The Pleasure Garden (1925)

Regie: Alfred Hitchcock | 75 minuten | komedie, misdaad, drama, romantiek, thriller | Acteurs: Virginia Valli, Carmelita Geraghty, Miles Mander, John Stuart, Ferdinand Martini, Florence Helminger, Georg H. Schnell, Karl Falkenberg, Louis Brody

Ingrid Bergman, Grace Kelly, Kim Novak, Tippi Hedren. Stuk voor stuk waren ze droomvrouwen voor Alfred Hitchcock. Beeldschone blondines met een ietwat kille uitstraling, die hij in zijn films de show liet stelen. En ondertussen fantaseerde hij over hen. Er was echter maar één vrouw echt cruciaal in het leven van Hitchcock, en dat was zijn echtgenote Alma Reville. Zij was de enige vrouw naar wie Hitch luisterde, echt een klankbord. Alma was regieassistente, editor en scenarioschrijfster en wees haar echtgenoot niet zelden de juiste weg. Zo had ze een scherp oog voor continuïteit en viste geregeld kleine foutjes uit eindmontages. Daarnaast had Alma – die slechts één dag jonger was dan Hitch – veel invloed op de dialogen in de films van haar echtgenoot. Hoewel de twee pas in 1926 trouwden, werkte Alma al in 1925 mee aan de allereerste film van Hitchcock, de ‘stomme’ Britse film ‘The Pleasure Garden’.

De film draait om Patsy Brand (Virginia Valli), een vrouw die als danseres werkt in een theater genaamd Pleasure Garden. Ze trouwt met Levett (Miles Mander), een avonturier. Voor het huwelijk leert ze Jill (Carmelita Geraghty), de vriendin van Levetts vriend Hugh (John Stuart), kennen. Patsy helpt Jill aan een baan in het theater. Levett en Hugh gaan op reis naar een van de Britse koloniën. Wanner Patsy bericht ontvangt dat haar man ziek zou zijn, reist ze hem achterna. Ter plaatse ontdekt ze echter dat hij niet alleen kerngezond is, maar bovendien flink de bloemetjes buiten zet met een lokale schone. Ondertussen, thuis, profiteert Jill van Hughs afwezigheid om daar eens van het luxe leven te gaan genieten. ‘The Pleasure Garden’ is een melodrama dat pas in de loop van het tweede deel een glimp laat zien van de thema’s die het latere werk van Hitchcock zouden typeren (moord, overspel).

‘The Pleasure Garden’ heeft in meerdere opzichten tijd nodig om op gang te komen. Ten eerste is het nogal verwarrend dat hoofdrolspeelsters Valli en Geraghty behoorlijk op elkaar lijken; het kost enige moeite om te vatten wie nou eigenlijk wie is. Daarnaast ligt in het eerste deel van de film de nadruk op het melodrama, terwijl de trouwe Hitchcock-fans hopen (en verwachten), dat er de nodige suspense opgebouwd wordt. De typische Hitchcock-motieven blijken echter voor het laatst bewaard en komen niet al te spectaculair uit de verf. Pluspunten van ‘The Pleasure Garden’ zijn dat er al wat (zij het minimale) tekenen zichtbaar zijn van het genie in wording; neem bijvoorbeeld het inventieve openingsshot. En voor een ‘stomme’ film is het acteren relatief ingetogen. Voor iedereen die zich een echte Hitchcock-fan noemt, is ‘The Pleasure Garden’ verplichte kost. Niet omdat de film nou zo memorabel is (meer dan degelijk en vermakelijk kunnen we het niet noemen), maar het debuut van The Master of Suspense is nu eenmaal niet te missen om de rest van zijn oeuvre in het juiste perspectief te kunnen plaatsen.

Patricia Smagge