The Master – Long Xing Tian Xia (1989)

Regie: Tsui Hark | 89 minuten | actie | Acteurs: Jet Li, Wah Yuen, Crystal Kwok, Jerry Trimble, Anne Rickets, Rueben Gonzáles, Guy Fadollone, Derek Annunciation, Henry Penzi, Michael Burke, Camille Carrigan, Wayne Post, Pamela J. Anderson, George Cheung, Steven Ho, Kevin Cole, Chris Carnel, David Wald, Stefanos Miltsakakis, Mark Williams, Erwin Villegon, Spencer Platerns, Ray Wizard, Alfred Bonilla, John Kreng, Wai Wo To, Bing Hong Lam, Yin Ming Chan, Ching Cheung, Corey Yuen, Billy Blanks, Rich Hopkins, John Trujillo, Joey Watson

Het liefst had de oude meester Uncle Tak gezien, dat zijn leerling Jet hem had vergezeld naar Los Angeles, maar Jet durfde het niet aan om een bestaan als illegale te leiden. Om Jet te vergeten besloot hij de Amerikaanse jongen Johnny op te leiden. Dat bleek geen verstandige keuze. Johnny is een ultieme slechterik, die alles in het werk stelt om zijn oude meester te doden. Dit lukt hem ook bijna als hij op een avond zowel Uncle Tak als diens winkel aan gort slaat met een paar kornuiten uit zijn sportschool. In deze scène toont zich het karakter van deze film als ultieme foute jaren 80 film. De soundtrack is een heerlijke synthesizervrucht, maar het is Johnny´s kapsel dat echt op de lachspieren werkt. Je zou bijna vergeten dat er ooit mensen rondgelopen hebben met een mat waar minimaal een bus haarlak op leeggespoten is. Oh ja, de nasynchronisatie doet ook een stevige duit in het hilarische zakje. Maar uiteindelijk neem je bij een Kung Fu-film al deze zaken zo goed en zo kwaad voor lief, omdat het om de vechtscènes gaat en in mindere mate om het verhaal. Het verhaal is dan ook niet echt bijzonder ingewikkeld.

Terwijl Uncle Tak van zijn confrontatie met Johnny revalideert, arriveert Jet in LA en hij snapt nog niet veel van de Amerikanen en hun gewoonten. Hij stuit op een paar Latino’s die hem proberen te beroven, maar hij is ze te slim af. Hierdoor zien de jongens hem als hun meester – hun ‘sifu’ – en blijven ze hem volgen. Zodoende komt Jet terecht in een bendeoorlog, waar hij eventjes korte metten maakt met een hoop gangsters. Nu kan hij helemaal niet stuk voor de Latino’s, iets waar Jet eigenlijk helemaal niet zo blij mee is. Hij heeft namelijk wel iets beters te doen: zijn oude leermeester vinden en uitzoeken waarom diens winkel gesloten is. Uncle Tak is echter niet zo happig op het herenigen van de contacten. Hij vindt dat Jet hem verlaten heeft en hij ziet het na zijn slechte ervaringen met Johnny al helemaal niet zitten dat Jet de Latino’s les is gaan geven in de Kung Fu. Maar ja, Uncle Tak is oud en kan het niet in zijn eentje opnemen tegen Johnny en zijn leerlingen, dus mag Jet een bijdrage leveren in de strijd. Een prima bijdrage, want de vechtscènes die volgen zijn aardig en met name de slotscène toont een portie van de ultieme Kung Fu ‘hard-hitting’.

Helaas zijn de vechtscènes wat aan de korte kant, wat toch jammer is met het talent van Jet Li en de kwaliteit van Yuen Wah in huis. Het acteerwerk is werkelijk van een abominabel niveau, maar is ergens ontzettend grappig in het eerder besproken jaren 80 geheel. Aan de andere kant, mag je van een low (of no?) budget film als ‘The Master’ ook niet al te veel verwachten. Voor de Martial Arts- of Jet Li-fan is deze film daarom best te doen, voor degene die niet tot die groep behoort, moet dit echt een belabberde film zijn.

Boudewijn de Boe