingen waren natuurlijk onrealistisch hoog en het was vrijwel onmogelijk om de impact die de originele ‘Star Wars’-films maakten op de kijker, te herhalen, maar er was ook wel degelijk het een en ander aan te merken op ‘Star Wars Episode I: The Phantom Menace’. Belangrijke personages werden naar de zijlijn gedelegeerd en konden niet echt groeien in hun rollen of een sprekende persoonlijkheid vormen. Daarnaast was het centrale verhaal weinig boeiend, waren de veldslagen tam en was de toon vaak erg “kindvriendelijk”. Gelukkig stonden daar een spectaculaire pod-race, mooi vervaardigde werelden (zowel boven als onder water), wat interessante wezens, momenten van geslaagde humor (Watto), en een aardig lichtzwaard-duel tegenover. Het vervolg, ‘Star Wars Episode II: The Attack of the Clones’, biedt meer – veel meer – van de goede dingen uit ‘Episode I’ terwijl de negatieve punten zoveel mogelijk beperkt worden. De film mist nog steeds de aanstekelijke energie en personages uit de originele trilogie, en is nog steeds gebrekkig in de verbeelding van de jonge Anakin Skywalker alias Darth Vader, maar het is zo’n spectaculaire en kleurrijke ruimtereis, dat er gewoonweg teveel te zien en te ervaren is om lang stil te staan bij de tekortkomingen. ‘Attack of the Clones’ is een belevenis.

George Lucas heeft duidelijk wat van de kritiek op ‘Episode I’ ter harte genomen. Zo krijgen “sterspelers” als Obi-Wan en Yoda beduidend meer te doen terwijl de rol van de irritante Jar-Jar tot een minimum beperkt is. Leuk is verder dat Samuel L. Jackson als Jedi Mace Windu echt in actie komt, met een funky paars lichtzwaard. Ook Natalie Portman heeft hier een veel levendigere rol. Ze raakt, als senator (Padmé) Amidala, in een romance verwikkelt met Anakin – wat in het vorige deel nog strafbaar was geweest gezien het leeftijdsverschil. Ze lacht veel, gaat een paar keer met Anakin op stap, en verandert in de laatste akte van de film zelfs in een actieheldin. Wanneer ze in een spannend gevecht in een colloseum door de klauwen van een monster ineens, puur voor het genot van de kijker, het middenstuk van haar witte gevechtspakje kwijtraakt, is ze een regelrechte filmbabe/pin-up geworden en lijkt ze (gelukkig) in niets meer op de verveelde en monotone koningin uit ‘Episode I’.

Jammer genoeg is degene met wie Padmé haar romance beleeft zo’n zeurderig en weinig charmant individu. Het is moeilijk te zeggen of het nu aan de acteur (Hayden Christensen), aan het script, of aan de regie ligt. Christensen heeft namelijk in andere films laten zien dat hij best aardig kan acteren. Maar hier komt hij over als een klein kind dat zijn zin niet krijgt in plaats van een krachtige (leerling-)Jedi in wie de duistere kant te erg begint op te komen. De woede die hij direct na de dood van een geliefde uitstraalt, is wel weer overtuigend, maar veel van wat hij zegt of doet is banaal of werkt op de zenuwen.

Gelukkig zijn dit soort episodes snel vergeten in het algehele actiespektakel dat ‘The Attack of the Clones’ is! Er is in dit deel duidelijk naar een hogere versnelling geschakeld ten opzichte van ‘Episode I’. Tussen het explosieve begin en het spetterende slot zijn er slechts spaarzame, en niet al te vervelende adempauzes, aanwezig, en de eye candy die de kijker tegemoet spat vanuit ieder hoekje, en elke achtergrond van ieder shot, is werkelijk om van te watertanden. Gecombineerd met de gierende geluidseffecten en opzwepende muziek van meestercomponist John Williams, is deze film echt een audiovisuele traktatie. Helemaal wanneer dit alles op blu-ray in glorieuze hd-kwaliteit te bewonderen is (die weer nog iets beter is dan het wat softe uiterlijk van ‘Episode I’).

Zo is er meteen al in het begin van de film een erg vermakelijke achtervolging met “speeders” in een zeer druk bevolkt luchtruim, vol met toeterende ruimteschepen en taxi’s. Niet alleen is dit een opwindende sequentie, de interactie tussen de wat onbezonnen Anakin – die speciale sluipweggetjes neemt en ineens uit de speeder springt – en voorzichtige Obi-Wan is ook nog eens vermakelijk. Maar ook de achtervolging met premiejager Jango Fett, waarbij gebruik wordt gemaakt van seismische bommen en Obi-Wan een zelfde verdwijntruc toepast als Han Solo in de originele Star Wars, is leuk om te zien. Maar Lucas heeft het lekkerste voor het laatst bewaard, met grote gevechten met monsters en Jedi-ridders in een colloseum en een persoonlijke confrontatie tussen Yoda en de schurk van de film. De gevechtspositie die Yoda inneemt vlak voor de daadwerkelijke krachtenmeting is het mooiste. Als een soort Bruce Lee, zet hij zich schrap en kijkt hij zijn tegenstander uitdagend uit. De boodschap is duidelijk: nu zul je wat beleven!

Niet alle actie is even geweldig. Soms wordt het weel heel erg videogame-achtig, met als beste voorbeeld een episode met Anakin, Padmé, en de robots C3PO en R2D2 op een lopende band van een fabriek waar robots gemaakt worden (“Robots die robots maken: hoe pervers!” grapt C3PO). De helden moeten hier voortdurend wegduiken voor omlaag komende grijparmen, bakken vol lava, of gigantische drukpersen, in een ervaring die vrijwel identiek is aan het spelen van een platform-spel. Ook de humor is soms irritant, zoals meestal wel het geval is in de ‘Star Wars’-films. Vooral de flauwe woordgrapjes van C3PO zijn vermoeiend, maar ook de bewuste knipogen naar slechte dialoog uit de originele trilogie (“I’ve got a bad feeling about this”) worden oud en maken deze niet ineens hip of postmodern.

Verhaaltechnisch gezien valt er weinig te melden anders dan dat het allemaal prima te volgen is en goed en kwaad redelijk snel te identificeren zijn. Christopher Lee speelt zijn weinig geïnspireerde rol een beetje op de automatische piloot en recyclet wel heel erg zijn personage Saruman uit ‘The Lord of the Rings’ (“My old friend…”). Het is leuk dat Obi-Wan (Ewan McGregor) een eigen onderzoeksmissie krijgt dit keer, waardoor zijn eigen kwaliteiten, autoriteit en persoonlijkheid beter naar voren komen.

‘Star Wars: Episode II – The Attack of the Clones’ is geen vlekkeloze film maar het entertainmentgehalte is gewoon zo hoog dat hier en daar een oogje dicht knijpen een kleine moeite is. Om Kramer, uit de tv-sitcom “Seinfeld”, (die een heerlijke Paëlla-maatlijd beschrijft) maar te citeren: het is een orgastisch feest voor de zintuigen!

Bart Rietvink

Waardering: 4

Bioscooprelease: 17 mei 2002
Blu-ray-release: 14 september 2011