Strange Days (1995)

Regie: Kathryn Bigelow | 139 minuten | actie, drama, romantiek, misdaad, science fiction, thriller | Acteurs: Ralph Fiennes, Angela Bassett, Tom Sizemore, Juliette Lewis, Michael Wincott, Vincent DOnofrio, Glenn Plummer, Brigitte Bako, Richard Edson, William Fichtner, Josef Sommer, Joe Urla, Nicky Katt, Michael Jace, Louise LeCavalier, David Carrera, Jim Ishida, Todd Graff, Malcolm Norrington, Anais Munoz, Ted Haler, Rio Hackford, Brook Susan Parker, Brandon Hammond, Donald Donnie Young, B.J. Crockett, Dex Elliot Sanders, Ronnie Willis, David Packer, Paulo Tocha, J. Michael Muro, Art Chudabala, Ray Chang, Kelly Hu, Charmain Renata Hubbard

De naam Kathryn Bigelow zal waarschijnlijk bij weinig mensen een belletje doen rinkelen, maar toch heeft deze regisseuse enkele zeer vermakelijke en interessante films gemaakt. ‘Point Break’, uit 1991, is misschien wel de bekendste: een politiefilm met Patrick Swayze en Keanu Reeves met veel opwindende surf- en parachute-actie erin. ‘Near Dark’ (’87) is een bijzondere film over het leven van een groepje vampieren. Het woord “vampier” zélf, evenmin als alle clichés die bij het genre horen, komen echter niet eens voor in de film, die de vorm aanneemt van een psychologisch drama. In ‘Strange Days’, nu, een spannende sf-thriller, combineert Bigelow de dramatiek van ‘Near Dark’ met de kinetische energie van ‘Point Break’, en creëert hiermee een uiterst intrigerende spektakelfilm. ‘Strange Days’ weet een nagenoeg perfecte balans te vinden tussen een publiekstrekkende actiefilm en een conceptueel en thematisch gezien bevredigende inhoudsfilm. Daarnaast heeft de film nog mooie visuele troeven in handen. Het eerste persoonscamerawerk, dat in het revolutionaire ‘Lady in the Lake’ uit 1947 als mislukt experiment werd beschouwd, en in ‘Doom’ (2005) nog even kort de kop opstak om de ervaring van het spel na te bootsen, blijkt in Bigelows film wel degelijk een zeer vruchtbare techniek te zijn. Deze stijl vindt in de film rechtvaardiging middels het beroep van ex-agent Lenny (Ralph Fiennes), een dealer in échte virtual reality clips, die je ervaart door het opzetten van een kapje met allerlei van silicoonachtig materiaal gemaakte tentakels en elektroden eraan. Deze staat in contact met een afspeelapparaatje waar minidiscs met video-informatie ingaan. Echter, zoals scriptschrijver James Cameron ook zelf aangeeft in een featurette over de film, dit is geen virtual reality omdat het niet om fictieve, geanimeerde ruimtes waarin de “speler” zich voortbeweegt. En het is niet slechts, zoals Fiennes’ personage in de film uitlegt aan een klant, “tv, maar dan beter”. Nee, “dit is het leven”, aldus Lenny. Wanneer je inplugt ben je echt even iemand anders doordat je letterlijk de ervaringen hebt van een ander persoon, “rechtstreeks uit de visuele cortex”. Zo is de kijker, samen met Lenny en zijn klanten, een rechtstreekse deelnemer van overvallen, inbraken, en seksuele ontmoetingen. Moord, al dan niet seksueel getint, komt soms ook voor op de discs, maar in dit soort snuffclips, blackjacks genaamd, wil Lenny niet handelen. Deels vanwege zijn eigen principes en deels om toch nog een enigszins goed imago te houden.

Lenny is geen stoere actieheld, maar een wat sukkelige sjacheraar, die overal zijn handeltje probeert te slijten en als een makke hond achter zijn ex-vriendin Faith aanloopt, zich vasthoudend aan herinneringen, meestal letterlijk doordat hij deze gewoon in zijn speler inplugt en zo samen met Faith weer buiten aan het rolschaatsen is, of de liefde met haar bedrijft. Juliette Lewis heeft er overigens nooit verleidelijker uitgezien dan hier, met haar karige rolschaatsoutfit en sexy heupbewegingen. Deze herbelevingen van vroegere ervaringen zijn soms zo intiem dat je er als kijker bijna ongemakkelijk van wordt. Dit bezwaarlijk voyeuristische effect wordt nog eens flink versterkt wanneer de belevenissen wat minder onschuldig zijn en de kijker letterlijk in de schoenen wordt geplaatst van een verkrachter en moordenaar.

Het is een moreel schemergebied waarin Lenny zich bevindt. Immers, hij promoot en verwacht belevenissen die verder gaan dan wat geaccepteerd is of normaal, of wat je zelf makkelijk zou kunnen (ver)krijgen. Zo vertelt hij aan een (rijke) klant dat deze niet zijn clips wil bekijken om een skivakantie te ervaren. Hij kan immers zelf wel een ticket boeken en het daadwerkelijk gaan meemaken. Nee, het spannendst is het om dingen te beleven die normaal gesproken niet kunnen of mogen. Lenny: “Iedereen wil wel eens naar de donkere kant van de straat lopen, dat is wie we zijn”. En tegelijkertijd heb je de zekerheid dat je kunt terugkeren, naar je eigen veilige, burgerlijke leventje. Op deze manier prijst hij bijvoorbeeld inbraak- en overvalclips aan. Maar wanneer hij een blackjack-clip in zijn bezit krijgt, wordt hij onpasselijk en geeft vriendin Mace (Angela Bassett) hem te kennen dat je dit soort dingen krijgt wanneer mensen de donkere kant van de straat inlopen. Bassett is het morele anker van de film en tevens de werkelijke actieheld(in). Ze heeft karakter genoeg, zo wordt tijdens haar eerste ontmoeting in de film met Lenny al duidelijk, maar ze komt ook verrassend uit de hoek wanneer ze haar vuisten en voeten moet gebruiken in een gevecht. Trinity uit ‘The Matrix’ is er niets bij. Haar gevoelens van vriendschap/liefde voor Lenny zijn interessant, vooral door hetgeen zij vertegenwoordigt voor hem. Zij is namelijk het heden, de échte wereld, en oprechte liefde, terwijl Faith het verleden, herinneringen en de illusie vertegenwoordigt. De vraag is waar Lenny uiteindelijk zal voor kiezen en of hij nog wel afstand kan nemen van zijn eigen verslavende handeltje.

Maar naast dit persoonlijke verhaal, zit er ook nog een maatschappijkritische verhaallijn in de film. Tegen het einde van het Millennium is er namelijk een invloedrijke rapper opgestaan, genaamd Jeriko One, die boodschappen van raciale ongelijkheid verkondigt en de politie in zijn songteksten aan de schandpaal nagelt. Hij wordt neergezet als een soort Malcolm X-achtige persoonlijkheid en de hel breekt dan ook los wanneer hij vermoord wordt. Hiermee wordt een duidelijk verband gecreëerd met de gewelddadige arrestatie door de politie van Los Angeles (LAPD) van de zwarte taxichauffeur Rodney King, wat in 1992 tot grootschalige rellen leidde. Dit aspect van ‘Strange Days’ is niet altijd even soepel geïntegreerd in de rest van het verhaal (zoals wanneer Basset tegen het einde van het verhaal vrij opzichtig door agenten in elkaar wordt getrapt), maar het zorgt wel voor een extra, interessante realistische “touch”. En het past mooi in het chaotische straatbeeld dat hoort bij dergelijke apocalyptische films. De sfeer doet denken aan die andere onheilspellende toekomstfilm genaamd ‘Blade Runner’, of, meer recent: ‘Children of Men’. De grote mensenmassa’s die in ‘Strange Days’ op straat te zien zijn, voor het grootste feest ooit, zijn werkelijk indrukwekkend geschoten, en zet je als kijker middenin de turbulente stad neer.

Ook het kinetische tempo houdt de kijker continu bij de les. Van de meeslepende eerste persoonsclips van Lenny, tot de vele achtervolgingen en spanningsvolle situaties in het “echte” leven… er is bijna geen moment om adem te halen. En tussendoor wordt er dus ook nog wat drama geproduceerd. Niet veel, maar zeker genoeg voor een dergelijke spektakelfilm. De film is niet perfect. De vele aspecten vloeien niet even mooi in elkaar over, de film is wat aan de lange kant, en het actie/thrillergedeelte kent aardig wat clichés en voorspelbaarheden die de wenkbrauwen doen fronsen en het geheel wat aan kracht laten inboeten. Veel negatief effect heeft dit echter niet. ‘Strange Days’ is gewoon een zeer intense, spectaculaire sf-thriller met uitstekend acteerwerk (van vooral Fiennes) en een prikkelende inhoud. Kijken, dus!

Bart Rietvink

Waardering: 4

Bioscooprelease: 16 mei 1996