Swedenhielms (1935)

Regie: Gustaf Molander | 88 minuten | drama | Acteurs: Gösta Ekman, Björn Berglund, Håkan Westergren, Tutta Rolf, Ingrid Bergman, Sigurd Wallén, Nils Ericsson, Karin Swanström, Mona Geijer-Falkner, Sven Jerring, Hjalmar Peters, Adèle Söderholm

Al sinds ze een jong meisje was droomde Ingrid Bergman ervan om ooit met haar grote idool, de legendarische Zweedse film- en toneelacteur Gösta Ekman, samen te spelen. Ze had waarschijnlijk nooit verwacht dat die langgekoesterde wens nog vóór haar twintigste verjaardag uit zou komen. De ambitieuze actrice werd voor de film ‘Swedenhielms’ (1935) gecast als de verloofde van de jongste zoon van ingenieur Rolf Swedenhielm en niemand minder dan haar grote held Ekman trad aan als de excentrieke heer des huizes. Het maakte Bergman derhalve niet uit dat haar rol eigenlijk maar ondergeschikt was. Haar observaties zeggen genoeg: “As if he was my father, he inspired me in a very mystical way. I adore him more than ever.” Veteraan Ekman was op zijn beurt onder de indruk van Bergmans professionele aanpak en beloofde de jonge actrice dat ze nadien vaker zouden gaan samenwerken. Die belofte kwam hij een jaar later al na, toen de twee samen de hoofdrollen vertolkten in ‘Intermezzo’ (1936) – de film die Ingrids definitieve doorbraak zou betekenen. En was Ekman niet in januari 1938 op 47-jarige leeftijd gestorven aan een longontsteking, dan hadden er zeker meer films gevolgd.

In ‘Swedenhielms’ staat de gelijknamige familie centraal. Vader Rolf (Gösta Ekman), een uitvinder, is van gegoede komaf en de familie heeft eigenlijk altijd boven zijn stand geleefd. De kinderen Rolf jr. (Björn Berglund), Julia (Tutta Rolf) en Bo (Håkan Westergren) weten niet beter dan dat ze geld als water kunnen uitgeven. Maar Rolf dreigt de patenten op zijn uitvindingen kwijt te raken, mits hij er flinke smak geld tegenover zet. En geld is er niet. Daar zijn de kinderen inmiddels ook achter. Rolf jr. probeert in de voetsporen van zijn vader te treden, maar heeft geen geld om de diverse drankjes en poedertjes voor zijn uitvindingen van te betalen. Julia ambieert een zang- en acteercarrière, wat ook niet al teveel zekerheden biedt. Bo is luitenant bij de luchtmacht maar is zijn complete salaris kwijt aan het afbetalen van opgelopen schulden. De enige die nuchter blijft onder de gebeurtenissen is huishoudster Marga Boman (Karin Swanström), die sinds het overlijden van moeder Swedenhielm de taak van opvoeder min of meer op zich heeft genomen. De enige kans voor de familie om uit de financiële misère te geraken is als Rolf de Nobelprijs toebedeeld zou krijgen. De voortekenen zijn echter ongunstig en de familie is in zak en as. Vooral Bo, die onder deze erbarmelijke omstandigheden niet meer met zijn rijke vriendin Astrid (Ingrid Bergman) wil trouwen omdat hij niet als een profiteur gezien wil worden. Het is hem zijn eer te na.

In de jaren dertig zag je veel tragikomedies waarin de Depressie een belangrijke rol speelde. De verhalen van rijke families die door de omstandigheden van de ene op de andere dag aan de grond zaten maar toch blijmoedig bleven aanmodderen, we kennen ze allemaal. Het dilemma van de Swedenhielms heeft een veel realistischere insteek, in die zin dat ze in feite geen idee hebben hoe ze met hun armoede om moeten gaan. De grillige, zelfzuchtige en ijdele kinderen moeten nota bene van hun oude, nuchtere huishoudster leren waar het in het leven om draait. Eergevoel speelt eveneens een significante rol. Iedereen, inclusief de rijke Astrid die bereid is de lusteloze en straatarme zoon van een geflipte wetenschapper te onderhouden, leert de betekenis van ware verantwoordelijkheid. In die zin is de film behoorlijk moralistisch, zeker voor een prent die niet uit Hollywood afkomstig is. Een dergelijk thema is koren op de molen van regisseur Gustaf Molander, die in de jaren twintig en dertig zijn handelsmerk maakte van verfijnde komedies die zich afspeelden in de bovenklasse van de samenleving, waar een onuitwisbare zweem van (oud) geld en aristocratie omheen hing. Het verhaal werd geschreven door Hjalmar Bergman, wiens roman tot script werd verwerkt door Stina Bergman.

Hoewel haar rol minimaal was, kreeg Ingrid Bergman wederom lovende kritieken. De mooiste loftuiting was voor haar ongetwijfeld die van Ekman: “You help me play because your face and expressions reflect every word I say. That is very rare nowadays.” De beste scène is dan ook wanneer Bergman intiem in conclaaf gaat met haar toekomstige schoonvader. In haar scènes met Håkan Westergren brengt de actrice de passie van een hopeloos verliefd meisje samen met de angst van een vrouw die vreest dat ze haar man kwijtraakt. Naast Bergman valt de oudere garde op. Ekman is charismatisch en zet Rolf Swedenhielm met precies de juiste dosis excentriciteit neer. Bijzonder aandoenlijk en tegelijkertijd grappig is veterane Karin Swanström. Westergren is degelijk, Berglund onopvallend. De enige storende factor is Tutta Rolf als de onuitstaanbare Julia, die constant om aandacht zeurt, waardoor ze vooral op de zenuwen werkt. Een ander minpunt is de matige belichting, die doorgaans prachtige zwart-witfotografie van Åke Dahlqvist jammer genoeg vakkundig om zeep helpt.

‘Swedenhielms’ is een van de eerste films waarin Ingrid Bergman laat zien waarom ze nog altijd door velen gezien wordt als een van de beste actrices aller tijden. Hoewel haar rol marginaal is, weet ze met haar oprechte en natuurlijke spel de kijker in een mum van tijd om haar vinger te winden. Uiteraard gesteund door haar grote idool Gösta Ekman – op wie ze ongetwijfeld indruk wilde maken – en leunend op de ervaring van Karin Swanström. Het enigszins moralistische verhaal heeft niet zo heel veel om het lijf en de technische aspecten zijn verre van optimaal, maar dankzij de overtuigingskracht van drie uitzonderlijke acteurs blijft ‘Swedenhielms’ toch overeind.

Patricia Smagge