The Great Train Robbery (2013)

Regie: Julian Jarrold, James Strong | 180 minuten | biografie, drama | Acteurs: Jim Broadbent, Luke Evans, Robert Glenister, Jack Roth, Paul Anderson, Nicholas Murchie, Martin Compston, Del Synnott, Bethany Muir, Eric Hulme, Neil Maskell, Jack Gordon, James Bye, George Ward, Mark Ashwell, Al Powell James Fox, George Costigan, Bradley Snelling, Richard Hope, Alexa Morden, Tim Pigott-Smith, Tom Chambers, Nick Moran, James Wilby

In Groot-Brittanië zal iedereen het verhaal kennen: daar is treinrover Bruce Reynolds (hier neergezet door Luke Evans) zelfs uitgegroeid tot een soort volksheld. Dit heeft veel te maken met de onwaarschijnlijk hoge straffen die zijn uitgedeeld aan Reynolds en zijn kompanen. 25 à 30 jaar… moordenaars en verkrachters kwamen met minder weg. Maar de Britse regering nam de zaak hoog op en zag het als een aanval op de autoriteit van de staat. Er werd een ongeëvenaarde 2,5 miljoen pond buitgemaakt (omgerekend naar 2015 een dikke 50 miljoen euro) – veel meer dan de ‘bedoeling’ was, en dat kon Hare Majesteit (die op de biljetten stond afgebeeld) niet over haar kant laten gaan. Die stuurt dan ook haar beste agent erop af, Tommy Butler (Jim Broadbent) die zich als een pitbull in de zaak vastbijt en niet meer loslaat tot hij iedereen achter slot en grendel heeft gekregen. Hoe onrechtvaardig de straffen ook waren, het levert in ieder geval een erg boeiend verhaal op, zowel vanuit het perspectief van de rovers als van dat van de politie die hen op de hielen zit. De drie uur durende en continu fascinerende (mini)serie ‘The Great Train Robbery’, die beide oogpunten verbeeldt, is hiervoor in ieder geval een onomstotelijk bewijs.

De twee perspectieven zorgen niet voor, zoals wel vaker het geval is geweest in (recente) films en series, een andere blik op precies dezelfde gebeurtenissen. Hoewel er wel enige overlap is, is het in feite één doorlopend verhaal; zij het één waarin het perspectief halverwege wisselt. Dit maakt het, in zekere zin, net even wat interessanter en onvoorspelbaarder. Wanneer het stokje wordt overgegeven aan de agenten weet je bijvoorbeeld niet (voortdurend) waar de treinrovers zich bevinden of wat ze aan het doen zijn. En het is dat het hier historische feiten betreft, maar anders zou het voor iedereen tot het eind toe een verrassing zijn gebleven hoe het afloopt.

De perspectiefwisseling voegt ook echt wat toe. Wanneer de politie de (inmiddels) verlaten boerderij bezoekt waar de rovers zich schuil hebben gehouden, zie je niet alleen zomaar wat rommel liggen – flesjes bier, kleding, asbakken – maar zie je ook meteen voor je wat zich hier heeft afgespeeld. En wanneer de politie aanwijzingen aan het verzamelen is en profielen probeert te schetsen va de rovers, is het interessant om meer kennis te hebben en te kunnen zien hoe dichtbij ze zijn of juist hoezeer Reynolds en zijn bende verkeerd getypeerd worden.

Luke Evans is degene die dit verhaal goeddeels op zijn schouders moet dragen, als de charismatische leider van de treinrovers, Bruce Reynolds, en hierin slaagt hij met vlag en wimpel. Evans kent iedereen nu vooral als Bard de boogschutter in de twee laatste Hobbit-verfilmingen van Peter Jackson. Het moet toch gezegd worden dat Jackson een goed oog heeft voor acteertalent (en voor goede casting). Martin Freeman had natuurlijk al wat gerespecteerde rollen gespeeld (vooral als Watson in de BBC-serie ‘Sherlock’), maar niet iedereen had hem meteen als geïnspireerde vertolker van de eigenzinnige hobbit Bilbo te zien. Het bleek een meesterzet van Jackson. Hetzelfde geldt voor het gebruiken van de relatief onbekende Evans voor de rol van Bard. Hij maakte indruk als leider van de mensen van Laketown en het bleek geen toevalstreffer. Als Bruce Reynolds is hij innemend, ambitieus, af en toe (richting bepaalde personen) lichtelijk arrogant, maar ook duidelijk kwetsbaar en onzeker, zonder dat dit echt ten koste gaat van zijn overwicht. Het is een delicate balans die hij hier weet te vinden. Enerzijds is hij menselijk, toegankelijk, en iemand die niet alle wijsheid in pacht heeft. Anderzijds is hij iemand die moed en een goed stel hersenen heeft. Iemand die, als het erop aankomt, weet hoe (of in ieder geval dát) hij moet handelen en niet bang is om zijn verantwoordelijkheid te nemen of de lakens uit te delen. Zijn mystieke ‘grootsheid’ blijft grotendeels intact, maar tegelijkertijd is hij duidelijk één van ‘ons’.

Dat Jim Broadbent vrijwel elke rol naar zijn hand kan zetten en altijd indruk maakt, hoeft geen verrassing te heten, maar toch is het ook hier weer opmerkelijk hoe moeiteloos hij in de huid kruipt van toprechercheur Butler. Op het eerste gezicht een stoffige bureaucraat, maar in realiteit een meedogenloze wreker die weinig opheeft met teambuilding. Hij drinkt geen pint met zijn collega’s na een eindeloze dag van het verzamelen van aanwijzingen. Hij laat iedereen dubbele uren draaien, maar af en toe eens een dagje vrij of het uitbetalen van overuren is voor hem een onbekend concept. Het is een man met een missie. Misschien iets minder flamboyant dan Tommy Lee Jones in ‘The Fugitive’ maar zeker niet minder vastberaden.

Het verhaal zelf, zeker voor degenen die weinig bekend zijn met de historische details, is bijna altijd boeiend. De wijze waarop Reynolds zijn bende bij elkaar krijgt, de knulligheden en juist slimmigheden die hierbij komen kijken, en uiteindelijk de anticipatie op de uitwerking van het plan – zou het ze gaan lukken? – zorgt hoe dan ook voor spanning. De manier waarop het ‘moment suprème’ gefilmd wordt – als de trein tot stilstand wordt gebracht – zorgt ervoor dat je echt met de bende meeleeft. Dit geldt alleen tot op zekere hoogte ook voor de agenten. Op de een of andere manier blijft het mooi om te zien hoe ze de aanwijzingen verzamelen en tot de juiste conclusies komen. Je wilt zien hoe ze hierin slagen. Tegelijkertijd gaat het soms zo makkelijk – de treinrovers waren niet allemaal even zorgvuldig in het uitwissen van de sporen – dat er bijna geen uitdaging is, en het dus ‘leuker’ om te zien is hoe de underdog wint. Als dan ook de leider van de dieven een stuk charmanter en sympathieker is dan de onderzoeker die achter hem aanzit, is het wel duidelijk wie het succes meer gegund wordt; ook door de filmmakers. Reynolds’ status als volksheld is dan wat overtrokken – uiteindelijk heeft hij een misdaad begaan en zijn er wel degelijk mensen, weliswaar onbedoeld, ingrijpend door geschaad – een straf van dertig jaar (waarvan hij overigens slechts een derde heeft uitgezeten) is natuurlijk belachelijk. Los daarvan zorgt een grootse diefstal, hoe je het ook wendt of keert, gewoon een goed onderwerp voor pakkende cinema. Dat deze diefstal vervolgens zo kundig in beeld is gebracht en geacteerd wordt, is natuurlijk alleen maar goed nieuws voor de kijker.

Bart Rietvink

Waardering: 4

DVD- en blu-ray-release: 24 februari 2015