The Brain That Wouldn’t Die (1962)

Regie: Joseph Green | 82 minuten | horror, science fiction | Acteurs: Jason Evers, Virgina Leith, Leslie Daniels, Adele Lamont, Bonnie Sharie, Paula Maurice, Marilyn Hanold, Bruce Brighton, Arny Freeman, Fred Martin, Lola Mason, Doris Brent, Bruce Kerr, Audrey Devereal, Eddie Carmel

In ‘The Brain That Wouldn’t Die’, uitgebracht in 1962, is het wederom de wetenschap die de veroorzaker van alle onheil is. Of beter gezegd, een van zijn beoefenaars daarvan. We maken kennis met Dr. Bill Cortner en uit de uitspraken die er direct in het begin worden gedaan wordt duidelijk dat hij zich als een soort Dr. Frankenstein met allerlei medische experimenten bezig houdt en zich daarbij niet geremd voelt door morele of ethische kwesties.

Snel valt ook op dat het een en ander niet al te overtuigend in beeld wordt gebracht. Het auto-ongeluk dat Bill en Jan krijgen, de manier waarop het hoofd van Jan in leven wordt gehouden, niet alleen de verandering die haar karakter heeft ondergaan maar ook de bovennatuurlijke gaven die ze vanuit het niets heeft gekregen, het vage monster – het resultaat van Bills mislukte medische experimenten – dat in een afgesloten ruimte gevangen wordt gehouden… het zijn taferelen die, ook waar de nodige pseudowetenschappelijkheid is vereist, geen enkele geloofwaardigheid hebben.

Dat het een en ander door de niet al te aansprekende presentatie niet bijster angstaanjagend overkomt zal geen verrassing zijn. Dit komt ook omdat er verder nogal wat tekortkomingen de revue passeren, zoals te lang uitgesponnen scènes die nergens heen gaan, een herhaaldelijk te langzaam tempo, nogal wat gepraat her en der, twijfelachtige dialogen… in combinatie met de weinig overtuigende decors en verschillende gaten in het verhaal. De verveling wil nogal eens toeslaan.

Meer positieve zaken in regisseur Greens film zijn Jans na haar onthoofding ontstane kwaadaardige inslag, de boze plannen die ze smeedt, Bills strooptocht wanneer hij op jacht gaat naar een nieuw lichaam voor zijn verloofde en het in het laboratorium opgesloten monster dat duidelijk steeds opstandiger wordt en probeert los te breken uit zijn donkere gevangenis. Samen met de momenten waarin dit monster zijn slachtoffers maakt weet dit dan nog enigszins een zekere mate van spanning op te roepen en de aandacht vast te houden, maar de verschillende beelden komen maar deels uit de verf. Daarnaast komen meerdere gebeurtenissen door de niet al te professionele aanpak meer dan eens onbedoeld humoristisch over.

Er is weinig aansprekend acteerwerk te bespeuren. Niet dat de ontwikkelingen in dit ‘mad scientist’ verhaal de acteurs overigens veel gelegenheid geven om te schitteren. Afgezien daarvan bewegen de diverse personages zich nogal houterig voort en gaan ze herhaaldelijk tot nogal onlogische handelingen over. Ook blijft identificatie achterwege doordat zo goed als alle personages, elk op hun eigen manier, over een kwaadaardige inslag beschikken of met de uitvoering van snode plannen bezig zijn.

Niet al teveel baanbrekende of aansprekende speciale effecten verder, met uitzondering van wellicht de momenten waarop het opgesloten monster zijn slachtoffers maakt en weet uit te breken. Verder wordt Jans in leven gehouden en pratende hoofd op de laboratoriumtafel aardig weergegeven, hoewel de overdadigheid waarmee het in beeld wordt gebracht en haar eeuwige gepraat en gezeur gaan vervelen. En met een even abrupt als vraagtekens oproepende afsluiting maakt dit ‘The Brain That Wouldn’t Die’ niet bepaald tot een hoogvlieger in het horror/science fiction genre. Met uitzondering van de liefhebbers van matig tot slecht vormgegeven B-scifi/horrorfilms uit de oude doos niet bepaald een film om reikhalzend naar uit te kijken.

Frans Buitendijk