Superjews (2013)

Regie: Nirit Peled | 66 minuten | documentaire

– “Waar komen Joden toch vandaan?”
– “Israël hier ver vandaan!”
– “Wonen daar ook superjoden?”
– “Ja daar wonen superjoden!”
– “Vinden joden voetbal fijn?”
– “Als ze maar voor Ajax zijn!”

Je kunt je wel voorstellen hoe vreemd het moet zijn om bovenstaande vanuit een groep zingende Amsterdammers te horen voor een jonge vrouw uit een joods, half Syrisch, half Jemenistisch gezin uit Israël die Tel Aviv juist heeft verlaten omdat ze moe was van de eeuwige discussie over het Joods zijn, over identiteit en symboliek. En precies dat overkwam Nirit Peled. Zij kwam halverwege jaren negentig naar Amsterdam om de blauwwitte vlag met Davidster achter zich te laten, omdat ze zich in eigen land niet meer thuis voelde. “When I left Israel, I did not feel like a superjew,” zegt Peled er zelf droogjes over. Haar voice-over begeleidt de film en – ook al voegt deze niet altijd evenveel toe – verweeft zo het onderzoek van een voor buitenstaanders moeilijk te begrijpen cultureel fenomeen met een persoonlijke zoektocht.

In een tram in Amsterdam trof Peled, toen ze nog maar pas in Nederland was, een groepje mannen behangen met davidsterren, zwaaiend met de Israëlische vlag en voortdurend “Jóóóden! Jóóóden” scanderend. Zij dacht dat het om haar ging, voelde zich angstig worden en stapte snel uit de tram. Later begreep ze pas dat dit Ajax-supporters waren op weg naar een wedstrijd en dat dit in het geheel niets te maken had met haar, met Israël in het algemeen of zelfs met ‘echte’ Joden.

De documentaire ‘Superjews’ toont een rondgang langs verschillende betrokkenen, waar Peled probeert te achterhalen hoe Ajax aan zijn joodse imago komt, wat het precies betekent om een ‘superjood’ te zijn, om je joods te voelen terwijl je dat niet bent en hoever de liefde voor de club gaat, maar registreert ook de persoonlijke twijfels van filmmaakster Peled, die niet meer weet wat haar eigen joods zijn nog voorstelt, wat ‘joods’ zonder religieus te zijn überhaupt betekent en met wie ze zich verbonden moet voelen.

De regisseuse bezoekt verschillende Ajax-fans, F-siders van het eerste uur die inmiddels vader zijn geworden, maar ook zoontjes van bekende diehard supporters; oud-voorzitter Uri Coronel en ook de voormalig fysiotherapeut van Ajax, de Amsterdams-joodse Salo Muller. Allemaal hebben ze een andere mening over het joodse imago van Ajax, het lenen en gebruiken van symbolen, het verschil tussen joods en Israëlisch en wat de oorlog te maken heeft met ‘jodenclub’ Ajax. Er komen ook in Nederland wonende Israëliërs aan het woord, inmiddels overleden erelid en Ajax-archivaris Wim Schoevaart en een Holocaustoverlevende. Die laatste, mevrouw Visser, ging in 1928 – toen de tribunes nog vol zaten met joodse Amsterdammers – voor het eerst naar een wedstrijd van Ajax en miste na de oorlog niet één thuiswedstrijd van haar club. Zij laat Peled volgens eigen zeggen voor het eerst kennis maken met de Europese belevenis van de Tweede Wereldoorlog, een voor veel joden uit het Midden-Oosten abstracte gebeurtenis, en vindt het elke keer verschrikkelijk om de spreekkoren te horen zingen “Hamas hamas, joden aan het gas” of Feyenoordsupporters de Hitlergroet te zien brengen.

Omdat Peled heel genuanceerd te werk gaat in het onderzoeken van de uit de hand gelopen geuzennaam van Ajax, ga je daar als kijker in mee. De supporters die hun leven geven voor de club roepen soms wat plaatsvervangende schaamte op (videobeelden van een supportersreis naar Israël zorgen voor hilarische beelden van F-siders bij de Klaagmuur), dragen vaak onnozelheid uit maar lopen ook over van de goede bedoelingen en zorgen voor ontroerende momenten in de film.

Toch concludeert de film met een twijfelachtig gevoel wanneer Peled in het stadion tussen de “wie niet springt die is geen jood”-schreeuwende supporters staat. Misschien is het thema voor de Nederlandse kijker niet erg nieuw, het blijft een goede zaak om stil te staan bij culturele gebruiken die ‘nu eenmaal al jaren zo zijn’ en de insteek van deze film is verrassend en afwisselend. Door verschillende stemmen te laten horen heeft Peled gepoogd om de hardste F-sider voortaan twee keer te laten nadenken en de grootste voetbalcriticus de oprechte liefde voor een club te laten zien. Een lesje verbroedering door een Israëlische in (zelfgekozen) ballingschap.

Ruby Sanders