Tom Jones (1963)

Regie: Tony Richardson | 120 minuten | komedie, avontuur, romantiek | Acteurs: Albert Finney, Susannah York, Hugh Griffith, Edith Evans, Joan Greenwood, Diane Cilento, George Devine, David Tomlinson, Rosalind Atkinson, Angela Baddeley, Avis Bunnage, Peter Bull, James Cairncross, George A. Cooper, Mark Dignam, David Warner

Bij thuiskomst na een verblijf van een paar weken in Londen treft de landjonker Allworthy een vreemde verrassing aan in zijn bed: een schattig klein baby’tje. Navraag leert dat het kindje daar is neergelegd door Jenny Jones, een van de dienstmeisjes in zijn landhuis. Jenny had gehoopt om zo verborgen te houden dat ze een buitenechtelijk kind heeft gebaard. Jenny en haar minnaar worden van het landgoed weggestuurd in schande, maar de kinderloze edelman Allworthy besluit het jongetje als zijn eigen zoon op te voeden. Tom groeit op in welvaart en wordt met liefde omringd. Dat hij wat wild kan zijn en niet vies is van de lichamelijke omgang met vrouwen, maakt hem juist extra geliefd. Ook bij landjonker Western, de eigenaar van het naburige landgoed. Western vindt Tom door zijn uitspattingen juist een prima kerel. Deze sympathie slaat om in afkeer als Tom, een bastaard en dus per definitie van lage komaf, zijn liefde voor Westerns dochter Sophie kenbaar maakt. Dan is het goed mis. Maar Sophie ziet er wel uit als een lief poppetje, ze weet heel goed wat ze wil. Als Tom door omstandigheden gedwongen aan het zwerven slaat, begint ook voor haar een reeks avonturen.

Deze verfilming van ‘Tom Jones’ is een uitbundig geacteerde, uitgelaten klucht met veel gooi en smijtwerk en vet aangezette humor. Geen verfijnde kostuumfilm, maar eentje van heel erg dik hout. En daar moet je van houden. Het is in ieder geval een verfrissende manier om een roman van een paar eeuwen oud op zo’n sappige manier te verfilmen. Tegelijkertijd doet het ook een beetje denken aan amateurtoneel door de grootse gebaren en eenduidig uitgebeelde emoties die weinig ruimte laten voor nuances. Voordeel is wel dat de wereld lekker overzichtelijk is op deze manier en dat heeft ook wel wat. Het is grappig om Albert Finney aan het werk te zien als een mooie, ietwat leeghoofdige jongeman met een goede inborst, al was het alleen maar vanwege zijn vrijwel onherkenbare uiterlijk: slank postuur met een volle bos haar en een fraaie gladde huid. Wel voelt hij zich duidelijk beter op zijn gemak in de scènes die wat verfijnder spel vergen dan in de kluchtige delen, alsof hij zichzelf geweld aan moet doen en niet altijd raad lijkt te weten met dit haast boertige personage. Maar het overvloed aan talent en zijn sterke persoonlijkheid trekken ook hier al de aandacht.

‘Tom Jones’ is een smakelijke klucht met weinig genuanceerd acteerwerk, maar verder prima om naar te kijken. En door de hoofdrol van een jonge Albert Finney sowieso de moeite waard.

Diana Tjin-A Cheong