The Last Song (2010)

Regie: Julie Anne Robinson | 107 minuten | drama, familie, romantiek | Acteurs: Miley Cyrus, Greg Kinnear, Bobby Coleman, Liam Hemsworth, Hallock Beals, Kelly Preston, Nick Lashaway, Carly Chaikin, Kate Vernon, Melissa Ordway, Nick Searcy, Adam Barnett, Michael Jamorski, Carrie Malabre, Lance E. Nichols

Laat het duidelijk zijn: ‘The Last Song’ is niets meer dan een stervehikel voor tienerzangeresje Miley Cyrus, die het kennelijk tijd vond om na haar luchtige werk in ‘Hannah Montana’ en wat tv-series, een stap te zetten richting “serieus” acteerwerk. Zelfs het script, van de hand van Nicholas Sparks, is speciaal geschreven voor popsensatie Cyrus. Of iemand daar blij mee moet zijn, is echter maar zeer de vraag. Het weinig verrassende, tranentrekkende verhaal vol clichés is om te beginnen niet iets waar de gemiddelde kijker op zal zitten te wachten en Cyrus bezit – op zijn zachtst gezegd – niet de capaciteiten om boven het materiaal uit te stijgen. Gelukkig wint de tweede helft van de film, na een belangrijke omslag in het verhaal, aan karakter en kwaliteit, en weet Greg Kinnear in de rol van Ronnie’s vader de film nog enige meerwaarde te geven, maar het is helaas verre van genoeg om ‘The Last Song’ aan te kunnen bevelen.

De eerste helft van de film draait het geheel de nek om. Het begint met de introductie van de rebellerende tiener, clichématig neergezet als mokkend meisje in slobbertrui met capuchon en zwarte nagellak en oogschaduw. Ze kan alleen maar haar klauwen uitslaan naar mensen om zich heen en is hierdoor een onaantrekkelijk, onhebbelijk individu voor iedereen die ze tegenkomt… behalve voor hunk Will Blakelee (Liam Hemsworth) die haar chagrijnige hoofd kennelijk onweerstaanbaar vindt en geniet van de beledigingen die hij naar zijn hoofd geslingerd krijgt. Na verloop van tijd ontdooit ze natuurlijk wel, maar de ongeloofwaardige manier waarop ze elkaar tegen het lijf blijven lopen, de gekunstelde dialogen, en de wandelende stereotiepen die ze beiden vormen (Will is een onbegrepen rijkeluiskind, dat ongelukkig is in het kasteel van een huis van zijn bekrompen ouders) houden de kijker altijd op afstand. Het zou daarbij ook een stuk helpen als ze beiden, maar vooral Cyrus, over wat meer acteertalent zouden bezitten. Cyrus bevat maar weinig nuance in haar acteerwerk, en het is lastig om haar als een personage te zien in plaats van een actrice die een emotie probeert te produceren. Toegegeven, het is niet altijd kommer en kwel. Soms komt ze zowaar warm of innemend over en lijkt er iets van een band waarneembaar tussen haar en een ander personage, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat ze tot een groot actrice zal uitgroeien.

Die geloofwaardige band die er soms is, betreft die tussen haar en Greg Kinnear die haar vader speelt, en waarmee haar personage Ronnie in de tweede helft van de film een interessante verdieping meemaakt. Dat is het punt waarop de film ook nog eens daadwerkelijk de moeite waard wordt en ook de kijker een band met de personages zou kunnen ontwikkelen. Oneindig veel interessanter dan het romantische plotje is deze relatie tussen vader en dochter en wanneer Ronnie ook nog eens plaatsneemt achter de piano en muziek een leidend motief in de film wordt (of blijkt), lijkt de film op te stijgen. Net wanneer de film bezig is te ontroeren en tot een prachtige climax dreigt te komen, overspeelt regisseuse Robinson (of schrijver Sparks) haar hand met de opstapeling van emotionele momenten en goddelijke interventie. Jammer. In plaats van de kijker mee te nemen en te ontroeren, wordt hij te opzichtig bespeeld. Melodrama zou het altijd zijn geweest, maar dat geeft niet. Een goed gedoseerd einde had tenminste voor een redelijk waardig einde kunnen zorgen van de onevenwichtige film die ‘The Last Song’ is. Maar ook dit bleek er helaas niet in te zitten.

Bart Rietvink

Waardering: 2