The Story of Film: An Odyssey (2011)

Regie: Mark Cousins | 900 minuten | documentaire

Beschouwingen over kunstvormen doen er meestal goed aan zich op een specifieke invalshoek of een specifieke periode te richten. Simpelweg omdat het onderwerp anders veel te overweldigend wordt om iets zinnigs mee te kunnen doen. Tenzij je bereid bent ongeveer een mensenleven ervoor uit te trekken en er een halve bibliotheek mee te vullen. Mark Cousins heeft dit soort argumenten (die hem misschien wel via een stemmetje in zijn hoofd hebben bereikt) in de wind geslagen toen hij besloot om een documentaire te maken over de gehele filmgeschiedenis. Natuurlijk moet je altijd keuzes maken en kun je in zo’n documentaire niet alle gemaakte films of zelfs maar alle films die van belang zijn geweest voor het vakgebied bespreken, maar dan nog lijkt het maken van een film met de ambitie om wezenlijke dingen over elk decennium in de filmgeschiedenis te kunnen zeggen een hachelijke onderneming. De Ierse documentairemaker en filmkenner Mark Cousins heeft zich toch niet onverdienstelijk van zijn (zelfopgelegde) taak gekweten.

Cousins heeft er niet eens een mensenleven voor nodig gehad, maar “slechts” zes jaar, hoewel je kunt beargumenteren dat hij wel ongeveer een half mensenleven, bewust of onbewust, “onderzoek” heeft gedaan, vanwege zijn voortdurende interesse en fascinatie voor het medium film. Daarnaast heeft Cousins zijn documentaire gebaseerd op zijn eigen boek met dezelfde titel, waar hij ongetwijfeld ook vele jaren aan heeft besteed. Het is ook geen oneindig lange film geworden waar een hele bibliotheek mee gevuld kan worden, maar “slechts” één met een duur van een slordige vijftien uur.

Waarschijnlijk was het vooruitzicht op het maken van de film voor Cousins redelijk intimiderend, voor de kijker is het ook geen eenvoudige opgave om alles af te werken. Maar het is vanaf het begin af aan spannend en intrigerend, helemaal omdat Cousins, zoals hij in het begin van de film zegt, van plan is om (tot op zekere hoogte) de filmgeschiedenis opnieuw te gaan schrijven. ‘The Story of Film’ is namelijk redelijk revisionistisch. Cousins zet zich verschillende keren af tegen de notie dat het Westen, of liever Amerika, als centrum van de cinema gezien moet worden, en stelt bijvoorbeeld dat veel Amerikaanse films die als klassiek worden bestempeld, dit niet zijn, omdat ze hiervoor te romantisch zijn, en te gehaast, in verhalend opzicht. Japanse films voldoen of voldeden doorgaans meer aan de term “klassiekers”. Verschillende films van Yasujiro Ozu bijvoorbeeld, een regisseur die Cousins ziet als de grootste filmmaker aller tijden

De centrale, drijvende kracht van de documentaire, of liever van Cousins betoog, is innovatie. Film wordt niet voortgedreven door geld of marketing, maar door visuele ideeën. Het “verhaal van film” wordt volgens Cousins geschreven door vernieuwende films. En het maakt daarbij niet uit waar en door wie de films gemaakt worden. Zoals hij ook in zijn boek zegt: “De beste filmmakers hebben zichzelf altijd afgevraagd: ‘hoe kan ik dit anders doen?’”

‘The Story of Film’ bevat heel veel filmclips die er vaak toe dienen om de grote kracht van die film aan te tonen, voor het onderwerp dat op dat moment behandeld wordt, maar ook wel om een filmtechniek of een acteur of filmmaker eruit te lichten die van belang is voor weer een ander punt dat Cousins wil maken. Deze laatste categorie filmclips zorgen soms voor wat onnodige, of onnodig lange terzijdes, maar meestal zijn het zeer boeiende fragmenten die vaak voor de behoefte zorgen om meteen de film te gaan (opzoeken en) kijken.
Cousins zelf heeft een prettig, begrijpelijk taalgebruik, maar een aparte, zwevende intonatie en Iers accent waar de  kijker/luisteraar waarschijnlijk even aan moet wennen. Afgezien van zijn woordkeuze (soms heeft hij het over “de stomme critici schreven de film de grond in” of “kijk naar dit wonderschone shot”) is niet altijd te merken of hij ergens enthousiast over is of niet. Maar datgene wat hij zegt is bijna altijd interessant.

Vanwege de grote informatiedichtheid is het ook eigenlijk niet aan te raden om veel hoofdstukken achter elkaar te bekijken. Er is zoveel om over na te denken en om in je op te nemen, dat één episode per dag meer dan genoeg moet zijn. Maar dat de documentaire gezien moet worden door (de wat serieuzere) filmliefhebbers, is iets dat vast staat. De 15 uur durende documentaire bevat een ware schat aan informatie en is regelmatig een eye-opener (zoals wanneer wordt medegedeeld dat vrouwen verantwoordelijk waren voor de meeste filmscenario’s in de vroege filmgeschiedenis, en dat dit absoluut niet alleen maar stereotiepe melodrama’s of romances waren). De film toont bekende en onbekende filmfragmenten en filmmakers en toont en behandelt filmmakers en films van over de hele wereld. Van Iran tot Australië, van Afrika tot Korea, van Japan tot Brazilië, en van Rusland tot Amerika. Hij richt zich op vele uiteenlopende genres, vormen, en thema’s en toont heel duidelijk op welke wijze filmmakers (van verschillende continenten) door elkaar beïnvloed worden. Hij heeft het over realisme en fantasie, documentaire en fictiefilm en hoe dit alles in elkaar overloopt (en bijvoorbeeld anders beoordeeld wordt al naar gelang het tijdperk), en nog veel meer.

Cousins sluit niet elk hoofdstuk of decennium netjes af om vervolgens niet meer terug (of vooruit) te kijken: nee, hij verwijst regelmatig naar eerdere fragmenten of argumenten of blikt vooruit naar tendensen die er nog aankomen. Het blijkt dat er regelmatig golfbewegingen (of “cirkels die weer rond worden”) te zien zijn in de filmgeschiedenis. Net als Marty McFly die in de ‘Back to the Future’-films naar de geschiedenis reist om hier zijn eigen ouders, en later zelfs zichzelf, tegen te komen, zo gaan Cousins in zijn documentaire, en de filmmakers in hun films – door het (her)gebruiken van tijdloze technieken en verhaallijnen – ook te werk. Films uit het heden en verleden hangen met elkaar samen en vertonen verdubbelingen, hommages, en voortdurende verrijking voor de filmkunst. ‘The Story of Film’ gaat over teveel om op te noemen, en verdient het om helemaal bekeken en ingenomen te worden. Het moet gek lopen als de kijker van deze documentaire niet een hernieuwde waardering voor Film krijgt en een flinke to-do lijst overhoudt met juweeltjes van deze onbeschrijflijk mooie kunstvorm.

Bart Rietvink

Waardering: 4

Bioscooprelease: 13 september 2012
DVD-release: 29 november 2012 (5-DVD box).