The Yes Men Fix the World (2009)

Regie: Andy Bichlbaum, Mike Bonanno | 87 minuten | documentaire | Acteurs: Reggie Watts, Mike Bonanno, Andy Bichlbaum

De nucleaire ramp in Tsjernobyl in 1986 staat bij menigeen nog op het netvlies gegrift. Dat twee jaar eerder in de Indiase stad Bhopal een nog veel ergere giframp plaatsvond, waarbij duizenden mensen omkwamen is veel minder bekend. Deze ramp is met minstens vijftigduizend slachtoffers met ernstige aandoeningen tot op heden de ergste industriële ramp die ooit is voorgekomen. Eigenaar van de bestrijdingsmiddelenfabriek waar veertig ton methylisocyanaat ontsnapte was het Amerikaanse Union Carbide. Het bedrijf, dat in 2001 door Dow Chemical Company werd overgenomen, weigert nog altijd de verantwoordelijkheid voor de ramp te accepteren en meent dat de ramp te wijten is aan terrorisme en industriële sabotage. De Indiase regering hoopt nog altijd dat de Verenigde Staten de voormalige topman van Union Carbide, Warren Anderson, uitlevert voor een proces. De Amerikaanse regering voelt zich echter na al die jaren nog altijd niet geroepen om druk uit te oefenen op de chemische industrie om zo een schadevergoeding voor de vele tienduizenden slachtoffers in India af te dwingen.

De ramp in Bhopal is een van de onderwerpen waar The Yes Men zich kwaad om maken. Deze politieke activisten gebruiken hun geheel eigen methoden om maatschappelijk ontrecht aan de kaak te stellen. Ze doen zich voor als vertegenwoordigers van de multinationals, bouwen hun websites na, drukken visitekaartjes af en spreken namens de bedrijven op congressen, beurzen en andere mondiale podia. Het is verbazingwekkend waar ze mee wegkomen, blijkt na bestudering van hun tweede documentaire, ‘The Yes Men Fix the World’ (2009). Nergens deinzen ze voor terug. Zo stellen ze Dow Chemical Company, als eigenaar van Union Carbide, publiekelijk voor schut door live op de BBC te verkondigen eindelijk een schadevergoeding te schenken aan de slachtoffers van de ramp in Bhopal. Let wel: ‘Yes Man’ Andy Bichlbaum doet net of hij namens DOW spreekt en krijgt alle ruimte van de BBC om zijn verzonnen verhaal te doen. Andere media nemen het bericht klakkeloos over, zonder eerst te checken of deze figuur wel écht bij Dow werkt. Prompt neemt het aandeel Dow een flinke vlucht. Pas later komt uit dat het allemaal één grote stunt was, om aandacht te schenken aan de scheve situatie in de wereld.

Het Bhopal-verhaal is slechts het topje van de ijsberg, want de Yes Men hebben meer stunts in petto. Zij richten hun pijlen daarbij steevast op de vertegenwoordigers van de vrije markteconomie, die van regeringen alle ruimte krijgen om maar zo veel mogelijk geld te verdienen, desnoods over de ruggen van de mensheid. Als het maar centen oplevert. Neem bijvoorbeeld de woningbouwcorporaties die na orkaan Katrina New Orleans opnieuw op willen bouwen. Bestaande woningen moeten plaatsmaken voor dure appartementencomplexen die de veelal arme bevolking zich niet kan veroorloven. Ze worden simpel gezegd hun huizen uitgejaagd. The Yes Men trekken hierop ten strijde. Provocatie is hun toverwoord. Zo jagen ze – zogenaamd als bestuurders van brandstofgigant Exxon – de bezoekers van een belangrijke conferentie van de olie-industrie de stuipen op het lijf door hen de biobrandstof van de toekomst te presenteren: Vivoleum, gemaakt met de lijken van de armzalige Exxon-medewerkers, die zich letterlijk doodwerken in de olieraffinaderijen en petrochemische industrie.

De reacties van hun toehoorders lopen uiteen. Op de kaarsen van menselijke resten wordt over het algemeen vol ongeloof en gruwel gereageerd; in het lachwekkende fenomeen SurvivaBall, dat gepresenteerd wordt op een opblaasbaar menselijk harnas tegen natuurrampen en terrorisme, wordt zowaar serieuze interesse getoond vanuit het bedrijfsleven. ‘The Yes Men Fix the World’ is vooral sterk in het uitlokken van reacties, de stuntscènes zijn de sterkste troef. De aankleding van het geheel, met quasikomische filmpjes van Bichlbaum en Bonnano, is veelal flauw en wekt ergernis op. Het duo heeft goed naar Michael Moore gekeken en werkt met scherpe commentaren en speelse montage. Soms is het grappig, meestal vooral verbazingwekkend. Want hoe komen Bichlbaum en Bonnano in vredesnaam hiermee weg? Erg objectief is hun film uiteraard niet – politieke en economische tegenstanders worden slechts belachelijk gemaakt – maar hun boodschap wekt ontegenzeggelijk sympathie op. Dat Obama aan het einde wordt opgevoerd, met de hoopgevende mededeling dat ‘de vrije markteconomie geen vrijbrief is om te pakken wat je pakken kunt’, voelt haast als een verplicht nummer.

Het krachtigste komt hun boodschap over wanneer ze met een groep medestanders op de straten in New York een krant (vermomd als The New York Times) met uitsluitend positieve berichten uitdelen. Cynici kunnen wellicht niets met berichten als ‘Irakoorlog ten einde’ en ‘Maximumloon wettelijk vastgelegd’, maar wie zich ervoor openstelt zal de boodschap die The Yes Men uitdragen in volle overtuiging omarmen. Ze willen de wereld laten zien dat het ook anders kan en met deze gemankeerde maar effectieve documentaire zetten ze een bewonderenswaardige stap in de goede richting. Nu de overheden en multinationals nog…

Patricia Smagge