The Hustler (1961)

Regie: Robert Rossen | 130 minuten | drama, romantiek, sport | Acteurs: Paul Newman, Jackie Gleason, Piper Laurie, George C. Scott, Myron McCormick, Murray Hamilton, Michael Constantine, Stefan Gierasch, Clifford A. Pellow, Jake LaMotta, Gordon B. Clarke, Alexander Rose, Carolyn Coates, Carl York, Vincent Gardenia

Fast Eddie Felson is de rol die Paul Newman eindelijk zijn zo verdiende Oscar bezorgde, de eerste en enige uit niet minder dan tien nominaties. De uiteindelijke ontvangst heeft echter vijfentwintig jaar op zich laten wachten. De nominatie voor de vertolking van het met zichzelf worstelende en daarmee voor Newman zo karakteristieke personage dat hij in 1961 in ‘The Hustler’ creëerde, werd namelijk pas in het door Martin Scorsese geregisseerde vervolg ‘The Color of Money’ in 1986 verzilverd. En dat is simpelweg een kwart eeuw te laat, zo luidt de enige juiste conclusie na het zien van deze klassieker over een geboren loser die maar niet wil winnen. Al is het maar omdat Newman vóór deze film nog nooit een poolkeu had aangeraakt.

Hustler Eddie Felson is namelijk de allerbeste in de sport van poolbiljart, maar zijn eigenzinnige, jongensachtige karaktertrekken zitten hem in de weg op momenten waar het er echt op aan komt. Zijn oplichterij blijft steeds beperkt tot kleinschalige zwendelarijen in achterbuurtkroegen en duistere spelhallen, waar hij met zijn uiterlijk, charmes en vooral poolkunsten iedereen te slim af is. En als hij genoeg geld bij elkaar gesprokkeld heeft om het tegen de grote Minnesota Fats (Jackie Gleason) op te nemen, moet hij daar uiteindelijk en door eigen schuld toch zijn meerdere in erkennen. De montage van de 36 uur durende titanenstrijd tussen Eddie en Fats is – zeker voor die tijd – een masterclass in cinematografie en art direction, dankzij de prachtige zwart-wit beelden, de overlappende overgangen en soepele speloverzichten. Niet ontoevallig de enige twee categorieën uit in totaal negen nominaties (waaronder beste film, beste regisseur en maar liefst vier acteererkenningen) waarin de jury van de Academy wel uitbetaalde. Maar naast het fantastische beeldwerk is de montage ook een treffend overzicht van de verschillen tussen de twee grootmeesters. De patser versus de prof. De arrogante, onvolwassen en zichzelf op de borst kloppende Eddie wil van geen stoppen weten als hij aan de winnende hand is en kan niet het laten om zijn tegenstander subtiel belachelijk te maken. “I’m the best you’ve ever seen, Fats. I’m the best there is. And even if you beat me, I’m still the best.” Hoogmoed komt voor de val, en de gokkers die zich rond de pooltafel verzameld hebben weten dat maar al te goed: “Stay with this kid; he’s a loser,” zo wordt Fats aangespoord de strijd door te zetten. En terwijl de overmoed en het alcoholgebruik toenemen, veranderen de verhoudingen. En het is dan niet het spel, maar de onderkoelde en buitengewoon professionele houding van Fats die de balans uiteindelijk in zijn voordeel doen omslaan. Wat Eddie en zijn zakenpartner Charlie op een handvol dollars na ruïneert, en de geslepen sjacheraar doet besluiten te stoppen met de sport waar hij zo oppermachtig in is.

Hiermee wordt de plotvorderende karakterontwikkeling ingezet waar het personage Felson zo om schreeuwt en waar de acteur Newman zich zo op uit kan leven. Het script zet daar meestergokker Bert Gordon (George C. Scott) en liefdesinteresse Sarah Peckard (Piper Laurie) voor in (na Newman en Gleason de nummers drie en vier die terecht door Oscar werden genomineerd), die Fast Eddie laten zien hoe hij een winnaarsmentaliteit kan ontplooien. Door de berekenende praktijken van Gordon (die Felson op Faustiaanse wijze inlijft) en de beslommeringen en affectie van de mentaal zoekende Peckard realiseert de uit Oakland, California afkomstige poolvirtuoos zich langzaam hoe hij zichzelf en zijn talent structureel tekort doet. De potentiële omslag die Fast Eddie daarmee kan maken is de crux van het verhaal, dat zijn onvermijdelijke climax vindt in de uiteindelijke rematch met Minnesota Fats. De sublieme vertolkingen van de cast, het intelligente script, de fantastische cinematografie en het intrigerende decor gebaseerd op een archetypisch Amerikaanse traditie van gokpraktijken rond sportevenementen vormen een exceptioneel geheel. ‘The Hustler’ is daarmee een klassieker in het algemeen, en één van Newmans beste werken in het bijzonder.

Robert Nijman