The Caine Mutiny (1954)

Regie: Edward Dmytryk | 124 minuten | drama, romantiek, oorlog | Acteurs: Humphrey Bogart, José Ferrer, Van Johnson, Fred MacMurray, Robert Francis, May Wynn, Tom Tully, E.G. Marshall, Arthur Franz, Lee Marvin, Warner Anderson, Claude Akins, Katherine Warren, Jerry Paris, Steve Brodie

Waarschuwing! Deze film is niet echt gebeurd. De openingsboodschap wijst ons er (iets te nadrukkelijk) op dat er nog nooit sprake is geweest van muiterij in de Amerikaanse marine. En zeker niet tijdens de Tweede Wereldoorlog. De karakterstudie van mannen onder stress moeten we echter wel serieus nemen. En niet alleen omdat de film is gebaseerd op het Pulitzerprijswinnende boek van Herman Wouk (dat tevens voor toneel bewerkt is). Als de boodschap vooraf ons íéts duidelijk maakt, dan is het dat hier weliswaar gaat om een fictieve setting, maar toch vooral om échte mannen. Zoals ze nog bestonden in 1954, het jaar dat de film werd uitgebracht.

Om maar meteen met een echte man in huis te vallen: Humphrey Bogart speelt majoor Queeg, een marinier met een stressvol verleden die het schijnbare zooitje ongeregeld op mijnenveger Caine wel eens in het gelid zal zien te krijgen. Dat de bemanning van de Caine er een eigen manier van werken op nahoudt is dan al duidelijk. Majoor Challee (een verrukkelijke rol van E.G. Marshall), die door Queeg wordt vervangen, maalt niet om marineprotocol en zijn bemanning vaart er wel bij. Los van dat matrozen en officieren gezamenlijk niet echt zitten te wachten op Queegs strikte handhaving, blijkt de majoor ook wat eigenaardige persoonlijkheidstrekjes te vertonen.

Luitenant Keefer (Fred MacMurray), die zich als schrijver verdiept heeft in de psyche van de mens, is de eerste die Queeg verdenkt van paranoia. Het kost hem de nodige moeite om de rest van de staf te overtuigen, maar naarmate Queegs gedrag merkwaardiger wordt, kan de rest er niet meer omheen. Als Queeg tijdens een zware storm in paniek lijkt te raken en in het wilde weg de verkeerde orders geeft, grijpt luitenant Steve Meryk (Van Johnson) in en neemt het commando over. Dat komt hem op verdenking van muiterij te staan en hij moet voor de krijgsraad verschijnen. Zo mondt ‘The Caine Mutiny’ uit in een rechtbankdrama à la ‘A Few Good Men’ (1992).

De film heeft dan allang indruk gemaakt door de mooie typeringen, het onderlinge gekonkel en de prachtige scheepsopnames. Maar eigenlijk komt hij pas echt op stoom in de rechtbank. En het is vooral José Ferrer die daar de show steelt als luitenant Barney Greenwald, de advocaat van Maryk. Prachtig subtiel spel en een weergaloze zelfverzekerdheid. Dat Queeg gaat breken (zoals ook Jack Nicholsons kolonel Jessup zichzelf onherroepelijk ontmaskert) staat vast. Maar de wijze waarop Greenwald hem uit de tent lokt is met zorg omkleed. De zee wordt allang niet meer gemist – het zijn de woelige baren in Queegs hoofd die inmiddels tot de verbeelding spreken.

Jammer is dat de film voor een deel uit het oogpunt van marinebroekie Willie Keith wordt verteld, gespeeld door rijzende ster Robert Francis. Zijn voortijdige dood (Francis kwam om bij een vliegtuigongeluk, met slechts drie films op zijn naam) kan niet verhullen dat hij eigenlijk maar betrekkelijk weinig in zijn mars had. Het romantische subplot met May Wynn (ook haar echte naam) leidt meer af dan dat het toevoegt. Maar los daarvan blijft ‘The Caine Mutiny’ een regelrechte klassieker met een cast om van te watertanden. Terecht genomineerd voor zeven Oscars, zonder er ook maar eentje in de wacht te slepen, helaas.

Wouter de Boer

Waardering: 4

Bioscooprelease: 26 november 1954
Blu-ray-release: 21 november 2012