The Brain Eaters (1958)

Regie: Bruno VeSota | 60 minuten | horror, science fiction | Acteurs: Ed Nelson, Alan Frost, Cornelius Keefe, Joanna Lee, Jody Fair, David Hughes, Robert Ball, Greigh Phillips, Orville Sherman, Leonard Nimoy, Doug Banks, Henry Randolph, Saul Bronson

Invasies in kleine en afgelegen dorpsgemeenschappen door buitenaardse wezens… uitgangspunten die de kenners van horror- en science fictionklassiekers direct zullen doen denken aan de jaren 50 waarin in tal van Amerikaanse films de angst voor het communisme tot uitdrukking werd gebracht en die, compleet met de nodige anti-communistische ondertonen, tot meerdere gedenkwaardige films hebben geleid.

Ook in deze ‘The Brain Eaters’ van regisseur Bruno VeSota worden gelijksoortige uitgangspunten gehanteerd, met dit verschil dat de invasie uitgevoerd wordt door miljoenen jaren oude aardse parasieten. Voor VeSota’s film zal de conclusie echter luiden dat het geen hoogvlieger is. Allereerst valt het hoge tempo op waarmee van start wordt gegaan. Daarna komen in sneltreinvaart en achter elkaar gepropt de meeste gebeurtenissen langs. Met een onevenredige verdeling van de te korte beschikbare speeltijd, sommige scènes onnodig lang en andere te kort. Met veel heen en weer geren van de ene naar de andere locatie waar de verschillende ontwikkelingen zich voltrekken. Het gevolg is dat het een en ander een gejaagde en her en der afgeraffelde indruk maakt. Niet al te bevorderlijk voor een geslaagde sfeeropbouw, om de gebeurtenissen al te pakkend te laten overkomen of te zorgen voor een gepaste identificatie met de langskomende personages. Ook het gebrek aan verhalend vermogen van VeSota valt op, wanneer de gebeurtenissen herhaaldelijk als weinig samenhangend overkomen en daarnaast verduidelijkt moeten worden door de aanwezige voice-over. Iets dat helaas al voor een deel de afloop van het hele gebeuren doet vermoeden.

Een voorspelbaarheid die helaas ook op andere punten aanwezig is. Maken andere films in dit genre effectief en sfeerverhogend gebruik van zaken als vermoedens omtrent de aard van verschillende personages en onderlinge achterdocht, hier is vaak maar al te duidelijk wie er door de parasieten is overgenomen en wie niet. Aan de andere kant worden er weliswaar in alle onvoorspelbaarheid wat onverwachte plotwendingen tegenaan gegooid, maar verscheidene daarvan komen nogal uit de lucht vallen. Waarschijnlijk toegevoegd om wat aanvullende ontwikkelingen mogelijk te maken en het verhaal verder uit te diepen, maar ze komen herhaaldelijk onnodig of overbodig over. En het doet, naast de gaten en onlogischheden die toch al her en der zijn te bespeuren, aan de logica en de geloofwaardigheid van het een en ander geen goed.

Niet dat regisseur VeSota alles onverdienstelijk heeft uitgewerkt. Meerdere beklemmende scènes zijn, ook in alle voorspelbaarheid, wel degelijk aanwezig. Met name de scène waar de parasiet die de burgemeester heeft overgenomen onder diens kleding zichtbaar wordt, de scène die uit het oogpunt van een parasiet wordt weergegeven en de scène waar een nietsvermoedende wetenschapper wordt beslopen door een parasiet spreken tot de verbeelding en weten momenten van sfeer en spanning op te roepen zoals die in meer geslaagde producties in dit genre aanwezig zijn. Ook in de scène die zich in het voertuig van de parasieten afspeelt wordt er kundig gebruik gemaakt van mist en van licht en donker. En er komen enkele licht claustrofobische momenten tot stand als er wordt geprobeerd hulp van buiten het dorp in te roepen en dit niet zo makkelijk blijkt. Helaas zijn dit maar sporadische en kortdurende momenten in deze verder kwalitatieve niet al te hoogstaande productie, te weinig om deze film tot een van de meer gedenkwaardige films binnen het genre te rekenen.

Verder weinig gore of tot de verbeelding sprekende speciale effecten. De parasieten komen weinig in beeld en lijken in meerdere scènes zelfs doelbewust voor de kijker afgedekt te worden. Dat is niet per se een gemis, maar in de scènes waarin ze wel in beeld komen weten ze slechts een enkele maal een gedenkwaardige indruk te maken. In het algemeen geldt echter dat ze, evenals de overige voorbijkomende speciale effecten, ook voor een film uit deze jaren niet al te aansprekend worden weergegeven.

Qua acteurs en actrices zullen het voor de liefhebbers van scifi- en horrorklassiekers vooral onbekende namen zijn die voorbijkomen. De meest bekende naam uit deze jaren is wellicht acteur Ed Nelson, die in meerdere producties van al dan niet bedenkelijke kwaliteit in dit genre is verschenen. Een andere bekende naam is die van een jonge en bebaarde en buiten zijn stem onherkenbare Leonard ‘Star Trek’ Nimoy die mag optreden om als leider van de parasieten de traditionele uitleg over het een en ander te geven. Verder zijn het geen al te bekende namen die de revue passeren, met meestentijds weinig aansprekend acteerwerk. Hoewel de medewerkenden ook door de vormgeving van deze productie en door de herhaaldelijk weinig aan het verhaal toevoegende en twijfelachtige dialogen in hun mogelijkheden worden beperkt.

Het bovenstaande maakt deze film in zijn totaliteit tot een niet al te gedenkwaardige en niet al te interessante film, een die ondanks de aardse herkomst en de parasitaire aard van de ‘invaders’ niet veel bijdraagt aan het genre. Een overheersend gebrek aan budget lijkt hier bij deze zwart-wit B-film in eerste instantie verantwoordelijk voor. Voor de fans van jaren 50 horror/scifi B-films en andere geïnteresseerden heeft het zijn overduidelijke herkenbaarheden en daardoor ook zijn charme, net als de aanwezige tekortkomingen en onvolkomenheden in het verhaal of de vormgeving van de ontwikkelingen dat kunnen hebben. Maar met uitzondering van de enkele verdienstelijk vormgegeven scènes die deze ‘The Brain Eaters’ heeft te bieden, kan er voor beter geslaagde producties binnen dit genre beter naar andere titels uitgekeken worden.

Frans Buitendijk