The Battle of Passchendaele – Passchendaele (2008)

Regie: Paul Gross | 114 minuten | drama, oorlog, romantiek, geschiedenis | Acteurs: Paul Gross, Caroline Dhavernas, Joe Dinicol, Meredith Bailey, Jim Mezon, Michael Greyeyes, Adam Harrington, Gil Bellows, James Kot, Jesse Frechette, Rainer Kahl, Landon Liboiron, Patricia Benedict, Hugh Probyn, Brian Dooley    

In 1917 had Canada nog geen acht miljoen inwoners. 600.000 van diens soldaten werden verscheept naar het Europese front waar één op de tien niet van terugkeerden. De loopgraven uit de Eerste Wereldoorlog stonden bekend als de hel op aarde. Één immense modderbrij waarin de soldaten door kogels of bajonetsteken bij bosjes vielen. Iedereen kent de verhalen over Ieper en Passendale als een hel van modder en vuur. De vraag of ‘Passchendaele’ hier recht aan doet door zich meer te focussen op liefde in oorlogstijd is dan ook een geoorloofde.

Veteraan Michael Dunne (Paul Gross, die de film tevens regisseerde en produceerde) wordt, nadat hij gewond is geraakt, verliefd op verpleegster Sarah Mann (Caroline Dhavernas). Zij is de zus van David (Joe Dinicol) die met gezondheidsproblemen kampt en daardoor zijn romantische droom om te strijden voor het vaderland in rook ziet opgaan. Wanneer hij het toch voor elkaar krijgt om uitgezonden te worden ziet Michael geen andere optie dan ook naar het front terug te keren, ditmaal om David te beschermen.

Na een korte proloog waarin de hardheid van oorlog meteen zichtbaar wordt, vervalt het verhaal in een romantisch drama dat even doet denken aan ‘Little House on de Prairie’ met zijn mierzoete muziek, olijke karakters, wuivende grashalmen en een ritje op het paard. Ook maken we hier kennis met David Mann, die vanwege zijn astma is afgekeurd voor het leger maar desondanks in het heetst van de strijd voor eens en altijd wil afrekenen met zijn Duitse achtergrond. Mede door matig acteerwerk zijn deze twee verhaallijnen niet iets om lyrisch over te zijn, het is allemaal iets te gekunsteld.

Het laatste half uur speelt zich wel degelijk in de loopgraven van Passendale af. Hier maken we kennis met de meedogenloosheid van de oorlog, het overleven in kraters die vol staan met modderig water en de zinloze aanvallen die worden gevolgd door even zo snelle tegenaanvallen. De koele benadering en tegelijkertijd bezorgdheid van sergeant Michael Dunne spreekt ineens tot de verbeelding, intense scènes met grauwe beelden geven blijk van de waanzinnige situatie waarin de Canadese soldaten zich bevinden. Dit uiterst sterke staaltje van regisseur Paul Gross (wiens grootvader nog in Passendale vocht) duurt overigens maar kort. Een reddingsactie volgt waarbij Michael koste wat het kost David wil beschermen en hiervoor zijn eigen leven in de waagschaal stelt. Een heldendaad is het zeker maar compleet ongeloofwaardig. Even ontstaat er complete broederschap tussen de Duitsers en Canadezen, een zware stilte drukt neer en vermorzelt net het kleine beetje realiteit dat ontstond.

‘The Battle of Passchendaele’ wisselt grootse met belachelijke scènes af. Hoewel een liefdesverhaal best in een oorlogsfilm geïntegreerd kan worden is het niet de bedoeling dat deze compleet overheerst en de ‘hel’ in een hoekje drukt. Dat dit hier wel gebeurt maakt ‘The Battle of Passchendaele’ niet tot de slechtste, maar ook zeker niet de beste oorlogsfilm die er is.

Meinte van Egmond