The Invisible Man (1933)

Regie: James Whale | 67 minuten | science fiction, horror, thriller | Acteurs: Claude Rains, Gloria Stuart, William Harrigan, Henry Travers, Una O’Connor, Forrester Harvey, Holmes Herbert, E.E. Clive, Dudley Digges, Harry Stubbs, Donald Stuart, Merle Tottenham

Dit verhaal is een verfilming van het verhaal van H.G. Wells uit 1897 en gaat over een geleerde die door een mislukt wetenschappelijk experiment onzichtbaar is geworden, geestelijk is doorgeslagen en daarbij het plan heeft opgevat om de wereldheerschappij te verkrijgen. De film volgt gedeeltelijk Wells’ verhaal maar dit maakt het er niet minder interessant op.

Wat deze film het meest interessant maakt zijn de speciale effecten die fascinerend voor het toenmalige publiek moeten zijn geweest. Door de studio’s van Universal is destijds zes maanden gewerkt aan de vormgeving van het een en ander. Voorwerpen werden bewogen door middel van door belichting onzichtbare gemaakte draden of via studiomedewerkers die geheel in het zwart gekleed niet zichtbaar afstaken tegen een zwarte achtergrond. Daarnaast werden er ook beelden uit de film zelf onder een microscoop met kleine penseeltjes handmatig bewerkt. Als een logisch gevolg van de onzichtbaarheid van de hoofdpersoon hebben de speciale effecten voor het grootste deel betrekking op zwevende voorwerpen: hemden, broeken, stenen, sigaretten, handschoenen, hoeden, fietsen en nog veel meer voorwerpen die ook op andere manieren een eigen leven lijken te leiden. De speciale effecten komen, hoe kan het ook anders, in vergelijking met hedendaagse effecten vrij simpel over, maar zijn nog steeds effectief en interessant, allereerst om een idee te krijgen van wat er toendertijd qua diverse speciale effecten haalbaar was en vanwege de humor die er in meerdere situaties mee verwerkt is.

Naast de geslaagde humor die ontstaat als gevolg van de speciale effecten in diverse situaties, is er ook de nodige humor als gevolg van het optreden van diverse personen…dat wellicht toendertijd als grappig werd ervaren, maar heden ten dage niet altijd even geslaagd en soms ook gedateerd overkomt. Het suffig gedrag en de verdwaasde gezichtsuitdrukkingen van met name de plaatselijke dorpelingen die met Griffin in aanraking komen zijn daar voorbeelden van. Wat betreft humoristisch bedoeld gedrag lijkt actrice Una O’Connor in deze jaren getypecast als praatziek en hyperactief karakter. Ook is er van haar kant meerdere malen sprake van luid gegil en overdreven hysterische gezichtsuitdrukkingen, ook wanneer daar geen directe aanleiding (meer) voor is. Temidden van de overige al dan niet geslaagde humor steekt haar optreden niet zo negatief af als het deed in ‘Bride of Frankenstein’ uit 1935, maar is het wel mede een teken van een deel van de gedateerdheid van de humor in deze film.

Spanning in deze film is er genoeg en ook op geslaagde wijze. De aanvankelijke onduidelijkheid over de identiteit van de gemaskerde hoofdpersoon wekt nieuwsgierigheid op, en nadat Griffin’s identiteit bekend is geworden wordt de aandacht vastgehouden door de manier waarop hij het dorp op luchtige wijze op stelten zet. Naarmate de film verstrijkt wordt de aandacht op andere manieren vastgehouden doordat de film grimmiger van aard wordt vanwege het tot uiting komen van Griffin’s misdadige bedoelingen. Dit resulteert in diverse gewelddadige taferelen die, zeker voor die tijd, expliciet in beeld gebracht zijn en het toenmalig publiek ook de nodige huiver zullen hebben bezorgd: de wurging van een politie-agent wiens hoofd ook met een kruk ingeslagen wordt, de achtervolgers van Griffin die door hem in een ravijn worden geduwd, de spoorwegbeambte die neergeslagen wordt en de trein met passagiers die door Griffin’s toedoen ontspoort en de diepte in stort, de moord op Kemp die in een auto onder sadistisch gelach in een ravijn wordt geduwd… De diverse ontwikkelingen roepen spanning op en en houden de nieuwsgierigheid erin met betrekking tot Griffin’s verdere snode plannen, hoe hij bij meerdere confrontaties de politie te slim af zal zijn en of en hoe hij dan wel gestopt zal kunnen worden. Daarnaast zorgt de onzichtbaarheid van de snoodaard ervoor dat het gevaar letterlijk ongezien vanuit welke onvermoede hoek dan ook kan komen, een gegeven dat altijd tot de verbeelding spreekt en in latere films en televisieseries navolging zou vinden.

Claude Rains verkreeg wereldfaam door deze film, hoewel hij met zijn eigen uiterlijk pas in de laatste seconden in beeld komt. Hij beweegt zich als de onzichtbare man volledig in kleding gehuld en gemaskerd door het beeld of hij is niet te zien waarbij de speciale effecten en het geluid van zijn stem zijn aanwezigheid duidelijk maken. Rains had niet meer dan zijn lichaamstaal en stemgeluid om de boze bedoelingen van de onzichtbare man duidelijk te maken, maar kwijt zich daar prima van. Op effectieve wijze komen uit zijn gebaren en stemgeluid de frustraties, de woede en de verbetenheid van de onzichtbare man tot uiting, iets wat niet in het minst heeft bijgedragen tot het succes van deze film.

Een in meerdere opzichten gedateerd overkomende film die echter de moeite van het kijken meer dan waard is. Opgeroepen nieuwsgierigheid en spanning is er genoeg door de aanvankelijke onduidelijkheid van de identiteit van de hoofdpersoon, en door diens latere snode plannen en gepleegde (mis)daden, waarmee diverse toenmalig maximaal haalbare speciale effecten geslaagd uit de verf komen. Gedateerd, maar knap gemaakt, interessant en onderhoudend.

Frans Buitendijk

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 30 maart 1934