The Vanishing – Vanishing on 7th Street (2010)

Regie: Brad Anderson | 92 minuten | horror, thriller | Acteurs: Hayden Christensen, John Leguizamo, Thandie Newton, Jacob Latimore, Taylor Groothuis, Jordan Trovillion, Arthur Cartwright, Neal Huff, Hugh Maguire, Erin Nicole, Stephen Clark, Carolyn Taylor, Larry Fessenden, Nicholas Yu

Brad Anderson lijkt gespecialiseerd te zijn in het creëren van een creepy, onderhuids gevoel van onbehagen. Hij deed dit in ‘Session 9’, in het unheimische, Hitchockiaanse ‘The Machinist’, en nu doet hij het weer in ‘The Vanishing’, een (post-)apocalyptische thriller met Hayden – Anakin Skywalker – Christensen in de hoofdrol. Het is een film met een prikkelend concept – de duisternis als actieve en almachtige vijand – en Anderson slaagt er door goed gedoseerde paniek of dreigende momenten en het in stand houden van de mysterie achter de moordende duisternis kundig in om de aandacht van de kijker er de gehele duur van de film bij te houden. Dit betekent zeker niet dat ‘The Vanishing’ zonder gebreken is. Zo is het bijvoorbeeld te betreuren dat er eigenlijk alleen maar vragen gesteld worden en er niets opgehelderd wordt – over het doel en de werking van de Duisternis, bijvoorbeeld – en dat de investering die de kijker in het verhaal doet niet beloond wordt vanwege de slechte afloop en schetsmatige personages. Maar de fascinatie voor deze mysterieuze duisternis en de wens dat de personages – vooral de jonge James – het zullen redden overheerst, waardoor de film toch tot het einde toe blijft boeien.

De film begint ongeveer even geheimzinnig als hij eindigt. Paul (John Leguizamo), een operateur in de bioscoop van een groot winkelcentrum, krijgt de schrik van zijn leven wanneer overal het licht uitgaat en er geen mens meer te bekennen is wanneer de noodverlichting aangaat. Niet alleen in de bioscoop, maar in het gehele winkelcentrum is deze vernietigende duisternis ingetreden. Alleen de kleren die de bezoekers aanhadden, zijn er nog, als zielige hoopjes achtergebleven toen ze ineens werden meegenomen of verdwenen. Even later ontmoeten we Rosemary, een fysiotherapeut die in een hospitaal met eenzelfde situatie te maken krijgt. Het ene moment ligt er nog een patiënt op de operatietafel, en na een kort moment van duisternis is alleen het operatiehemd nog over. Luke (Hayden), vervolgens, is nog een personage dat van dichtbij gevolgd wordt. Hij is een tv-journalist die ook van de een op de andere dag de enige overlevende in zijn persoonlijke omgeving blijkt te zijn. Verdwaasd loopt hij in de dageraad (of is het schemering?) naar buiten en terwijl hij alles in zich op aan het nemen is, ziet de kijker achter hem een vliegtuig loodrecht en met een noodgang naar beneden komen en zich in het asfalt boren. Heftig.

Deze personages komen er snel genoeg achter dat ze uit de alsmaar toenemende en om zich heen kruipende duisternis moeten blijven als ze willen overleven en elke mogelijke lichtbron moeten benutten om zichzelf in leven te houden. Uiteindelijk vinden ze elkaar in de (vermoedelijk) enige nog verlichte bar, mogelijk gemaakt door een generator die draaiende wordt gehouden door het gewapende zoontje van een serveerster. Alleen door samen te werken en creatieve oplossingen te bedenken kunnen ze een kans maken om er levend uit te komen. Maar de hoop hierop is vanaf het begin al niet groot. Het is eigenlijk voor iedereen duidelijk dat iedereen het onderspit zal delven wanneer de generator het begeeft. En dat zal op den duur gebeuren. Het is jammer dat er hoopvolle verhaallijntjes worden opgeworpen die doodbloeden omdat er geen gevolg aan wordt gegeven en zo de kijker met valse hoop opzadelen. Zo heeft Luke de opvatting dat er in Detroit, waar zijn vrouw is, wellicht overlevenden zijn en dat ze daar een oplossing kunnen bedenken. Maar dit is slechts speculatie en in de film komt men niet eens in de buurt van Detroit.

Ook is het jammer dat er niet diep genoeg ingegaan wordt op de identiteit of oorzaak van de alles verstikkende duisternis. Natuurlijk komt er iemand met de theorie – net zoals in ‘The Mist’ – dat de mensheid wordt gestraft door God en alles een religieuze achtergrond heeft. Maar veel verder dan dat komt het niet. Er zijn wel hints van interessante interpretaties aanwezig. Zo oppert een personage dat de duisternis misschien juist de mensen lokt met de lichtbronnen die zij overlaat, en zo een val creëert. Ook lijkt het er tijdens een episode waarbij Luke en Rosemary samen naar buiten gaan op dat de duisternis beelden in de hoofden van de personages creëert. Dat ze gebruikt maakt van hun angsten en wensen om ze naar een (letterlijk) donkere plek te lokken. Zo wilt Rosemary heel graag haar zoontje vinden en denkt ze op een gegeven moment ook dat ze hem ziet, als in een visioen, midden op straat, door een lantaarnpaal verlicht. Maar is het hem wel? Jammer genoeg zijn het slechts flarden en is het nooit duidelijk wat de oorsprong of bedoeling is van de duisternis.

Hoewel de personages nauwelijks uitgediept worden, is het acteerwerk redelijk, los van hier en daar wat overacting van Newton. Hayden Christensen doet het in de feitelijke hoofdrol niet slecht, maar hij slaagt er niet in om zijn stugge, wat onsympathieke personage echt tot leven te laten komen. Dan was zijn vertolking in ‘Shattered Glass’ interessanter. Maar het is al heel fijn dat zijn performance hier niet zo houterig is als in de ‘Star Wars’-prequels. Het is vooral de kleine Jacob Latimore die indruk maakt als James. Hij vormt het hart van de film en weet de kijker mee te nemen in dit hachelijke avontuur. Zijn angst en wil om te leven zijn tastbaar en dat is belangrijk in een letterlijk en figuurlijk duistere en neerslachtige film als deze. Gecombineerd met de beklemmende sfeer die Anderson toch nog best vaak weet te creëren maakt dit van ‘The Vanishing’ een degelijke, zij het ietwat teleurstellende, mystery-thriller.

Bart Rietvink