Tamara (2005)

Regie: Jeremy Haft | 99 minuten | fantasie, horror, thriller | Acteurs: Jenna Dewan, Matthew Marsden, Chad Faust, Gil Hacohen, Claudette Mink, Melissa Elias, Chris Sigurdson, Katie Stuart

Er is geen twijfel over dat Tamara aan voodoo of hekserij doet. In de eerste beelden van de film, die in feite nog vallen onder de openingsgeneriek, zien we Tamara’s kamer. We krijgen close-ups van: wassen poppen, naalden, kaarsen, pentagrammen, Blair Witch-achtige takkenconstructies, glazen bollen, en als klap op de vuurpijl een boek genaamd “Journey into Witchcraft”. De kijker snapt nu toch echt wel hoe laat het is. Het hoe en waarom doet er niet zo toe, als het punt maar gemaakt is. Dat lijkt ook het motto te zijn van de hele film.

‘Tamara’ heeft op zich wel een interessant gegeven. De film mengt het Lelijke-Eendje-verandert-in-Schoonheidsprinses genre met de horror/wraakfilm. Het komt neer op een soort ‘Carrie’ (1976) met een snufje ‘I Spit on Your Grave’ (1978) en ‘I Know What You Did Last Summer’ (1997). De eerste scène in de film is meteen prikkelend. We krijgen een shot van een heupwiegende Tamara met kort rokje en “vamp”-look die door de gangen van het schoolgebouw loopt. Ze gaat het leslokaal binnen en loopt op de leraar af die ze aanzet tot sex op zijn bureau. Dit belooft wat. Maar helaas, het blijkt een droom te zijn. Wat sexualiteit betreft blijft het vanaf dit punt redelijk tam. Het wordt niet meer echt de “in your face” attitude die we hier kregen. Scriptschrijver Jeffrey Riddick verklaarde in een interview met Fangoria dat hij de grenzen van sexualiteit had opgezocht in deze film, en dat hij actrices hierdoor had afgeschrikt, maar ze hadden zich geen zorgen hoeven maken. De manier waarop Tamara haar slachtoffers in de film om haar vinger windt is (wat betreft gender of sexuele houding) niet echt schokkend. Ook komt er geen bloot in de film voor; niet eens impliciet. Zelfs in de cruciale scène, waarin Tamara zich in een hotelkamer heeft uitgekleed voor een vermoedelijk afspraakje maar eigenlijk door haar klasgenoten op de camera wordt vastgelegd, houdt ze haar ondergoed aan. Hoe dan ook, ze voelt zich vernederd en kwaad genoeg om, wanneer ze ziet dat haar vriendin (Katie Stuart, een soort kruising tussen Sandra Bullock en Katie Holmes) hierbij betrokken is (of lijkt te zijn), de daders naar de keel te vliegen, wat voor een wat onwezenlijke en gekunstelde scène zorgt, die leidt tot haar fatale val. De behandeling van deze belangrijke traumatische scène mist helaas de pathos van de soortgelijke scène uit ‘Carrie’. Vervolgens komen we in het gebied van ‘I Know What You Did Last Summer’ en ‘Deliverance’ (1972) wanneer het groepje onverlaten gaat bedenken wat het met het lijk moet doen.

De scène waarin Tamara als sexy levende dode de volgende ochtend het klaslokaal komt binnenwandelen is amusant en schept verwachtingen voor de rest van de film, die helaas niet (goed) worden ingelost. Ja, er zitten enkele leuke confrontaties tussen en het nieuwe assertieve gedrag van Tamara is soms komisch, maar haar acteerwerk is vaak te campy of te onovertuigend. De looks heeft ze, maar het acteertalent jammer genoeg (nog) niet (voor een lekkere bitchy rol als deze is iemand van het kaliber van Linda Fiorentino nodig). Ook zijn de scènes zelf vaak te ingehouden. Dat wil zeggen, wat “gore” betreft zijn ze soms wel vrij extreem (zo is er een jongen die zijn tong eraf snijdt), maar het zou interessanter zijn als Tamara heel duidelijk en inventief haar slachtoffers in de val lokt met haar nieuwe looks en gedrag. Nu hoeft ze enkel hun gezicht aan te raken en ze doen alles wat ze zegt. Dat ontkracht het hele concept van haar nieuwe identiteit. Verder lijken we nu ineens te moeten gaan geven om de slachtoffers, die gaan overpeinzen wat ze moeten doen, alleen zijn deze niet genoeg uitgewerkt om dit te bewerkstelligen. Sommige vondsten zijn in zichzelf wel aardig, zoals een scène waarin twee jongens moeten meemaken hoe (hun) slachtoffers van gangrape zich voelen. Door de aanraking van Tamara voelen ze zich ineens lichamelijk tot elkaar aangetrokken. Tamara moedigt ze aan: “So, who’s gonna pitch, and who’s gonna catch?” Ietwat smakeloos zijn de scènes waarin de geestelijke problemen van de slachtoffers (zelfmoordneigingen van de één, boulimia van de ander) gebruikt worden voor humor en horror. Ook ernstige problemen uit de jeugd van Tamara – ze werd misbruikt door haar vader – en haar vaders alcoholisme worden ingezet voor een extreem horrormoment.

Slecht acteerwerk en slechte karakteriseringen zorgen ervoor dat dramatisch bedoelde momenten eerder komisch werken. De sterfscène van Jesse, één van de oorspronkelijke daders, wordt gepresenteerd als serieuze dramatiek, maar is gewoon potsierlijk en emotieloos. Hetzelfde geldt voor een late scène waarin Tamara (half) bij zinnen komt en zegt: “What have I done? I’ve turned into them…”. Maar ook het script helpt niet mee, met allerlei onlogische en ongeïnspireerde plotelementen en wendingen.

De film is tussen de bedrijven door nog wel de moeite waard vanwege enkele gruwelijke of grappige moordscènes en leuke confrontaties tussen Tamara en leraar Bill of de klasgenoten. Verder is Jenna Dewan aardige eye-candy en heeft ze, ondanks een over het algemeen matig acteerwerk, af en toe toch wel haar momenten. Ook zit er minstens één erg effectief schrikmoment in, dat je ergens wel verwacht, maar je toch uit je stoel doet springen. Voor de niet zo kritische kijker kan dit misschien genoeg zijn voor een geslaagde kijkervaring.

Bart Rietvink