The Art of Getting By (2011)

Regie: Gavin Wiesen | 85 minuten | drama | Acteurs: Freddie Highmore, Emma Roberts, Sasha Spielberg, Marcus Carl Franklin, Ann Dowd, Maya Ri Sanchez, Blair Underwood, Ann Harada, Rita Wilson, Jarlath Conroy, Elizabeth Reaser, Andrew Levitas, Sam Robards, Alicia Silverstone, Michael Angarano, Dan Leonard, Sophie Curtis, Lindsay-Elizabeth Hand, Scott O’Grady, Zoe Portanova, Sarah Seeds    

Kleine jongetjes worden groot. Voor voormalige kindsterren is het niet eenvoudig om ook op latere leeftijd nog aan de bak te komen. Sommigen, zoals Leonardo DiCaprio en Joseph Gordon-Levitt, kennen een heel natuurlijke en succesvolle transformatie van kindster naar volwassen acteur, maar voor anderen is het een helse tocht. Het moet voor Macauley Culkin bijvoorbeeld nogal frustrerend zijn geweest om te zien hoe zijn jongere broertjes Kieran en Rory hem voorbijstreefden. Van bijvoorbeeld Haley Joel Osment hebben we na ‘Forrest Gump’ (1994) en ‘The Sixth Sense’ (1999) niet veel meer gezien. Met talenten als River Phoenix, Brad Renfro en Corey Haim liep het helaas heel wat tragischer af. Het is voor Freddie Highmore te hopen dat hij zijn hoofd koel kan houden. De jonge Brit (1992) schitterde als kind tweemaal naast Johnny Depp, in ‘Finding Neverland’ (2004) en ‘Charlie and the Chocolate Factory’ (2005). Na zich enkele jaren helemaal op zijn opleiding gericht te hebben (en niet zonder succes, getuige zijn eindlijst vol goede cijfers), pakt hij de draad van acteren weer op.

In ‘The Art of Getting By’ (2011), een coming-of-age-drama van debutant Gavin Wiesen, speelt Highmore George Zinavoy, een verveelde New Yorkse tiener naar het voorbeeld van Holden Caulfield, het hoofdpersonage uit J.D. Salingers klassieker ‘The Catcher in the Rye’ die inmiddels het archetype geworden is voor zoekende tieners. Met zijn bleke verschijning en zijn lange zwarte jas is hij een vreemde eend in de bijt op zijn school in Manhattan, waar streberige rijkeluiskinderen de dienst uitmaken. George heeft zware motivatieproblemen en vertikt het om zijn huiswerk te maken. Want wat heeft dat nou voor zin: ‘je leeft alleen, gaat alleen dood en alles wat daar tussen in gebeurt is een illusie’. Zijn ontmoeting met de knappe en populaire Sally (Emma Roberts) zet zijn leven behoorlijk op z’n kop. Dankzij haar komt de gesloten George in aanraking met andere jongeren en wordt hij zowaar uitgenodigd voor feestjes. Hoewel ze diep van binnen weet dat George gek op haar is, weigert Sally dat in te zien. In plaats daarvan versiert ze zijn mentor, de wat oudere kunstenaar Dustin (Michael Angarano), uiteraard tot groot verdriet van George, die zijn broze, pas verworven positiviteit in rap tempo ziet afbrokkelen.

Naar alle waarschijnlijkheid heeft schrijver/regisseur Gavin Wiesen zijn eigen middelbare-schoolervaringen verwerkt in ‘The Art of Getting By’. Op elke middelbare school doolt wel een zonderling figuur als George rond, maar Wiesen benadert hem alsof hij de enige op de hele wereld is die er zo aan toe is. Doordat alle scherpe randjes eraf gevijld zijn en de film van alle humor gespeend is, blijven de belevenissen van George aan de saaie kant. Wiesen probeert met een support cast vol sterren (met Rita Wilson als zijn moeder, Blair Underwood als het hippe schoolhoofd en een opmerkelijk muizige Alicia Silverstone als lerares Engels) de boel nog wat op te vijzelen, maar de film komt er niet door tot leven. Het grootste probleem, naast het voorspelbare, matte scenario, lijkt de miscasting van Highmore te zijn. Hij doet duidelijk zijn best, maar overtuigt niet als depressieve puber met motivatieproblemen. Freddie is ouder en wijzer, maar hij blijft dat jongetje in een te groot lichaam. Lang, dun en bleek. Hij oogt niet bepaalt als de rebel die George zou moeten zijn. Het is ook volstrekt onlogisch dat Sally hem onder haar vleugels neemt: je zou bijna denken dat ze dat doet uit medelijden of om een sadistisch experiment met hem uit te voeren, want sympathiek is anders.

‘The Art of Getting By’ heeft te lijden onder een zwak en voorspelbaar scenario en gaat nergens de diepte in. De cast doet zijn best met het gebrekkige materiaal dat ze krijgt voorgeschoteld, maar weet de film helaas niet naar een hoger plan te tillen. Freddie Highmore kan zijn energie beter steken in rollen die beter bij zijn schuchtere imago passen, want als rebel is hij echt niet geboren. Grootste troeven van dit debuut van Gavin Wiesen zijn de setting (de film speelt niet alleen in New York, maar is er ook daadwerkelijk opgenomen) en de stemmige bijpassende soundtrack. Als je op zoek bent naar een boeiend coming-of-age-drama rond een tiener die opgroeit in Manhattan, dan is ‘Igby Goes Down’ uit 2002 een betere keuze.

Patricia Smagge