Transformers: Revenge of the Fallen (2009)

Regie: Michael Bay | 150 minuten | actie, avontuur, science fiction | Acteurs: Megan Fox, Shia LaBeouf, Rainn Wilson, Hugo Weaving, John Turturro, Josh Duhamel, Tyrese Gibson, Frank Welker, Isabel Lucas, Reno Wilson, Samantha Smith, Michael Papajohn, Ramon Rodriguez, Peter Jason, John Benjamin Hickey, Jareb Dauplaise, Jonathon Trent

De fans konden het bloed van Michael Bay wel drinken toen ze hoorden dat hij hun geliefde Transformers-serie zou gaan bewerken tot een live-action film op het witte doek. Deze van-dik-hout-zaagt-men-plankenregisseur – en niet eens een ware fan – zou immers nooit de diepe mythologie van de serie recht kunnen doen. Maar als de fans niet zaten te wachten op een Transformers-film, zouden de leken dan wel geïnteresseerd zijn in het toch wat idiote concept van robots die in vliegtuigen en auto’s veranderen? Zouden deze machines harten sneller kunnen laten kloppen en emoties op kunnen wekken bij de kijker? Weinig kans. Maar een soort wonder geschiedde. ‘Transformers’ werd geen flop. Sterker nog, op Metacritic geldt de film zelfs als de hoogst gewaardeerde Michael Bay-film tot op heden. Hoewel dit niet heel veel zegt – het gaat om een gemiddelde van 61 (uit 100) – bij het publiek bleek de film razend populair, waarbij leken en fans over het algemeen prima te spreken waren over Bays actiespektakel. En natuurlijk moet er dan een vervolg komen. Of twee. En de gouden regel is dat in een vervolg alles “groter”, “luider”, en “meer” moet zijn. Dat dit alleen meestal niet voor een betere film zorgt, lijkt een memo te zijn die Bay nog moet krijgen.

Bay luisterde voor zijn ‘sequel’ nog beter naar de fans en besloot om meer robots in zijn film te stoppen. “Dat kan makkelijk, nu het publiek eenmaal aan deze machines is gewend,” is de redenering van de filmmaker. En natuurlijk kan Bay de kans niet voorbij laten gaan om meer wapengekletter, robotgevechten en explosies te laten zien. Een goed verhaal of boeiende personages zijn dan toch bijzaak? Tja, misschien geldt dit voor een gedeelte van de doelgroep. Als de kijker niets liever wil dan gigantische robots met elkaar op de metalen vuist zien gaan, en op indrukwekkende manier – met dat karakteristieke, mechanische geluid – van gedaante zien veranderen, komt hij bij ‘Transformers: Revenge of the Fallen’ uitstekend aan zijn trekken. De kijker die zich echter tot op zeker hoogte betrokken wil voelen bij het verhaal en zich enige zorgen wil kunnen maken om het lot van zowel de (goedaardige) Transformers (de autobots) als de mensen die zich te midden van alle chaos staande moeten houden, kan zich voorbereiden op een monotone aanslag op de zintuigen en, na ongeveer een uur, een typisch geval van metaalmoeheid. Wanneer het verhaal in de laatste acte van de film bij een grootschalige, gewelddadige confrontatie in de woestijn aankomt, en de raketten en beukende, worstelende robots onze helden letterlijk links en rechts om de oren vliegen, zou het adrenalinegehalte torenhoog moeten zijn en de gevoelde angst en spanning voor de personages op zijn hoogtepunt, maar bijna het tegenovergestelde is waar. Hoe meer er op het scherm gebeurt en hoe onwaarschijnlijker een ontsnapping lijkt, hoe minder spanning er aanwezig is wanneer Sam (Shia LaBeouf) en Mikaela (Megan Fox) simpelweg tussen de kogels door slalommen. Er is zelden het gevoel dat de personages echt gevaar lopen.  Hoewel de filosofie “meer is beter” is toegepast, is bijna alles minder effectief in dit vervolg. Het personage van Sam, dat de drijvende kracht was in deel 1, is hier iets wereldwijzer geworden, en verwikkeld in een oninteressante relatie met Mikaela (die met een shot als uit een Pirelli pin-upkalender, wulps met kort spijkerrokje op een motor liggend, aan de kijker wordt geïntroduceerd). Sam was in deel 1 een beetje het sukkeltje dat geen meisje kan krijgen en dan ook nog eens te maken krijgt met intimiderende robots die langzamerhand zijn leven gaan beheersen. Hij was de introductie van de kijker in deze vreemde, overweldigende wereld vol met van gedaante wisselende robots. Door deze menselijkheid in het verhaal, en de hoop dat het sukkeltje toch het mooie meisje zou weten te “scoren”, kreeg de film een handig emotioneel anker. De kijker wilde dat Sam het zou overleven, en van jongen tot stoere man zou uitgroeien, om zo uiteindelijk de liefde te zien zegevieren. De wisselwerking tussen Sam en Mikaela was in de originele film sexy en prikkelend, hier is hun relatie belegen en saai. De grote spanning in de relatie is (zogenaamd) de vraag of Sam vreemd zal gaan op de universiteit (na een enkele blik op Megan Fox te hebben geworpen een compleet ongeloofwaardig gegeven) en in algemene zin of hij het zal aandurven om (als eerste) “ik hou van jou” tegen haar te zeggen. Het bijna aandoenlijke hofmaken uit de eerste film is dus weg en vervangen door een speels bedoelde, maar gekunsteld aanvoelende liefdesrelatie.

Ook weg zijn Sams bijna schattige naïviteit en onbevangenheid in zijn omgang met de Transformers, die voor zowel hem als de kijker nog compleet nieuw en verrassend waren. Van de amusante relatie met zijn auto(bot) Bumblebee, die met Sam communiceerde middels de radio en hem op niet al te subtiele wijze hielp bij de verovering van zijn liefdesobject, is in ‘Transformers: Revenge of the Fallen’ ook weinig meer over. Hoewel Bumblebee aan het eind van de eerste film zijn spraakcomputer weer had teruggekregen, vonden de makers het kennelijk zo’n slim gegeven om de radio als stem te gebruiken, dat ze de computer weer stuk hebben laten gaan. Maar een tweede keer is het gek genoeg een stuk minder grappig om de radio steeds het woord te laten doen. Dan maar een slapstickscène om de artistieke armoede te verbloemen: de auto is verdrietig wanneer Sam naar de universiteit gaat en laat dan liters water wegstromen om tranen te simuleren. Dijenkletsend.   De makers zoeken voor de humor wel erg vaak hun toevlucht tot ongeïnspireerde slapstick om de kijker te vermaken. Wellicht een poging de jong(st)e doelgroep aan te spreken, want oprecht grappig is het allemaal niet. In deel 1 zat ook al zo’n flauwe scène waarin Optimus en co zich moesten verstoppen in de tuin van Sam, zodat zijn ouders niets zouden ontdekken, maar in deel 2 hebben de makers er nog een schepje bovenop gedaan, met onder andere komisch bedoelde sidekickrobots met scheve tanden en dommige accenten. De ouders van Sam zorgden voor een leuke komische noot in deel 1, maar nu worden ze er continu met de haren bij gesleurd en is vooral de moeder zodanig hysterisch bezig – wanneer ze voor het eerst de campus van Sam ziet – dat ze zwaar op de zenuwen werkt. Even verdwijnen ze weer, om later weer te verschijnen voor een gezapig, melodramatisch, vader-zoon moment.

Niet alles is teleurstellend. Sterker nog, het eerste uur van de film bestaat grotendeels uit prima entertainment. Om te beginnen maakt de kijker heel snel kennis met een indrukwekkende, gigantische Transformer op twee wielen, die op snelwegen en viaducten wordt gevolgd en aangevallen, maar het is ook belangrijk dat het hier voornamelijk om het menselijke element gaat. Shia LaBeouf blijft een leuke, ontspannen acteur, en weet de kijker heel goed en op vermakelijke wijze bij de hand te nemen tijdens zijn eerste dagen op de universiteit. Wanneer hij krampachtig probeert om bij vreemde vrouwen uit de weg te blijven (kennelijk is hij nu ineens een babe-magnet geworden), en vooral ook wanneer hij buitenaardse stemmen en beelden in zijn hoofd te verwerken krijgt en voor de buitenwereld door lijkt te draaien, is hij erg amusant. Daarnaast neemt acteur Ramon Rodriguez als zijn kamergenoot Leo nu in feite de rol op zich die Shia in deel 1 had: die van de onwetende, overweldigde jongen die alle robots en gekte eromheen voor het eerst ervaart, waarmee ook de kijker in de menselijke realiteit wordt teruggezet. Als sidekick van Sam weet Leo niet wat hem overkomt wanneer hij voor het eerst Transformers tegenkomt en zijn angst en ontzetting zijn welkom en verfrissend. Te vaak wordt de aanwezigheid van al deze ongelooflijke machines gewoon voor lief genomen, waardoor het moeilijker wordt om je als kijker in de filmwereld te verplaatsen. Immers, als de acteurs het doen overkomen alsof er niets aan de hand is en de machines er niet eens zijn (wat meestal zo is), is het voor de kijker ook net alsof ze niet bestaan. Gelukkig weet de rol van Leo dit tot op zeker hoogte te compenseren.

Er zitten zeker opwindende stukken in de film, en erg imposante Transformers die de kijker met open mond naar het scherm doen kijken. Net als in het begin zit er ook aan het einde van de film een heel groot exemplaar, met veel bewegende delen en een gigantische zuigkracht. Het is prachtig om deze creatie in actie te zien. Ook de manier waarop de Transformers veranderen blijft fascinerend om te zien in al zijn details. Het is te begrijpen waarom zoveel kinderen vroeger verslaafd waren aan dit speelgoed, en Michael Bay aan zijn special effects-speelgoed. Dat laatste is ook deels het probleem. Het showen van steeds geavanceerdere special effects lijkt de grootste reden te zijn voor het maken van dit vervolg. De factsheet die aan de pers werd uitgereikt bij de speciale vertoning van ‘Transformers: Revenge of the Fallen’ spreekt wat dat betreft boekdelen: geen achtergrond over het verhaal of de personages, maar feiten over het aantal dagen dat aan het verwerken (“renderen”) van de (special effects) frames in de film was besteed en het veel grotere aantal robots dat dit keer is gebruikt. Verhaal en personages zijn gewoonweg minder belangrijk. De levensbedreigende plot is niet veel anders dan in deel 1: de slechte robots (Decepticons) willen de aarde en de mensheid vernietigen en de goede (Autobots) willen dit voorkomen – maar er wordt nog wel een flauwe en anticlimactische deus-ex-machina constructie toegevoegd over het belang van geloven. De acteurs doen hun best, ook al worden hun personages er soms (zoals John Turturro) met de haren bij gesleurd, en hebben ze minder interessante dingen te doen. Ze worden gewoon overweldigd door de Transformers zelf. Dit zou op zich niet verkeerd hoeven zijn in een film die hun naam draagt, maar in dat geval zouden de machines echt persoonlijkheden moeten krijgen, wat op dit moment toch net even teveel gevraagd is. Dat is een luxe die Michael Bay zich niet kan veroorloven in een wereld waarin ontploffingen en beukend metaal de dienst uitmaken.

Bart Rietvink

Waardering: 2

Bioscooprelease: 23 juni 2009