Two-Lane Blacktop (1971)

Regie: Monte Hellman | 102 minuten | drama | Acteurs: James Taylor, Warren Oates, Dennis Wilson, Laurie Bird, Harry Dean Stanton, David Drake, Richard Ruth, Rudy Wurlitzer, Jaclyn Hellman, Bill Keller, Don Samuels, Charles Moore, Tom Green, W.H. Harrison, Alan Vint, Illa Ginnaven, George Mitchell, A.J. Solari, Katherine Squire, Melissa Hellman, Jay Wheatley, James Mitchum, Kreag Caffey, Tom Witenbarger, Glen Rogers

Er zijn van die films waarin van alles gebeurt maar waarover bedroevend weinig te vertellen valt. Er zijn ook films waarin bijna niets gebeurt maar waarover je nooit uitgesproken raakt. ‘Two-Lane Blacktop’ valt duidelijk in die laatste categorie. In deze Amerikaanse productie uit 1971 maken we kennis met de jonge bestuurder van een Chevrolet en zijn even jonge mecanicien. Zij doorkruisen het land, zonder doel en zonder verder vooruit te kijken dan de volgende dag. Ook stappen we in bij de bestuurder van een GTO, een enorme kletskous die evenmin een doel lijkt te hebben.  Gedurende de 102 minuten dat wij die personages volgen, lijkt er niets te gebeuren dat een film van deze lengte rechtvaardigt. Maar zoals meestal bij arthousefilms gaat het niet om de gebeurtenissen zelf maar om de diepere lagen daaronder.

Dat de reis door provinciaal Amerika metaforisch moet worden opgevat is duidelijk, al maakt dat de betekenis van de film nog niet helder. Regisseur Hellman lijkt ons vooral te willen confronteren met verschillende manieren van leven. Zo hebben de jonge bestuurder en zijn mecanicien zich losgemaakt van huis, haard, verleden en toekomst. Volkomen onthecht leven zij louter in het heden, zonder zich te binden en zonder zich ergens anders op te richten dan hun auto. De bestuurder van de GTO – naamloos, zoals alle personages in deze film – is weer een verhaal apart. Hij heeft de merkwaardige gewoonte om iedere lifter die hij meeneemt te trakteren op weer een ander levensverhaal. Zo verandert hij iedere dag van identiteit, zodat je als kijker uiteindelijk de vraag moet stellen of de man überhaupt over een eigen identiteit beschikt.

Al even ondoorzichtig is het meisje, dat eerst bij de jongens en dan weer bij de GTO instapt. Ook zij leeft bij de dag, maar waar de jongens altijd passief blijven, neemt zij wel initiatief als dat nodig is. Maar waar het meisje vandaan komt en wat haar drijft, wordt niet duidelijk. Wat regisseur Hellman hier een beetje nalaat, is om de impact en de betekenis van de verschillende levenswijzen te laten zien. De jongens zitten helemaal Zen te wezen in hun auto, maar echt tevreden lijken zij toch ook niet. Dat een van de jongens uiteindelijk gehecht raakt aan het meisje is onvermijdelijk, maar wat wil Hellman hiermee zeggen? Dat onthechting nooit werkt? Dat hechting de wortel is van alle kwaad? Duidelijk wordt het nooit, zoals er hier zoveel niet duidelijk wordt.

Toch is ‘Two-Lane Blacktop’ daarmee nog geen vervelende film. De race tussen de jongens en de GTO stelt dan wel niets voor maar de ontmoetingen onderweg en de malle praatjes van de GTO zijn alleszins vermakelijk. Bovendien is de film visueel een belevenis. In ‘Two-Lane Blacktop’ worden we getrakteerd op uitgestrekte landschappen waartegen mens en auto eenzame en geïsoleerde objecten vormen. Het is het Amerika van Edward Hopper, een Amerika van weidse vlakten, uitgestorven wegen en verlaten tankstations. Die beelden, gevoegd bij het ontbreken van achtergrondmuziek en narratieve spanning, zorgen ervoor dat je als kijker bijna net zo vervreemd raakt als de personages.

Wat verder opvalt aan ‘Two-Lane Blacktop’ is het tragische lot van de cast. De jongens worden vertolkt door twee bekende muzikanten, de bestuurder door singer-songwriter James Taylor, de mecanicien door Beach Boy Dennis Wilson. Laatstgenoemde zou in 1983 verdrinken, kort na zijn 39e verjaardag. Het meisje wordt gespeeld door Laurie Bird, een jonge actrice die acht jaar na ‘Two-Lane Blacktop’ zelfmoord pleegt. De GTO tenslotte wordt formidabel neergezet door Warren Oates, die al op 54-jarige leeftijd zou bezwijken aan een hartaanval. Die wetenschap achteraf verleent de film een tragiek die hij van zichzelf niet heeft.

Hoewel aan ‘Two-Lane Blacktop’ het nodige ontbreekt, is het een film die je als liefhebber niet kan laten schieten. Ondanks het gebrek aan duiding is het zonneklaar dat regisseur Hellman iets te zeggen heeft over het Amerika van vlak na het blije hippietijdperk. Maar zelfs al wordt nooit duidelijk wat het dan precies is wat hij wil zeggen, dan nog is ‘Two-Lane Blacktop’ met zijn verstilde beelden, zijn heerlijk lome tempo en zijn intrigerende personages nog altijd de moeite waard. Zeker als je van filmische curiosa houdt.

Henny Wouters