The Squid and the Whale (2005)

Regie: Noah Baumbach | 81 minuten | drama, komedie | Acteurs: Jeff Daniels, Laura Linney, Jesse Eisenberg, Owen Kline, William Baldwin, David Benger, Anna Paquin, Halley Feiffer, Eli Gelb, Henry Glovinsky

In het American Museum of Natural History in Manhattan, New York is een diorama te bewonderen van een reuzeninktvis en een walvis die elkaar proberen te verslinden. Op leven en dood wordt er een strijd aangegaan. Een mooie metafoor voor de perikelen van het intellectuele gezin Berkman uit de film ‘The Squid and the Whale’. Een van elkaar vervreemde vader en moeder staan op het punt hun scheiding door te zetten, maar wat voor een effect heeft dat op de kinderen? De grootste angst van opgroeiende kinderen wordt werkelijkheid in deze zeer geslaagde semi-autobiografische film van regisseur Noah Baumbach.

Brooklyn, New York, 1986. Het huwelijk tussen professor Bernard Berkman (Jeff Daniels) en zijn vrouw Joan (Laura Linney) is op een dood spoor geraakt. Bernard, een briljant maar door zichzelf geobsedeerde man, is er meer in geïnteresseerd om zijn vrouw belerend toe te spreken dan om haar ook maar enige affectie te tonen. Het is dan ook niet vreemd dat Joan haar heil regelmatig buiten het huwelijk zoekt. Wanneer dit uitkomt en de twee besluiten om uit elkaar te gaan, zijn de kinderen – de zestienjarige Walt (Jesse Eisenberg) en zijn vier jaar jongere broertje Frank (Owen Kline) – hier het slachtoffer van. Bernard is gedwongen zijn intrek te nemen in een armoedig appartement in een slechte wijk, iets beters kan hij niet betalen. Frank wil het liefst bij zijn moeder blijven en probeert zijn vader te ontlopen. Walt, die zijn vader adoreert en zich danig door hem laat beïnvloeden, legt de schuld van de scheiding volledig op zijn ontrouwe moeder. Zelfs de kat wordt betrokken in het onderlinge getouwtrek. De zaak wordt nog gecompliceerder wanneer Bernard de vrijpostige jonge studente Lili (Anna Paquin) bij hem laat intrekken – die zowel Walt als zijn vader het hoofd op hol brengt – en Joan aanpapt met Franks tennisleraar (William Baldwin).

Noah Baumbach is een intelligente filmmaker die eigenlijk veel te weinig bekend is bij het grote publiek. Zijn debuut ‘Kicking and Screaming’ uit 1995 was veelbelovend maar met ‘The Squid and the Whale’ lijkt hij eindelijk zijn doorbraak te forceren. Samen met Wes Anderson schreef hij het script voor ‘The Life Aquatic with Steve Zissou’ en de invloed van Anderson is ook merkbaar in ‘The Squid and the Whale’, dat met enige fantasie het meer gestroomlijnde en intieme broertje van ‘The Royal Tenenbaums’ genoemd kan worden, met dezelfde tragikomische familierelaties en wrange humor.

De basisingrediënten van elk zichzelf respecterend familiedrama zijn de interessante en realistische personages, en die zijn in ‘The Squid and the Whale’ alom vertegenwoordigd. De kinderen Walt en Frank worden heerlijk naturel gespeeld door Jesse Eisenberg en Owen Kline (de zoon van Kevin Kline). Beide zijn onzeker over wat er gaat gebeuren als hun ouders daadwerkelijk gaan scheiden, maar ze gaan er op hun eigen manier mee om. Walt probeert zoveel mogelijk in de smaak te vallen bij zijn vader en laat zich door hem manipuleren. Zo dumpt hij zijn charmante schoolvriendinnetje omdat zijn vader meent dat hij wel iets beters kan krijgen. De jongste zoon is, in tegenstelling tot zijn broer, totaal niet geïnteresseerd in literatuur. Hij ambieert een carrière als tennisprof, een idee dat zijn hautaine vader – die iedereen die niet in literatuur geïnteresserd is neerbuigend ‘filistijnen’ noemt, absoluut niet aanstaat. Bovendien is de twaalfjarige Frank bezig zichzelf seksueel te ontdekken, en dat doet hij op de vreemdste plaatsen, waaronder de schoolbibliotheek. Zijn recalcitrante gedrag is een logisch gevolg van de problemen thuis.

Dan vader Bernard. Zijn gigantische ego zit hem behoorlijk in de weg wanneer zijn vrouw steeds meer succes heeft met haar publicaties, terwijl zijn eigen schrijverscarrière in het slop zit. Hij leidt aan grootheidswaanzin – hij spreekt van Kafka als ‘een van zijn voorgangers’ en veracht iedereen die niet dezelfde interesses en intelligentie heeft als hij – maar is bovenal teleurgesteld in zichzelf. Jeff Daniels levert de acteerprestatie van zijn leven in deze rol, die hem eindelijk eens de kans geeft te laten zien wat hij in huis heeft. Ondanks dat deze Bernard al die nare trekjes heeft, maakt Daniels er een mens van vlees en bloed van. Laura Linney is zoals altijd sterk als Joan, een vrouw die voor haar eigen kansen gaat en met haar buitenechtelijke zoektocht naar affectie de directe aanleiding geeft tot het grote verdriet van haar twee zoons.

De sterke acteerprestaties, realistische gebeurtenissen en personages, de typische jaren tachtig sfeer die uitstekend wordt weerspiegelt in de film en het sterke script (dat meerdere prijzen op filmfestivals in de wacht sleepte) maken van ‘The Squid and the Whale’ een must-see voor liefhebbers van tragikomische familiedrama’s. Verwacht geen heftige plotwendingen en spetterende actie; dit is een acteursdrama, een kijkje in het leven van doodgewone mensen. Ook het einde is niet vals sentimenteel. De gedachte die na het zien van de film blijft hangen is ‘hoe slecht ze zich ook hebben gedragen, ouders zijn ook niet perfect. Het blijven uiteindelijk maar gewoon mensen’.

Patricia Smagge