The Pope of Greenwich Village (1984)

Regie: Stuart Rosenberg | 121 minuten | actie, drama, komedie, misdaad | Acteurs: Eric Roberts, Mickey Rourke, Daryl Hannah, Geraldine Page, Kenneth McMillan, Tony Musante, M. Emmet Walsh, Burt Young, Jack Kehoe, Philip Bosco, Val Avery, Joe Grifasi, Tony DiBenedetto, Ronald Maccone, Betty Miller, Thomas A. Carlin, Leonard Termo, Marty Brill

Het bijzonder sterke ‘The Wrestler’ betekende een grote comeback voor geval apart Mickey Rourke. Het verhaal van de aan lager wal geraakte acteur, die zijn heil zocht in de bokswereld, hoeft inmiddels dan ook niet meer uitgelegd te worden. Collega Eric Roberts is, zij het in een lagere versnelling, een vergelijkbare terugkomst naar faam aan het maken met positief ontvangen werk in series als “Heroes” en “Crash”, een spin-off van de gelijknamige film uit 2005, die in de VS op het punt staat erg groot te worden. Comeback wil in dit geval zeggen dat beide heren ooit op een vergelijkbaar niveau geacteerd hebben en tussentijds zijn weggezakt. Dat eerdere hoogtepunt was het midden van de jaren 80, toen Rourke met films als ‘Body Heat’ en ‘Barfly’ ontvangen werd als de nieuwe Brando en Roberts met ‘Runaway Train’ een Oscarnominatie voor beste bijrol binnen haalde. In die periode hebben de twee vrienden ook éénmaal samen voor de camera gestaan: in het vrij onbekende en toch wel vergeten ‘The Pope of Greenwich Village’. Onnodig vergeten, want de interactie tussen de twee hoofdrolspelers levert een unieke stijl op, zoals de aanstekelijke vriendschap tussen Paul Newman en Robert Redford dat bij een film als ‘Butch Cassidy and the Sundance Kid’ ook deed.

De vergelijkingen met die western uit 1969 zijn talrijk. Zo zijn Rourke en Roberts de kleinschalige bandieten die Newman en Redford vijftien jaar eerder waren, worden beide films gedreven door de karakters en niet door de plot, en heeft ‘The Pope’ aan Frank Sinatra’s ‘The Summer Wind’ een titelsong dat minstens zo catchy is als ‘Raindrops Keep Falling on My Head’ van ‘Butch Cassidy’, een liedje dat een eigen bijrol speelde en daar terecht een Oscar voor won. Eenzelfde effect heeft het nummer van Sinatra, doordat het de levens van de neven Charlie (Rourke) en Paulie (Roberts) een luchtigheid geeft die niet terugkomt in de problemen waarin ze verzeild raken.

Die problemen worden veroorzaakt door een inbraak die door Paulie gepland wordt, maar zoals gezegd is de vrij doorsnee plot niet de kracht van de film. Het draait allemaal om de dynamiek tussen de neven, waar je vanaf de openingsscène door verrast wordt. Charlie is een typische ruwe bolster met een goed hart, een stoere jongen die graag op het rechte pad wil blijven. De lading die Rourke aan zijn personage geeft doet opnieuw aan Brando denken, en wel aan zijn rol in ‘On the Waterfront’. Charlie zou ook ‘iemand kunnen zijn’, zolang hij daar maar eens een kans voor kreeg, tussen de kleine criminaliteit in de straten van Little Italy. Zijn plan is daarom een restaurant te beginnen, en met zijn vriendin buiten de stad te gaan wonen. Paulie daarentegen leeft van dag tot dag en maakt daar het beste van, wat niet altijd goed uitpakt voor hem, of voor zijn neef. De fantastische manier waarop Roberts de rol van de excentrieke Paulie compleet eigen maakt, is bewonderenswaardig. Al is het maar omdat hij het voor elkaar krijgt dat je het als kijker voor hem opneemt, terwijl al zijn domme en egoïstische acties ook zijn neef en diens relatie met Diane (een vooral fysiek aantrekkelijke Hannah) in gevaar brengen. Roberts loopt daarbij over een fijn koord gespannen boven aanstellerij en overdrijving, en doet dat zonder te vallen. Overigens zijn ook alle bijrollen het vernoemen waard, dankzij een solide cast van karakteracteurs als Burt Young, M. Emmet Walsh en met name Geraldine Page, die erin slaagt met een paar zinnen de scène te stelen en voor die korte bijdrage een Oscarnominatie te verdienen.

Soms kom je gewoon een kleine film tegen die je toevallig door vrienden, een verwijzing in een andere film of zelfs een recensent aangeraden wordt, en die meteen een plaats tussen je persoonlijke favorieten opeist. ‘The Pope of Greenwich Village’ is er zo één, en er mag best een onderzoek ingesteld worden naar de oorzaak van de relatieve onbekendheid waar deze dubbele karakterschets mee kampt. We mogen daarom hopen dat recente ontwikkelingen in de carrières van Rourke en Roberts ertoe leiden dat er een tweede samenwerking komt die ook hun eerste opnieuw onder de aandacht brengt. De gezamenlijke prestatie die beide heren hier leveren doet namelijk niet onder voor de chemie die Newman en Redford in hun samenwerkingen brachten.

Robert Nijman