Treasure Island Kids: The Monster of Treasure Island – Schateiland 2 – Het Monster van Schateiland (2004)

Regie: Gavin Scott | 83 minuten | avontuur, familie | Acteurs: Beth Allen, David Aston, Grant Bridger, John Callen, Barry Duffield, Jack Hurst, Michael Hurst, Sasha Tilley, Nicko Vella, Devon Wood    

Dit tweede deel is zo mogelijk nog chaotischer opgebouwd en er wordt nog slechter in geacteerd dan in zijn voorganger ‘Treasure Island Kids: The Battle for Treasure Island’ (2004). De pubers zijn dit keer bezig met het maken van een film. De meisjes verzorgen een eigen productie en de jongens proberen daar iets veel beters tegenover te stellen. Eerst zitten beide groepen elkaar dwars en halen over en weer allerlei flauwe en vieze grappen uit, maar als ze doorkrijgen dat een echt bestaand zeemonster van reusachtige proporties de wateren rondom het eiland en tenslotte het eiland zelf onveilig maakt, slaan ze de handen ineen.

Ze krijgen hulp van een professor Kosinski (Grant Bridger) die in de verschijning van dit monster een uitgelezen kans ziet om een uitgestorven, voorwereldlijk wezen in zijn laboratorium te krijgen voor gedegen wetenschappelijk onderzoek. Het beest moet dan wel eerst gedood worden, een niet onoverkomelijk probleem. Maar in een film als deze is het monster natuurlijk niet slecht, maar slechts op zoek naar haar baby. De kinderen proberen daarom uit alle macht te voorkomen dat het monster gedood wordt en op de snijtafel van de professor eindigt. En hopelijk lukt het hen ook nog om haar baby bij haar terug te bezorgen.

Het leukste van de film is dat het monster onbeschaamd van plastic is, er wordt geen enkele poging gedaan tot iets wat ook maar een beetje naar special effects riekt en dat is wel grappig. Maar om nou een jeugdfilm te maken die een slap aftreksel is van het toch ook niet al te beste ‘Loch Ness’ (1996) is toch echt niet nodig. Dan kun je als kijker beter volstaan met wat plastic dinosauriërs in een groot bad te gooien en daar vervolgens heel bang voor gaan zitten zijn. En dat is waarschijnlijk nog veel onderhoudender ook.

Diana Tjin-A Cheong