The Devil’s Backbone – El Espinazo del diablo (2001)

Regie: Guillermo del Toro | 106 minuten | fantasie, thriller | Acteurs: Eduardo Noriega, Marisa Paredes, Federico Luppi, Fernando Tielve, Íñigo Garcés, Irene Visedo, José Manuel Lorenzo, Francisco Maestre, Junio Valverde, Berta Ojea, Adrián Lamana, Daniel Esparza, Miguel Ortiz, Juan Carlos Vellido, Javier González

De maker van ‘Pan’s Labyrinth’, een van de beste films van 2007, schreef en regisseerde in 2001 ook al zo’n goeie film over de Spaanse burgeroorlog. Althans, in beide verhalen vormt de Spaanse burgeroorlog het decor voor gebeurtenissen die niet direct voortvloeien uit die oorlog, maar er wel mee samenhangen. In beide verhalen speelt een kind de hoofdrol, terwijl beide verhalen niet voor kinderen bedoeld zijn.

‘The Devil’s Backbone’ (‘El Espinazo del diablo’) is nog niet zo speciaal als ‘Pan’s Labyrinth’, maar komt behoorlijk in de buurt. De zesde film van de Mexicaanse regisseur en scriptschrijver Guillermo Del Toro komt vier jaar na het teleurstellende ‘Mimic’ (1997) en maakt genoeg indruk in Hollwood om hem weer eens terug te vragen, kennelijk. ‘Blade II’ (2002) en ‘Hellboy’ (2004) volgen, beide aardige Hollywoodprodukties, maar het duurt nog weer twee jaar voor hij opnieuw een écht goeie, Spaanstalige, film maakt (‘Pan’s Labyrinth’). Dichter bij huis, zeg maar.

Een van de andere centrale gegevens in Del Toro’s werk is het occulte, of het onbekende, ‘aan gene zijde’. Het fascineert hem, zoals het de meeste mensen fascineert. En hij weet er mooi over te vertellen. In beeld, prachtig gefilmd, mooi geluid, mooie kleuren, prachtige shots van en in een tot de verbeelding sprekende omgeving. In ‘The Devil’s Backbone’ stelt hij ons de interessante vraag: wat is een geest? Is dat iets kwaads, iets verschrikkelijks? Het is in ieder geval iets waar de meeste mensen bang voor zijn. Zijn benadering is een beetje zoals ‘The Sixth Sense’ (1999) van M. Night Shyamalan. Del Toro maakt het aannemelijk én spannend dat geesten, hoewel ze niet persé onze vrienden zijn, ons wel iets kunnen leren, over geheimen bijvoorbeeld. Niets is wat het lijkt, altijd een mooi uitgangspunt voor een film. En uiteindelijk zijn het vooral de mensen zelf die het engst zijn!

Dat hebzucht het slechtste in de mens naar boven brengt is ons inmiddels wel bekend. De Spaanse acteur Eduardo Noriega zet een prima bad guy (Jacinto) neer, verscholen achter het masker van een mooie, jonge man die veel te verbergen heeft en uiteindelijk maar aan één ding denkt: zichzelf. Hij gaat voor zijn hebzuchtige dromen over lijken. Dat is nu precies de test die oorlog ons stelt: kunnen we alleen overleven, of hebben we elkaar dan juist nodig? Waarvoor kiezen we? De Spaanse burgeroorlog vormt wat dat betreft een prima decor waarin de zaken flink op scherp staan.

‘The Devil’s Backbone’ is een plaatje, met inhoud, een spannende vertelling. Het enige minpunt aan de film is de titel. Het duwt de film in de richting van horror, maar het is veel meer dan dat. Er zitten geen echte gore elementen in en het verhaal is soms eng, maar niet té. Het is ook geen fantasy film, alles is juist heel realistisch. Kinderen spelen een grote rol, maar het wordt nooit kinderachtig. ‘Een thriller met een bovennatuurlijk tintje’, zo zou het beter omschreven kunnen worden. Én een film over echte mensen, met dromen en verlangens, want daarmee tilt supertalent Del Toro, die vooral als horror of fantasy regisseur wordt gezien, zijn films ver boven het gemiddelde uit. Topcinema.

Arjen Dijkstra