The Desert Trail (1935)

Regie: Lewis D. Collins | 54 minuten | western | Acteurs: John Wayne, Mary Kornman, Paul Fix, Eddy Chandler, Carmen Laroux, Lafe McKee, Al Ferguson, Henry Hall

‘The Desert Trail’ is een redelijk te pruimen vroege B-western met John Wayne, die dynamisch begint, maar na verloop van tijd toch een beetje vermoeit door herhaling van dezelfde zetten en een niet bijster boeiend verhaal over persoonsverwisseling en valse beschuldiging. Interessant is dat Wayne niet de typische cowboy-goedzak is in deze film en dat ook de schurken (of niet alle schurken) louter slecht zijn. En de aanwezigheid van een aantrekkelijke Mary Kornman geeft de film de benodigde afwisseling en speelsheid. De ondeugende scènes waarin zij Wayne’s personage John Scott voor het eerst ontmoet zijn de leukste in de gehele film. Ze maken van ‘The Desert Trail’ een redelijk vermakelijke film die net geen overtuigende aanbeveling verdient.

In de openingsscène is de kijker getuige van de dynamiek tussen maatjes John Scott (Wayne) en Kansas Charlie (Eddy Chandler), waarvan de laatste kennelijk een soort playboy moet voorstellen die erg in trek is bij de vrouwen en hierdoor zelf in de problemen komt. Hij besluit om voortaan doofstom te zijn wanneer het op vrouwen aankomt. Zijn personage is niet heel geloofwaardig maar het zorgt wel voor een paar amusante momenten wanneer het volgende potentieel gevaarlijke exemplaar bij het tweetal in de koets komt zitten en Kansas Charlie inderdaad zijn mond houdt terwijl de tegenover hem zittende John Scott hem half belachelijk maakt bij de vrouw in kwestie. De wisselwerking tussen Chandler en Wayne blijft een tijdje leuk, maar op een gegeven moment verandert deze teveel in een soort slapstickroutine, waarbij de laatste de eerste op zijn tenen stampt en een klap verkoopt om hem terecht te wijzen.

Er zitten verschillende achtervolgingen en schietpartijen in ‘The Desert Trail’ maar erg spannend wordt het nooit, wat deels komt door de wat warrige montage en de set-up van de scènes, waarbij personages bijvoorbeeld zomaar dwars door vuurlinies blijken te kunnen lopen zonder geraakt te worden. Wel is het aardig dat één van de schurken een menselijke kant blijkt te hebben en zichzelf aan wil geven. Maar het leukste, en ook meest eigenaardige, zijn de scènes waarin Wayne’s personage dat van Mary Kornman ontmoet, in een winkeltje. Hij is duidelijk gecharmeerd van haar en vraagt haar daarom twee keer achter elkaar om een potje van de bovenste schap te pakken zodat hij haar achterwerk eens ongegeneerd kan bekijken wanneer ze het kleine trapje opgaat. Heel wat voor een film uit 1935. En wanneer ze de tweede keer bij het potje is aangekomen, trapt Wayne het trapje zelfs onder haar vandaan zodat ze naar beneden valt, in zijn armen. Stout, maar zeker amusant.

Bart Rietvink