The Boot Factory (2000)

Regie: Lech Kowalski | 87 minuten | documentaire | Met: Lukaszz, Goska, Paula, Czarny, Wojtek, Anka, Gemba, Wladek, Ormo, Kaska, Ges, Marzena, Sowa, Mariosz, Marcin, Denver, Bisping, Majster, Monika, Pan Stefan, Resor, Kaska    

Lukasz en Wojtek hebben zonder enig startkapitaal of familieleden die als kruiwagen dienden een fabriekje voor laarzen opgezet. De laarzen maken ze samen met Piotr. Dit gebeurt grotendeels met de hand. Ze verkopen ze aan mensen op straat of aan klanten die bij de fabriek langskomen. Ze waarschuwen dan dat de laarzen nog een halve maat oprekken en dat ze ook voor reparatie bij hen terechtkunnen. Vóór de komst van dit echt Poolse product liep iedereen op Roemeense laarzen.

Lukasz is de zakenman die zich bezighoudt met de aanschaf van goed leer of de juiste naalden. Hij verzint iets waardoor de productie opgevoerd kan worden, spreekt zijn vrienden en nieuwe werknemers aan op hun arbeidsethos en is goed in organiseren zowel zakelijk als privé. Wojtek is al vele jaren bevriend met Lukasz. Door hun gezamenlijke strijd de armoede te ontstijgen hebben ze een hechte band ontwikkeld. Maar het drugsgebruik van Wojtek wordt tot ergernis van Lukasz steeds erger.

Als Wojtek mede door Lukasz is afgekickt, hervat hij zijn werk in de fabriek. Piotr trouwt met zijn zwangere vriendin en gaat in een flat wonen. Dit gaat slechts korte tijd goed. Hij maakt zich zorgen over het drugsgebruik van Wojtek, maar ondertussen gebruikt hijzelf steeds meer. Zijn afkickpoging saboteert hij door uit de kliniek weg te lopen. ‘The Boot Factory’ is een grotendeels zwart/wit gefilmde documentaire over een groep vrienden die bezig zijn met geld, werk, muziek, feesten, vrouwen, woonruimte en drugs. Eigenlijk niet zo afwijkend van veel andere vriendengroepen waar ook ter wereld. Maar wat het zo boeiend maakt om ooggetuige te zijn van hun dagelijkse beslommeringen is, dat je op grond van hun anarchistische leefwijze zou verwachten dat ze bijvoorbeeld van een uitkering zouden leven om het systeem van binnenuit op te blazen. Of dat ze hooguit een handeltje in drugs zouden hebben waarvan ze dan zelf de grootste afnemers zijn. Wat je echter ziet zijn mensen die met overgave een ambacht uitoefenen. Ze feesten als beesten en gaan helemaal uit hun dak op een punk concert, maar daarna worden er gewoon weer laarzen gemaakt. En dit met een serieusheid en kennis van zaken die vooral door de grote tegenstelling met hun woeste uiterlijk en grote inname van drugs en drank bijna aandoenlijk is.

‘The Boot Factory’ is fascinerend door de combinatie van het ongebruikelijke onderwerp en de totale openheid waarmee de vrienden zich door Kowalski hebben laten portretteren op hun goede, maar ook slechte momenten.

Diana Tjin-A Cheong