True Romance (1993)

Regie: Tony Scott | 120 minuten | actie, thriller | Acteurs: Christian Slater, Patricia Arquette, Dennis Hopper, Christopher Walken, Gary Oldman, Brad Pitt, Val Kilmer, James Gandolfini, Tom Sizemore, Chris Penn, Samuel L. Jackson, Michael Rapaport

De actiefilm ‘True Romance’ zal altijd met Quentin Tarantino geassocieerd worden, net zoals de animatiefilm ‘The Nightmare Before Christmas’ met Tim Burton geassocieerd wordt. Want, ook al zaten deze personen niet in de regisseursstoel bij het maken van de films – dit waren respectievelijk Tony Scott en Henry Selick – , ze hebben allebei door en door hun stempel op de productie weten te drukken. In het geval van ‘True Romance’ gaat het zo ver dat de film bijna aanvoelt als een soort greatest hits album van Tarantino, waarbij veel van zijn stokpaardjes en favoriete stijlfiguren langskomen en praktische iedere scène zijn sfeer ademt. Zelfs het hoofdpersonage – een stoere, in een stripzaak werkende filmfanaat met Elvis als zijn muze – lijkt een soort gedroomde versie van Tarantino zelf te zijn. Hoewel het de gewoonte is om ‘True Romance’, vanwege de andere regisseur aan het roer, te zien als een “verwaterde” Tarantinofilm, die alleen maar inferieur kan zijn aan zijn “echte”, eigen werk, is de waarheid dat de samenwerking met Scott een heerlijke, vlotte film heeft opgeleverd, die in zijn combinatie van een traditionele, toegankelijke regie met een explosieve inhoud, prikkelende dialoog, kleurrijke personages, en een cast om van te watertanden, in geen geval als middelmatig kan worden afgedaan. Alleen al vanwege de inmiddels klassieke confrontatiescène tussen Christopher Walken en Dennis Hopper is ‘True Romance’ een film om te koesteren. Maar gelukkig mag de rest van de film er ook zijn.

‘True Romance’ is gemaakt in 1993, na ‘Reservoir Dogs’ en vóór ‘Pulp Fiction’, en beide films zijn in het script te herkennen. Net als bij ‘Reservoir Dogs’ neemt Tarantino een simpel, bestaand genre, en blaast dit vervolgens nieuw leven in met zijn coole personages, hippe dialoog, en verwijzingen naar de populaire cultuur. In ‘Reservoir Dogs’ was het de “Heist”(overval)-film die een make-over kreeg, en hier is het de “geliefden op de vlucht”-film – in de traditie van ‘Bonnie & Clyde’ – die een liefdevolle bewerking krijgt. Net als in ‘Reservoir Dogs’ begint de film met een geestige, seksueel getinte dialoog, in dit geval over de vraag of je met Elvis het bed zou willen delen. Clarence Worley (Slater) geeft aan een vrouw in een bar toe, dat hij het wel met Elvis zou kunnen doen, als hij een man hiervoor uit zou moeten kiezen. De vrouw vindt hem ook geen slechte partij. “Dat hebben we dan tenminste gemeen”, zegt Clarence: “We zouden het allebei met Elvis doen.” Hoewel dit een rotsvaste basis lijkt voor een goede relatie, blijkt het niet voldoende te zijn. Ze houdt namelijk niet van kungfu-films, en dat betekent voor Clarence toch echt dat ze geen toekomst hebben samen.

Sommige momenten uit ‘True Romance’ zijn bijna letterlijk terug te vinden in ‘Pulp Fiction’, zoals de liefde voor fastfood (en de opmerking van een personage – terwijl hij een hap neemt – dat hij nog nooit zo’n lekkere hamburger heeft gegeten), en de creatieve manier om aan een ander personage te vragen of hij hem probeert (een oor aan) te naaien. Maar het belangrijkste zijn de “touches” die de film en de personages ademruimte en kleur geven. Zoals de unieke liefkozingen tussen Clarence en Alabama, die je toch het gevoel geven dat ze een sterke band hebben, ook al kennen ze elkaar nog maar net (ze zijn na één nacht al met elkaar getrouwd). Of de manier waarop de bad guys nooit iemand gewoon neerschieten maar eerst een informatieve, en vaak lichtelijk sadistische monoloog op het toekomstige slachtoffer loslaten. Zo vinden er enkele zenuwslopende confrontaties plaats in de film, waarbij de spanning te snijden is en er bijna alleen blikken gewisseld worden in de stilte voor de storm. Zoals in de eerste echte confrontatie in de film, tussen Clarence en Drexl (“Wat is een Drexl?” vraagt hij aan Alabama), de pooier van Alabama, blank maar met dreadlocks en in de veronderstelling dat hij zwart is. De licht ontvlambare, indringend kijkende Drexl, gespeeld door een geweldige Gary Oldman, heeft een kort maar onvergetelijk optreden in de film.

Dit laatste geldt ook voor Christopher Walken die, samen met Dennis Hopper, voor het meest onuitwisbare moment in de film zorgt. Walken speelt Vincenco Coccotti, de rechterhand van Blue Lou Boyle, een gevreesde maffioso en eigenaar van de cocaïne die Clarence zich per ongeluk eigen heeft gemaakt toen hij de spullen van Alabama ging ophalen bij Drexl. Coccotti gaat poolshoogte nemen bij politieagent Hopper, die zoonlief Clarence de dag ervoor in zijn camper had ontvangen, maar wanneer Hopper niets loslaat over zijn locatie, volgt er een oneindig fascinerende woorden- en intelligentiestrijd tussen deze twee veteranen. Hopper weet al dat hij ten dode is opgeschreven, maar neemt zijn tijd om – in alle beleefdheid – Walken een verhaal over diens voorouders te vertellen (namelijk dat Sicilianen negerbloed hebben) dat, op zijn zachtst gezegd, niet in goed aarde zal vallen. Met zijn gezicht al half tot pulp geslagen, vraagt Hopper om een sigaret en begint rustig aan zijn verhaal, terwijl het melancholieke Bloemenduet uit Delibes’ opera Lakmé inzet. Naarmate het verhaal van Hopper vordert, moet Walken steeds meer glimlachen terwijl hij opzij kijkt naar zijn eveneens glimlachende maten, maar van binnen kookt hij van woede. Als kijker verwacht je dat ieder moment het gruwelijke einde voor Hopper zal plaatsvinden, maar steeds wordt dit moment uitgesteld, tot het bijna ondraaglijk wordt. Als Hopper klaar is, is het zelfs nog niet meteen gedaan met hem. Walken blijft glimlachen en noemt hem “beautiful”, terwijl hij zich naar zijn maten omdraait om zijn volgende, en laatste stap voor te bereiden. Een prachtige, klassieke Tarantino-scène.

Hoewel de ene na de andere memorabele scène gememoreerd kan worden, is de film niet perfect. De film is episodisch en op den duur voorspelbaar, en sommige scènes hadden wat langer uit kunnen spelen of beter in elkaar over kunnen lopen. De montage en shotkeuzes van Tarantino zijn vaak toch wat creatiever en prikkelender dan die van Tony Scott, hoewel de parallelmontages van Scott tijdens de gewelddadige momenten vaak goed getroffen zijn. Ook kan er wellicht beknibbeld worden op het wel erg rooskleurige (en ongeloofwaardige) einde, maar gezien de verrassende emoties en tederheid die Scott toch in de film weet te leggen is dit waarschijnlijk toch wel de sfeer die de kijker verwacht en verdient. Het is opmerkelijk, maar ‘True Romance’ slaagt er ondanks de flinke doses bloed, shootouts, en stoere dialogen, toch in om zijn titel eer aan te doen: de relatie tussen Clarence en Alabama doet werkelijk romantisch aan. Net als Clarence’s vader moet de kijker constateren dat Slater en Arquette een “cute” stel zijn, en gunt hij deze “lage inkomenskinderen” ook echt hun gedroomde toekomst. Misschien dat Scott wel precies de juiste persoon was om dit kloppende hart van de film op een empathische manier naar voren te brengen (net zoals Spielberg volgens Kubrick beter met de meer emotionele aspecten van zijn ‘A.I.’ kon omgaan dan hijzelf).

‘True Romance’ is geen diepzinnige film, en hij blinkt ook niet enorm uit op één specifiek gebied, maar bij elkaar genomen is er zoveel moois en vermakelijks in deze film aanwezig – zoveel actie, spanning, humor (de hilarische bijrol van een halfstonede Brad Pitt is nog niet eens besproken), en zoveel perfect gecaste acteurs – dat hij keer op keer bekeken kan worden zonder te vervelen. ‘True Romance’ kenmerkt zich niet alleen door de sterke relatie van zijn hoofdpersonages. Ook de “romance” tussen schrijver Tarantino en regisseur Scott is, hoe kortstondig deze ook is geweest, meer dan geslaagd te noemen. Dit is pulp van het hoogste niveau.

Bart Rietvink

Waardering: 4.5

Bioscooprelease: 9 juni 1994