Straw Dogs (2011)

Regie: Rod Lurie | 110 minuten | thriller | Acteurs: James Marsden, Kate Bosworth, Alexander Skarsgård, James Woods, Dominic Purcell, Rhys Coiro, Billy Lush, Laz Alonso, Willa Holland, Walton Goggins, Anson Mount, Drew Powell, Kristen Shaw, Megan Adelle, Jessica Dockrey, Randall Newsome, Tim J. Smith, Richard Folmer, Wanetah Walmsley, Clyde Heun, Rod Lurie, Kelly Holleman, Grayson Capps, Tommy MacLuckie, Josh Kerin, John Milham, Kristin Kelly

Regisseur Rod Lurie (‘The Contender’) is een vakman, maar wat hij er nu ook in zag om een remake van Sam Peckinpahs gelijknamige thriller te maken, komt niet geheel uit de verf. Daarmee kan deze film niet in de schaduw staan van de cultklassieker uit 1971.

James Marsden speelt de sullige David Sumner, een Hollywood screenwriter, die worstelt met zijn nieuwste script over de Slag bij Stalingrad tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij gaat met zijn vrouw Amy (Kate Bosworth) naar haar geboortestadje in Mississippi, genaamd Blackwater. Haar vader is kort daarvoor overleden en David en Amy betrekken haar ouderlijk huis. Algauw krijgt hij het aan de stok met de lokale bevolking, waaronder Amy’s ex-vriendje Charlie Venner (Alexander Skarsgård) en diens groepje vrienden. Venner is ingehuurd om de schuur van het huis te repareren. Van kleine pesterijtjes en irritaties over en weer gaat het algauw van kwaad tot erger. Parallel aan de primaire verhaallijn is er nog het verhaal van Jeremy (Dominic Purcell), een licht verstandelijk gehandicapte man en cheerleader Janice (Willa Holland), die een oogje op hem heeft. Haar vader, footballcoach Tom – die meestal “Coach” wordt genoemd (James Woods), ziet vooral Jeremy als een bedreiging. Dat Coach een zeer kort lontje heeft en het grootste deel van de film in meer of minder beschonken toestand doorbrengt, helpt ook niet bepaald. Uiteindelijk monden deze confrontaties uit een een waar bloedbad.

Packinpahs versie van ‘Straw Dogs’ was zeer controversieel toen deze in roulatie ging in de bioscoop. Verschillende scènes sneuvelden in de filmkeuring van bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk en er kwam veel commentaar over de uitgebreide verkrachtingsscène en het expliciete geweld. In vergelijking veroorzaakte deze versie nauwelijks een rimpeling. Kan het zijn dat het komt omdat de film eigenlijk maar matig van kwaliteit is? Of omdat geweld in films is inmiddels veel meer geaccepteerd wordt? Of omdat de kijker en criticus inmiddels zo afgestompt is, dat we nog nauwelijks onze schouders ophalen als berenklemmen en spijkerpistolen voor andere doeleinden gebruikt worden?

Wie ‘Straw Dogs’ kijkt zonder de oorspronkelijke versie te kennen, zal een behoorlijk effectieve thriller zien, die de spanning langzaam maar zeker opvoert en in het laatste gedeelte helemaal los gaat met een aantal onsmakelijke scènes en veel grof geweld. Wat er vooral opvalt voor degenen die de oorspronkelijke versie wel kennen, is dat de versies zo ongelooflijk veel op elkaar lijken. De plot is bijna één op één overgenomen. Toegegeven, de plaats van handeling is verplaatst van het Engelse Cornwall naar het diepe Zuiden van de Verenigde Staten. De film speelt zich af in Mississippi, al werden de opnamen gemaakt in de buurstaat Louisiana, vanwege het belastingklimaat aldaar. Voor de staten in de “Deep South” is het een weinig flatterende portrettering. Alle stereotiepen over “rednecks” passeren de revue. Hollywood heeft er een handje van om een karikatuur te maken van de behoorlijk arme staten in het Zuiden en ook ‘Straw Dogs’ ontkomt niet aan dergelijke typeringen. Door de inwoners als zuipende, wellustige, racistische en gevaarlijke gekken af te schilderen, bewijzen de makers niet alleen een deel van de Amerikaanse bevolking geen dienst, maar geeft het een perverse rechtvaardiging op de uitbarsting van geweld wanneer bij David uiteindelijk de stoppen doorslaan. Dat is een een bedenkelijk standpunt, omdat – hoewel het geweld zelf niet verheerlijkt wordt – het wel toegeeft dat geweld een oplossing kan zijn. De zwakte van het verhaal is, dat keer op keer David en Amy de kans krijgen om gewoon weg te gaan, of de situatie op een andere manier op te lossen. Waarom zoeken ze Charlie en zijn vrienden telkens op? Waarom gaan ze naar de kerk, naar het “Punch and play” evenement, naar de footballwedstrijd? Waarom gaat David op jacht? De motivatie is niet altijd even overtuigend uitgewerkt. De dreiging is zo overduidelijk aanwezig, zeker zodra er in hun huis nare dingen gebeuren met de kat, dat dat alleen al reden genoeg is om hun boeltje te pakken en ervandoor te gaan.

Eén van de andere problemen van de film is de rol van Marsden. In het origineel was het de kleine, tengere Dustin Hoffman (sowieso een klasse apart als acteur) die zijn innerlijke demon los liet. Die transitie en het contrast tussen het onderdeurtje en de geweldpleger is één van de redenen dat Peckinpahs film zo goed werkte. Hier is een stuk minder effectief. Marsden is met zijn 1,78 meter weliswaar van gemiddelde lengte (zeker in vergelijking met Skarsgårds 1,93 meter) en hij kan nog zo vaak over voorwerpen in huis struikelen en zich onhandig voordoen, het komt niet authentiek over. Laten we wel wezen, we hebben het hier wel over Cyclops in de ‘X-Men’ films. Dat is een rol die Hoffman – als de films in de jaren 70 gemaakt waren – nooit zou zijn aangeboden. Marsden is fysiek simpelweg geen kneus. Wellicht heeft hij te weinig acteertalent om de rol aan te kunnen, of hij is verkeerd gecast. Een andere wijziging ten opzichte van Hoffmans versie van David Sumner, is dat het personage nu screenwriter is in plaats van wiskundige. De bedoeling is ongetwijfeld om vergelijkingen te trekken tussen de niets ontziende, maandenlange strijd tussen de Sovjet-Unie en het Duitse Zesde Leger in de ruïnes van Stalingrad. Er is een valide argument te maken over de aard van geweld en welke oerinstincten er in de mens bovenkomt wanneer hij geconfronteerd wordt met leven en dood. Gelet op de beestachtige wijze waarop vele tienduizenden soldaten en burgers omkwamen, komt een vergelijking met het ‘beleg’ van het huis van David en Amy niet helemaal uit de lucht vallen. Toch heeft het tegelijk iets grotesks om de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog zo te koppelen aan een verhaal als deze.

Kate Bosworth is een aardige vervanging van Susan George, maar wordt vooral ook als “eye-candy” ingezet. De camera volgt haar van zo dichtbij, in strakke topjes, korte broekjes of bezwete sportkleding, dat het bijna ongemakkelijk wordt. Voor Skarsgårds Charlie is het in elk geval te veel. De in Zweden geboren acteur (zoon van Stellan) is een overtuigende Zuiderling met dito accent. Niet alleen is hij zwaar gespierd en torent hij boven de rest van de cast uit, ook qua acteerwerk is hij het meest overtuigend. Van dromerig naïef tot dreigend, Skarsgård domineert elke scène waar hij in zit. Daarmee is hij de meest positieve noot in een teleurstellende en overbodige remake.

Hans Geurts

‘Straw Dogs’ verschijnt woensdag 4 april 2012 op DVD en blu-ray.