The Garden of Allah (1936)

Regie: Richard Boleslawski | 79 minuten | drama, romantiek, avontuur | Acteurs: Marlene Dietrich, Charles Boyer, Basil Rathbone, C. Aubrey Smith, Joseph Schildkraut, John Carradine, Alan Marshal, Lucile Watson

De naam Richard Boleslawski zal weinig mensen bekend in de oren klinken. Heb je het echter over David O. Selznick, de producent van ‘The Garden of Allah’, dan komen er ongetwijfeld gedachtes aan filmgrootsheid naar boven. Deze ware “movie mogul” was verantwoordelijk voor de totstandkoming van verschillende legendarische films, niet in de minste plaats ‘Gone With the Wind’ (’39) en ‘King Kong’ (’33). Ook deze Dietrich-film is een productie van zijn hand. Hij zocht een verhaal voor zijn eerste technicolor-film, en besloot tot de verfilming van het, met zijn exotische omgevingen visueel aantrekkelijke, verhaal ‘The Garden of Allah’, oorspronkelijk een boek uit 1904 van Robert Hitchens. Een boek, dat ook al in 1916 en 1927 verfilmd was. Maar nu dus met geluid, prachtige nieuwe kleuren… en Marlene Dietrich.

Aanvankelijk wilde Selznick de film met Greta Garbo maken, maar vanwege meningsverschillen met de filmstudio, moest hij naar alternatieven zoeken. Hij kwam uit bij Dietrich, een actrice die qua “screen presence” niet veel onderdoet voor Garbo of andere diva’s uit die tijd. Selznick, en met hem regisseur Boleslawski, beseften dit ook en laten dan ook geen moment voorbij gaan om een liefdevolle close-up van haar gezicht te tonen. Eigenlijk vormt haar persoon de grootste attractie van de film: haar smeulende blik en goudblonde haren, en haar lichaam gehuld in weelderige kostuums maken van Dietrich zeer aangename beeldvulling. Haar dromerige ogen en verleidelijke wimpers houden ons meermaals in hun ban, terwijl haar gezichtsuitdrukking niet veel weggeeft over haar ware gevoelens en zo de kijker laat gissen naar haar diepere verlangens.

Charles Boyer stelt ook niet teleur. Hij lijkt immer in gedachten verzonken te zijn en wanneer hij spreekt is het op een dromerige, wat geaffecteerde wijze. Soms wat té geaffecteerd om met een serieus gezicht naar de film te blijven kijken, maar in een dergelijk melodramatische Hollywoodproductie heeft dit ook wel weer een leuke kitscherige charme.

Veel meer hoef je er echter niet van te verwachten. De film is amusant kitscherig, met van die typische, ouderwetse dialoog die gepaard gaat met grote gebaren en naar de hemel gerichte gezichten, maar het verhaal heeft nauwelijks iets om het lijf en is door de summiere uitwerking eerder banaal dan emotioneel krachtig. De film is over voor hij goed en wel is begonnen en potentieel dramatische ontwikkelingen worden soms gewoon overgeslagen. Het ene moment beginnen Dietrich en Boyer aan een grote reis in de woestijn, en het volgende moment hebben ze er al verschillende weken opzitten, waarin ze, zo horen we later van Boyer, naar elkaar toe zijn gegroeid.

Gelukkig zijn veel scènes en shots op zichzelf genomen prima te genieten. Of het nu gaat om een exotische dansopvoering in het begin van de film, de eerste ontmoetingen tussen Boris en Domini, of de mooie beelden van de woestijn, er is altijd wel iets gaande in beeld wat de aandacht erbij houdt. De prachtige cinematografie en belichting zijn hier ook goeddeels verantwoordelijk voor. En de volle, zwaar door strijkers gedomineerde muziek is bijna constant aanwezig en houdt het midden tussen melodramatisch en episch.

De film is de moeite waard voor de visuele kwaliteiten en Dietrich (aspecten die niet geheel los van elkaar te zien zijn), maar verder zal er niet veel van blijven hangen. Niet dat dit heel erg is. Het is gewoon een charmante film met goede productiewaarden en de nodige “star power”, niet meer en niet minder.

Bart Rietvink

Waardering: 3