Urban Warfare (2011)

Regie: Keoni Waxman | 87 minuten | actie, drama, thriller, misdaad | Acteurs: Steven Seagal, Meghan Ory, Warren Christie, William ‘Big Sleeps’ Stewart, Sarah Lind, Adrian Hough, Elizabeth Thai, Adrian Holmes, Greg Webb, Rachel Luttrell, Andrew Kavadas, Jonathan Walker, Phillip Mitchell, Biski Gugushe, Mike Desabrais, Fraser Aitcheson, Alex Mallari Jr., J. Anthony Pena

Eigenlijk is Steven Seagal nooit veranderd. Nee, het redelijke succes van ‘Under Siege’ (1992), een toentertijd blockbuster van jewelste, benadert hij mettertijd steeds minder, maar zijn films van tegenwoordig zijn verder niet spectaculair veel anders in opzet. De oude aikidomeester is niet zo snel meer als toen, maar nog steeds kan hij als geen ander vliegensvlug iemand van zijn wapen ontdoen. Dat is dan ook meteen een van de weinige positieven aspecten van zijn huidige stroom films – inderdaad, stroom, want zijn laatste twee, ‘Brotherhood’ en ‘Urban Warfare’, zijn zo overduidelijk hetzelfde laken een pak dat ze maar met moeite uit elkaar te houden zijn. In beiden speelt Seagal de oude rot in het vak Elijah Kane, voorheen commando en algehele rouwdouwer, maar nu werkzaam als speurder voor de politie van Seattle. Beide films, die naast de hoofdpersoon ook bijna de gehele cast aan bijrollen delen, hebben een plot dat amper het samenvatten waard is.

In ‘Under Warfare’ draait het om bendes uit Rusland en het Midden-Oosten die het op Kane persoonlijk hebben gemunt, terwijl er ook nog een serieverkrachter en een complot op een dure school moeten worden opgerold. Het is van een bedroevend niveau: een rommeltje, overlopend van de clichés en plotgaten. Beide films zijn twee aan elkaar geplakte delen van een televisieserie, en het blijkt in het zeer rommelige verloop van beide titels. Maar niemand kijkt een Seagalfilm voor het goede verhaal. Is de actie de moeite waard? Zoals gezegd is de man een dagje ouder geworden; hij wordt in 2012 60. Topfit is hij dan ook al niet meer, waardoor hij veelal zijn toevlucht neemt tot schietgrage momenten om de orde in Seattle te bewaken. Helaas zijn beide films, die alleen op dvd worden uitgebracht, gemaakt met een ogenschijnlijk miniem budget, en met Seagal als coscenarist, producent en dus hoofdrolspeler. Seagals ambitie om films te blijven te maken is ergens bewonderenswaardig, maar met zo’n krap budget vergt het veel inventiviteit om een spannende actiefilm te maken, die meer te bieden heeft dan slechts twee explosies en een enkele schietpartij. Die ontbreekt hier echter, waardoor met zijn 86 minuten alsnog een lange, bij vlagen zelfs saaie zit wordt. Dat kan onmogelijk de bedoeling geweest zijn.

Seagal spreekt bij een hoop mensen (liever gezegd: mannen) nog steeds wel redelijk tot de verbeelding, als de held van beroemde doch pulpy actiefilms van lang geleden. Dat hij nog steeds resoneert blijkt ook uit zijn ererolletje in Robert Rodriguez’ meest recente halfgelukte ode aan de b-film, ‘Machete’. Dat er voor actiemacho’s op leeftijd nog steeds een acteercarrière in zit, bewijst ‘The Expendables’ van Sylvester Stallone: daarin mocht elke actieheld behalve Seagal (Stallone zelf, Lundgren, Jet Li, Statham, Willis) wel even opdraven, met enorm financieel succes. Wellicht is dat nog een laatste kans voor Seagal: niet jezelf al te serieus nemen, en je status als cultheld koesteren en te gelde maken. Tot die tijd is zijn werk waarschijnlijk helaas van dit deplorabele niveau.

David van Marlen