The Agony and Ecstasy of Phil Spector (2008)

Regie: Vikram Jayanti | 100 minuten | documentaire

Is Phil Spector een moordenaar of een romanticus? Om die vraag gaat het in de honderd minuten durende BBC-documentaire ‘The Agony and Ecstasy of Phil Spector’ (2008) van Vikram Jayanti. De ooit legendarische muziekproducent stond in 2007 terecht voor de moord op de veertigjarige B-actrice Lana Clarkson. Hij zou haar op 3 februari 2003 hebben doodgeschoten in zijn gigantische villa in Los Angeles. Spector zelf beweert onschuldig en onbegrepen te zijn en dat hij een eenling is in een wereld waarin iedereen tegen hem is. Voor Jayanti maakte hij bij hoge uitzondering tijd voor een – voor zijn doen – openhartig interview, waarin de nadruk ligt op zijn imposante carrière als popproducer die de muziekwereld in de jaren zestig en zeventig op zijn kop zette. Tussendoor zien we fragmenten van de rechtszaak en als klap op de vuurpijl worden we getrakteerd op beeld- en geluidsfragmenten van Spectors grootste hits. De vraag of hij schuldig is, staat niet op de voorgrond. Waarschijnlijk op aandringen van hemzelf.

In de (Amerikaanse) media wordt Spector ten tijde van de rechtszaak afgeschilderd als een geestelijk gestoorde zonderling die jonge vrouwen mee naar zijn ‘kasteel’ neemt om ze met wapens te bedreigen. En wie hem in deze documentaire in beeld ziet, snapt waarom. Zichtbaar aangetast door jarenlang drug- en alcoholgebruik volgt de excentrieke Spector gelaten het proces. Tijdens zijn interview met Jayanti heeft hij zijn iele, trillende lichaam in een opvallend rood overhemd met overdadige kraag gehesen, daaroverheen een krijtstreeppak en gehakte laarsjes. En dan hebben we het nog niet eens over zijn hoogblonde pagekapsel gehad en het dunne streepje rood dat hij op zijn lippen gesmeerd heeft. Als hij zegt dat hij zijn leven lang al een outsider is geweest, geloof je hem dan ook onmiddellijk.

Het is nauwelijks te geloven dat deze zonderlinge verschijning zowel met Elvis Presley als The Beatles heeft gewerkt en in de jaren zestig met zijn baanbrekende ‘Wall of Sound’ verantwoordelijk was voor een indrukwekkende ommezwaai in de muziekwereld. De producer en componist maakte een lange rij hits als ‘Be My Baby’, ‘You’ve Lost That Lovin’ Feelin’, ‘Unchained Melody’ en ‘To Know Him Is To Love Him’. Hij wilde ‘little symphonies for kids’ maken, dus trok hij geluidsmuren op met duizelingwekkend veel instrumenten, verdrinkend in kathedralen van galm. Voortaan was niet het geluid dat een band live kon produceren, maar de in de studio gecreëerde sound bepalend. Spector maakte de rol van de producer doorslaggevend. Wanneer hij over zijn hoogtijdagen spreekt, klinkt Spector verbitterd. Overtuigd van eigen kunnen heeft hij naar eigen zeggen nooit de erkenning gekregen die hij verdiende. De erkenning die mensen als George Martin, Tony Bennett en Bob Dylan wel kregen. “”De mensen mogen je of ze mogen je niet. Als ze je mogen, kun je niets verkeerd doen. Dan wordt alles met de mantel der liefde bedekt.””

De aanmatigende toon van Spector is bij vlagen tenenkrommend. Zo beweert hij dat hij ooit de kracht had om de carrière van Martin Scorsese, Robert De Niro én Harvey Keitel had kunnen breken. Scorsese had ongevraagd ‘Be My Baby’ gebruikt als openingstrack van zijn film ‘Mean Streets’ (1973). Spector had hem dat kunnen verbieden, maar deed het niet. Om nou te zeggen dat de carrière van Scorsese anders nooit van de grond was gekomen, gaat echt een stap te ver. Ook de vergelijking die hij maakt met Leonardo Da Vinci zet je aan het denken hoe verknipt deze man moet zijn. Maar is hij ook tot een moord in staat? Zijn verdediging geeft aan dat Clarkson een labiele vrouw was, die het niet meer zag zitten en zichzelf door het hoofd heeft geschoten met een van Spectors ‘sierwapens’. Het feit dat een chauffeur heeft verklaard dat Spector met wapen en bloedende hand zijn villa uitkwam en riep ‘Ik denk dat ik iemand heb doodgeschoten’, spreekt dat echter tegen. Op 26 september 2007 brengt het gerecht naar buiten dat het niet tot een oordeel kan komen. De rechtszaak wordt nietig verklaard, maar de procedure voor een nieuw proces werd direct in gang gezet.

‘The Agony and Ecstasy of Phil Spector’ is bijzonder omdat we een zeldzaam gesprek zien met de zonderlinge Spector. De interviewfragmenten vormen dan ook het krachtigste gedeelte in deze documentaire. Jayanti vond het echter nodig om het interview te larderen met muziekfragmenten (ook nog eens met informatiestroken onder in beeld) en beelden van Court TV, die soms zelfs door elkaar heen zijn gemonteerd. Je weet soms niet waar je moet kijken, zoveel informatie komt er op je af. Het wordt daardoor een rommelig allegaartje dat niet altijd even gemakkelijk te volgen is. Jayanti neemt iets teveel hooi op zijn vork. Desondanks biedt deze boeiende film een zeldzame kans om een glimp op te vangen van een van de meest invloedrijke, maar tegelijkertijd een van de meest zonderlinge figuren uit de popgeschiedenis.

Patricia Smagge