The Hudsucker Proxy (1994)

Regie: Joel Coen, Ethan Coen | 111 minuten | drama, komedie | Acteurs: Tim Robbins, Jennifer Jason Leigh, Paul Newman, Charles Durning, John Mahoney, Jim True-Frost, Bill Cobbs, Bruce Campbell, Harry Bugin, John Seitz, Joe Grifasi, Roy Brocksmith, John Wylie, I.M. Hobson, Gary Allen, John Scanlan, Richard Woods, Jerome Dempsey, Peter McPherson, David Byrd, Christopher Darga, Patrick Cranshaw, Robert Weil, Mary Lou Rosato, Ernest Sarracino, Eleanor Glockner, Kathleen Perkins, Joseph Marcus, Peter Gallagher, Noble Willingham, Barbara Ann Grimes, Thom Noble, Steve Buscemi, William Duff-Griffin, Anna Nicole Smith, Arthur Bridgers, Sam Raimi, Jon Polito, John Goodman

Meer dan tien jaar zijn Joel en Ethan Coen en Sam Raimi bezig geweest met het schrijven, produceren en filmen van hun eerste big-budgetfilm ‘The Hudsucker Proxy’ (1994), een satire waarin ze de snelle, keiharde en corrupte wereld van de industriemagnaten op de hak nemen. Hun naam als excentrieke, geniale en onconventionele filmmakers hadden de Coen Brothers reeds gemaakt met films als ‘Blood Simple’ (1984), ‘Miller’s Crossing’ (1990) en ‘Barton Fink’ (1991) en hoewel ze nog altijd niet bekend stonden als ‘mainstream’ – evenals hun collega Raimi trouwens – werd ‘The Hudsucker Proxy’ een van hun meest toegankelijke films. Desondanks staat de film te boek als een van hun weinige flops. Dat is overigens niet terecht, want ‘The Hudsucker Proxy’ vermengt op ingenieuze wijze verschillende genres met elkaar en vormt een uistekende ode aan de klassieke screwballcomedies. Zoals we van de Coen Brothers verwachten staat ook deze film weer bol van de kleurrijke personages, messcherpe oneliners, absurde situaties en onmiskenbare knipogen naar het Hollywood van weleer.

De hoofdrol in ‘The Hudsucker Proxy’ wordt gespeeld door Tim Robbins, die niet lang daarvoor naam had gemaakt als de ultieme satireacteur met rollen in Robert Altmans ‘The Player’ (1992) en zijn eigen regiedebuut ‘Bob Roberts’ (1992). In zijn eerste en vooralsnog enige samenwerking met de Coen Brothers speelt Robbins Norville Barnes, een simpele ziel uit het gehucht Muncie, Indiana die naar New York is vertrokken op zoek naar een baan. Precies op het moment dat hij het immense gebouw van Hudsucker Industrie binnenstapt, vliegt de grote baas van het bedrijf, Waring Hudsucker (Charles Durning) naar buiten. Hij is zojuist van 44 hoog het raam uitgesprongen omdat hij geen zin meer had in het oeverloze gewauwel van de raad van bestuur. Hudsuckers dood zorgt voor de nodige paniek bij de bestuursleden. Hij laat namelijk geen testament na en heeft geen erfgenamen, wat betekent dat zijn aandelen verkocht dienen te worden. Algemeen directeur Sidney J. Mussberger (Paul Newman) is vastberaden de aandelen in waarde te doen dalen zodat de bestuursleden ze zelf op kunnen kopen. Hij zet een snood plan op om het bedrijf ten gronde te richten door de meest incompetente medewerker op de directiestoel te posteren. En laat nu net Norville Barnes zijn aangenomen op de postkamer…

‘The Hudsucker Proxy’ kent een simpele basis: een op het oog knullige nieuwkomer wordt gebruikt als speelbal van corrupte en invloedrijke zakenlieden. Zagen we dat ook niet al in ‘Trading Places’ (1983) van John Landis? Hoewel die film zeker erg grappig is, delft hij het onderspit ten opzichte van ‘The Hudsucker Proxy’. De Coen Brothers zijn daar zeker verantwoordelijk voor. Zij bouwen het simpele uitgangspunt uit tot een bizarre en overweldigende kijkervaring en durven genres door elkaar te mixen. Alleen al op het visuele vlak hebben ze een streepje voor: niet alleen dankzij het innovatieve camerawerk van Roger Deakins, maar ook dankzij de schitterende sets. Neem bijvoorbeeld het fantastische openingsshot van de besneeuwde skyline van New York. Natuurlijk weten we nu dat de Coen Brothers zichzelf nog vele malen zouden overtreffen, maar ‘The Hudsucker Proxy’ is een prima voorbode van wat nog komen zou. De film zit boordevol fantastische scènes. Eén van de hoogtepunten is de uitermate grappige scène waarin Norville instructies krijgt over zijn werk in de postkamer. De postkamer zorgt overigens sowieso voor veel hilariteit: het moment stilte dat in acht genomen wordt voor Waring Hudsucker wordt uiteraard ingehouden op het loon!

Hoewel Tim Robbins prima voor de dag komt als schlemielig slachtoffer van een gemeen en corrupt spel van hoge bazen en Paul Newman (wiens rol in ‘Hud’ (1963) uiteraard tot de nodige woordgrappen leidt) zichtbaar bijzonder veel plezier heeft in het portretteren van een sigaren kauwende slechterik, is het Jennifer Jason Leigh degene die de show steelt. Ze speelt Amy Archer, een bikkelharde journaliste die er prat op gaat dat ze een Pulitzer Prize op de schoorsteenmantel heeft staan en undercover gaat bij Hudsucker omdat ze ontdekt heeft dat daar iets niet helemaal pluis is. Haar personage lijkt regelrecht afkomstig te zijn uit de screwballcomedies uit de jaren dertig, veertig en vijftig en Amy doet sterk denken aan de wervelwind die Rosalind Russell speelde in de klassieker ‘His Girl Friday’ (1940). Leigh heeft ook goed gekeken naar Barbara Stanwyck en Katharine Hepburn, die eveneens zeer berdreven waren in deze ‘one of the boys’-types. Vooral de scènes die ze speelt met Bruce Campbell en John Mahoney, op de redactie van de krant, zijn hilarisch vanwege het spervuur aan oneliners. Let op de vele bekende gezichten in bijrollen. Onder anderen Steve Buscemi, John Goodman (onder het pseudoniem Karl Mundt), Bill Cobbs, Jon Polito, Peter Gallagher, Sam Raimi en Anna Nicole Smith komen voorbij.

‘The Hudsucker Proxy’ bracht de Coen Brothers wellicht niet het succes waar ze op hoopten, maar dat mag de pret zeker niet drukken. Want hoewel we inmiddels nóg beter gewend zijn van dit geniale duo, mag de trouwe fan ook deze film zeker niet missen. ‘The Hudsucker Proxy’ biedt volop vertier, dubbele bodems, scherpe oneliners en personages die je niet gauw vergeet. Van een simpel uitgangspunt weten de Coen Brothers een bizarre zwarte satire te maken waar ze, als klap op de vuurpijl, ook nog eens spelen met de conventies van diverse genres. Vermaak met een hoofdletter V!

Patricia Smagge

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 2 juni 1994