Star Wars: The Clone Wars (2008)

Regie: Dave Filoni | 98 minuten | actie, animatie, science fiction | Originele stemmencast: Ashley Eckstein, Nikka Futterman, Ian Abercrombie, Corey Burton, Anthony Daniels, Matt Lanter, James Arnold Taylor, Matthew Wood, Samuel L Jackson, Tom Kane, Christopher Lee, Dee Bradley Baker, Catherine Taber    

Ruim dertig jaar na het verschijnen van de allereerste ‘Star Wars’ film, dat het startsein betekende voor een dubbele trilogie, die een immer groeiende schare fans aan zich heeft weten te binden, komt George Lucas, vader van het Star Wars imperium, met een nieuwe telg. Het is duidelijk dat de regisseur/producent/scenarioschrijver en voorzitter van Lucasfilm, die als een van de meest financieel succesvolle onafhankelijke regisseur/producent wordt gezien (hij stond op plek 243 in de lijst met biljonairs in de wereld, gepubliceerd door Forbes), zijn fantasiewereld nog niet los kan laten. ‘Star Wars: The Clone Wars’ is een CGI film. Meer dan elk ander deel uit de twee trilogieën kan deze film gezien worden als slechts een episode, hoewel dit de eerste speelfilm is die dat woord nu juist niet in de titel draagt.

Het kost wat tijd om te aarden in het visuele dat ‘Star Wars: The Clone Wars’ te bieden heeft. Maar zelfs als je er aan gewend bent, blijft het houterige uiterlijk van de personages storen. Ze lijken letterlijk wel uit hout gesneden te zijn, zo doet de baard van Obi Wan Kenobi aan een planken vloer denken. Ook de gezichtsuitdrukkingen van de overige karakters geven je het gevoel naar een willekeurige computergame te kijken – van een paar jaar terug. De diverse voer- en vliegtuigen, gebouwen en buitenaardse wezens zien er dan wel weer gelikt uit. Jammer dat de man die aan de wieg stond van animatiestudio Pixar zo achter blijkt te zijn gebleven bij het vooruitstrevende werk van zijn concullega’s.

Daarbij heeft het verhaal ook niet al te veel te bieden. Er worden geen nieuwe inzichten gegeven in het intergalactische rijk. Ook wordt er nauwelijks gerefereerd aan de gebeurtenissen in ‘Episode II’ of ‘III’, waartussen ‘Star Wars: The Clone Wars’ chronologisch geplaatst moet worden. Maar het moet gezegd worden: vermakelijk is het zeker. Wanneer je open staat voor deze Star Wars nakomeling, zul je je niet vervelen.

Anakin Skywalker en Obi Wan Kenobi, die midden in de Clone Wars uit de titel zitten, krijgen op planeet Christophsis bezoek van het jonge meisje Ahsoka Tano. Echter in tegenstelling tot wat de twee Jedi-ridders verwachtten, wordt zij niet aan Obi Wan, maar aan Anakin toebedeeld als Padawan, op laste van Yoda. Anakin zit totaal niet op een leerlinge te wachten en ziet het jonge opdondertje als een storende factor. Ahsoka barst echter van het enthousiasme en omdat zij niet op haar mondje is gevallen zit de animatiefilm propvol met grappig bedoelde discussies tussen de twee. Deze dialogen, waarbij Ahsoka en Anakin elkaar onderling verbaal proberen af te troeven gaan na verloop van tijd op de zenuwen werken. Veel van deze gesprekken vormen een rechtstreekse aanzet voor naderend onheil, wat de onvoorspelbaarheid van de film niet ten goede komt. Het draait uiteindelijk om de ontvoering en redding van Jabba ’s zoon. Dit is weliswaar van wezenlijk belang voor de plot, maar het is geen verhaal van epische proporties. De avonturen van de Jedi-ridders en Ahsoka voelen daardoor meer aan als ‘another day in the office’, een uitgerekte aflevering dus.

Hoewel de toevoeging van Ahsoka aan het verhaal wel de mogelijkheid biedt voor vrouwelijke Star Wars fans zich eens anders dan Padmé of Prinses Leia uit te dossen tijdens een Star Wars bijeenkomst, is haar achtergrond nauwelijks uitgewerkt, zodat het enige dat opvalt haar uiterlijk is. Even heeft ze een ultracoole uitstraling tijdens de verticale bestorming van het klooster waar Jabba’s zoon verborgen is, maar meestal is ze niet meer dan een pedante puber, die Anakin continu “Sky-Guy” noemt en voor Jabba’s zoon de naam “Stinky” heeft bedacht. Veel interessanter is het nieuwe personage Ziro, de paarse oom van Jabba, die in een geweldig uitziende nachtclub vermaakt wordt  door een grappig bandje en een sensuele danseres. Padmé, die overigens veel te laat in de film komt opdraven, gaat bij hem op bezoek om hem te vragen om te bemiddelen tussen Jabba en de Jedi-ridders. Jabba is door Count Dooku (een altijd indrukwekkende Christopher Lee) op het verkeerde been, figuurlijk uiteraard, gezet over de feiten omtrent de ontvoering. Grote kans dat Ziro in de animatieserie, waarvoor deze film eigenlijk als inleiding bedoeld is, in een of meerdere verhaallijnen opduikt. Ook de heerlijk gemene Asajj Ventress, een vrouwelijke Sith-leerlinge uit de eerste “Clone Wars”–animatieserie is een welkome aanvulling op de kleurrijke personages die de animatiefilm herbergt.

‘Star Wars: The Clone Wars’ zal het ongetwijfeld goed doen bij kinderen (al dan niet van de oorspronkelijke ‘Star Wars’ fans), want het is een film die overduidelijk op het jongere publiek mikt. De prent zit barstensvol actiescènes die de kijker nauwelijks een moment van rust gunnen en die ervoor zorgen dat de aandacht er continu bijblijft. Waarschijnlijk zullen de oudere fans aan ‘Star Wars: The Clone Wars’ meer na- dan voordelen zien en zullen zij het betreuren dat deze voorlopig als slotakkoord aangekondigde film niet aansluit bij hun verwachtingen.

Monica Meijer

Waardering: 3

Bioscooprelease: 21 augustus 2008