The Ladykillers (1955)

Regie: Alexander Mackendrick | 91 minuten | komedie, misdaad | Acteurs: Alec Guinness, Cecil Parker, Herbert Lom, Peter Sellers, Danny Green, Jack Warner, Katie Johnson, Philip Stainton, Frankie Howerd, Madge Brindley, Hélène Burls, Kenneth Connor, Michael Corcoran, Harold Goodwin, Fred Griffiths, Lucy Griffiths, Phoebe Hodgson, Vincent Holman, Stratford Johns, Evelyn Kerry, Sam Kydd, Edie Martin, Jack Melford, Robert Moore, Arthur Mullard, Ewan Roberts, George Roderick, John Rudling, Leonard Sharp, Peter Williams, Neil Wilson

Peter Sellers was een excentrieke man. En zeker niet alleen in de films waarin hij speelde. De aparte vogels die hij speelde in Stanley Kubricks satire ‘Dr. Strangelove or How I Learned to Stop Worrying and Love the Bomb’ (1964) en de ‘Pink Panther’-films, verschilden nauwelijks van de man die hij in het dagelijks leven was. De in 2004 uitgebrachte biopic ‘The Live and Death of Peter Sellers’ geeft daar een veelzeggend beeld van. In die film van regisseur Stephen Hopkins is te zien hoe Sellers eigenlijk altijd in zijn jeugd is blijven steken. Altijd zou hij het kleine jongetje van zijn dominante moeder blijven en dit had een groot effect op zowel zijn professionele als zijn privéleven. “You have no idea what it’s like to be me,” roept Geoffrey Rush, die Sellers uitstekend gestalte geeft in de film, op een gegeven moment uit en daarmee slaat hij de spijker op z’n kop. Sellers, die door velen wordt omschreven als de grootste komiek aller tijden, speelde een van zijn eerste filmrollen in ‘The Ladykillers’ (1955), de laatste legendarische komedie die in de Londense Ealing Studios werd gemaakt. En hoewel Sellers slechts een kleine rol speelt, toont hij al wel aan een grote belofte voor de toekomst te zijn.

De première van ‘The Ladykillers’ viel vrijwel gelijk met de bekendmaking dat de BBC de Ealing Studios had overgenomen. Op ‘Kind Hearts and Coronets’ (1949) na is dit misschien wel de zwartste komedie die het legendarische Britse productiehuis ooit maakte. Het centrale personage in de film is het schattige oude dametje Mrs. Wilberforce (Katie Johnson), die woont in een krakkemikkig Victoriaans huisje nabij het treinstation van St. Pancras in Londen. Omdat het huis veel te groot is voor haar alleen, zoekt ze een huurder. Op een zekere dag belt de mysterieuze ‘professor’ Marcus (Alec Guinness) aan. Hij vertelt haar op zoek te zijn naar een woonruimte, waar hij tevens kan oefenen met zijn big band. Mrs. Wilberforce vindt het idee dat er muziek zal worden gespeeld in haar huis prachtig en neemt hem direct als huurder aan. Wat ze niet weet is dat professor Marcus een het brein is van een criminele bende die van plan is een geldtransportwagen te overvallen. Zijn ‘bandleden’ zijn in werkelijkheid vier zware jongens; dommekracht One-Round (Danny Green), straatboefje Harry (Peter Sellers), witteboordencrimineel Claude (Cecil Parker) en gangster Louis (Herbert Lom). In het huis van Mrs. Wilberforce plannen ze hun misdaad, waarbij ze het arme oude dametje er zelfs bij weten te betrekken. Wanneer ze vermoedt dat de zaak niet helemaal pluis is, besluit ze de mannen ermee te confronteren. Die beseffen dat, als ze er met het geld vandoor willen gaan, ze Mrs. Wilberforce uit de weg moeten ruimen. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan…

‘The Ladykillers’ is een typische komedie uit de stal van de Britse Ealing Studios; verfijnd, vlot, compact en boordevol onderkoelde en gitzwarte humor. Het type films dat voor een ware revolutie zorgde in de Britse filmindustrie, waar komedies voorheen vooral bekrompen waren en waar satire nauwelijks bestond. Regisseur van dienst is Alexander Mackendrick, die eerder onder meer ‘Whisky Galore’ (1949) en ‘The Man in the White Suit’ (1951) maakte voor Ealing Studios. Het ijzersterke, haast surrealistische scenario voor ‘The Ladykillers’ werd geschreven door de Amerikaan (!) William Rose, die er een Oscarnominatie mee verdiende. Het is opmerkelijk dat juist een Amerikaan deze typisch Britse film heeft geschreven. Haast iedere zin is doorspekt met heerlijke zwarte humor (al ligt niet elke dubbele laag er even dik bovenop). ‘The Ladykillers’ is bovendien bijzonder vanwege het feit dat het een van de weinige traditionele Ealing-films is die in TechniColour werd geschoten. Het is even wennen, en het is bovendien de vraag of de kleuren iets extra’s geven aan de film. Het is in andere Ealing-komedies juist altijd de charme geweest dat ze in zwart-wit waren.

Naast het uitstekende scenario is de geweldige cast de absolute kracht van de film. Alec Guinness doet zijn naam als ‘de acteur met de duizend gezichten’ weer eens eer aan. Ditmaal verschijnt hij met een muffige grijze pruik, vooruitstekende neptanden en een berg make-up, waardoor hij er haast onherkenbaar en behoorlijk sinister uitziet. Als kijker weet je direct dat deze vent niet deugt, alleen heeft de lieflijke Mrs. Wilberforce dat maar niet door. Zelfs zijn eigen bendeleden zet hij tegen elkaar op, zo’n onbetrouwbaar figuur is het. Katie Johnson deed haar hele leven haast niets anders dan het oude dametje spelen en maakte er haar specialiteit van. Als Mrs. Wilberforce stijgt ze absoluut boven zichzelf uit. Het vrouwtje mag dan naïef en seniel zijn, dom is ze zeker niet! Deze rol leverde haar twee jaar voor haar dood een BAFTA op, de ultieme bekroning op haar werk. Peter Sellers, hier nog vrij jong en een beetje mollig, heeft helaas maar een kleine rol maar weet er wel het beste van te maken. Herbert Lom is heerlijk sinister als de agressieve gangster Louis. Beide heren zouden zo’n twintig jaar later samen schitteren in een drietal ‘Pink Panther’-films. Danny Green, Cecil Parker (‘The Man in the White Suit’) en Jack Warner (‘The Blue Lamp’, 1950) completeren de sterke cast.

In 2004 maakten Ethan en Joel Coen een remake van ‘The Ladykillers’, met Tom Hanks in de hoofdrol. Een film die alle opzichten het onderspit moet delven ten opzichte van het origineel uit 1955. Het grootste verschil is dat in de remake Mrs. Wilberforce (door big momma Irma P. Hall gespeeld) een veel grotere en stoerdere tante was en logischerwijs beter partij zou kunnen geven aan de groep misdadigers, waardoor de film een veel conventionelere wending krijgt. Juist het feit dat Katie Johnson zo’n lieflijk, klein bejaard vrouwtje is – en het contrast dus gigantisch is met de bende criminelen – geeft deze Britse versie van ‘The Ladykillers’ zijn kracht. En dan hebben we het nog niet eens over acteerlegendes als Guinness, Sellers en Lom, die zonder enige twijfel een sterker collectief vormen dan Hanks, Marlon Wayans en Ryan Hurst. Heb je dus de keuze tussen het origineel en de remake, dan moet je absoluut voor de oorspronkelijke film uit 1955 gaan. Je zult er zeker geen spijt van krijgen!

Patricia Smagge